blog | werkgroep caraïbische letteren

Annel de Noré voegt met Lambarosa een schitterende roman toe aan de wereldliteratuur

 door Ezra de Haan

Echt goede boeken zorgen er al snel voor dat ik aan andere romans en schrijvers ga denken. Ik ga vergelijken, herken er iets in en vraag mij desondanks af of ze uniek zijn. Lambarosa deed mij bijvoorbeeld meteen aan Nabokovs debuutroman Masjenka denken. In beide boeken is er sprake van een duisternis waarin de karakters elkaar leren kennen. Je spreekt dus over een meesterproef, want hoe beschrijf je jouw personages als je ze amper kunt beschrijven? Slechts dialoog en actie staan immers tot je beschikking…

Ook moest ik denken aan een andere Nobelprijswinnaar, William Golding,  door De grot, het eerste deel van de roman. Als in Goldings Heer der vliegen worden kinderen, door omstandigheden gedwongen, tot elkaar veroordeeld. Bij De Noré krijgen drie tieners, na het overleven van het neerstorten van hun vliegtuig, de verantwoordelijkheid over drie kinderen. Machtsstrijd, puberale liefdes en een geheimzinnige ziekte maken de toch al onmogelijke situatie waarin ze verkeren tot een nachtmerrie. Het plateau waarop hun vliegtuig in brokstukken ligt, verlaten ze al snel om voor de beschutting van een grottenstelsel te kiezen. Honger, dorst en wanhoop vallen hen ten deel.

Wat op dat moment nog niet opvalt, maar later des te meer, is de subtiele wijze waarop De Noré de raciale verschillen tussen de kinderen aangeeft. Het lijkt een kleine rol te spelen en hoogstens een weergave te zijn van hun diversiteit. Naarmate de roman vordert blijkt echter steeds duidelijker dat de auteur over alles heeft nagedacht. Zo is Lambarosa een figuur die door Ramon in de grot gespeeld wordt om de kinderen even af te leiden. Jonathan is een van hen en ziet Ramon nadien nog slechts als Lambarosa en geeft hem de schuld van al hun onheil en zelfs van het brengen van de dood. Het is een van de vele voorbeelden die de auteur geeft van waarheid en fictie die niet meer van elkaar te onderscheiden zijn…

Het eerste deel van de roman deed door de titel De Grot, ook aan Plato denken. Is alles wat de kinderen zien en denken en wat de lezer krijgt voorgeschoteld wel de werkelijkheid? Of is het een interpretatie daarvan. In deel twee Scheidingsangst komt als vanzelf Dante bij je in gedachten. Alsof je diverse poorten van de hel te lezen krijgt. Als lezer vraag je jezelf af wat de auteur voor ogen had met dit reusachtige werk. De grot telt immers 180 pagina’s en daarna vervolgt de roman met nog twee delen die samen met het eerste deel 540 pagina’s beslaan.

Scheidingsangst blijkt een van de verhalen die Imro, een van de tieners in deel een, aankondigt te gaan schrijven. Het is een verhaal dat ‘niets’ met de vliegtuigramp te maken heeft. Het is het verhaal van een klant van de Chinese prostituee Chi-Mei en zijn droom met haar een relatie te krijgen. Ondanks dat ze steeds duidelijk heeft gemaakt dat hier geen sprake van kan zijn, blijft hij volhardend. Desnoods zet hij er zijn huwelijk met Norma en zijn kinderen voor op het spel. Net als in het verhaal De grot stevent het verhaal op een noodlot af. Weinigen zullen er zonder kleerscheuren vanaf komen. Wederom sleurt Annel de Noré je mee in situaties die pijnlijk en onverkwikkelijk zijn. Ze doet het zo goed dat je door blijft lezen en elke letter laat binnenkomen.

Annel de Noré

Ik is het derde deel van deze kloeke roman. Dit bevat, net als de twee voorgaande, een citaat uit Hemingways wereldberoemd geworden verhaal The Old Man and the Sea. Het zijn regels die wijzen op pijn die je bewust maakt dat je nog leeft. Luuk, de verteller in Ik, zit bomvol pijn, zelfs zozeer dat zijn geheugen hem geen informatie over het verleden wil geven. Bewust als hij zich is van zijn geheugenverlies schrijft hij de verhalen op die hij nog weet of die anderen hem vertellen. Hij snapt dat zijn geheugen een doos van Pandora bevat en niet voor niets hem de toegang weigert. Zijn woorden ‘Als ik slim was stopte ik voor ik begon’ spreken boekdelen. En toch begint hij te schrijven om gewaarwordingen te ervaren die zijn herinneringen kunnen vervangen. Hij ziet zijn computer als een biechtvader die geen penitentie uitspreekt. Het lam en de roos moet het allesomvattende boek worden dat hij schrijft, al vraagt hij zich af of de eerste twee delen wel van zijn hand zijn. Drankzucht benevelt zijn brein en in bezopen toestand heeft hij zich onder andere de laptop van een man, die hij Drankneus noemt, toegeëigend. Maar zo snel als deze gedachte opkomt wordt hij ook weer verworpen. De verhalen moeten wel van hem zijn, net als de verhalen die hij van Joy optekent, wederom een jonge prostituee met Aziatische trekken… Misschien schrijft Luuk ze op om traumatische ervaringen te overwinnen en zijn kleine delen ervan op realiteit gebaseerd.

Duidelijk is dat in alle drie delen van Lambarosa scheidingsangst een grote rol speelt. De schrijver in de roman, en voor de helderheid dat is dus niet Annel de Noré, vraagt zich voortdurend van alles af. Is het een combinatie van zijn fantasie en de informatie uit de verhalen die tot hem komen? Is hij een schrijver die zich zo ziekelijk identificeert met zijn personages dat hij is doorgedraaid? Kan hij door een geestesziekte niet langer een zelfstandig leven leiden? Het zijn vragen die logisch zijn in zijn getroebleerde leven waarin overmatig drankgebruik, geheugenverlies en een leven aan de zelfkant ‘gewoon’ zijn geworden.

De oplettende lezer valt inmiddels op dat diverse personages veel gemeen hebben. Ze lijken elkaar te overlappen. Norma uit Scheidingsangst lijkt op Candy uit Ik en Marion, Joy en Chi-Mei, de jonge vrouwen die liefdesgevoelens oproepen in alle delen van het boek, komen over als geïdealiseerde vrouwen die vooral in de hoofden van mannen leven.

Luuk gebruikt alles wat nog bij hem opkomt, maar ook verhalen van anderen om zijn eigen verhaal op te kunnen schrijven. Hij heeft ze nodig om met dat wat hij geheel of gedeeltelijk verzint te leren relativeren, filosoferen en zichzelf en anderen te troosten. Soms vraagt hij zich af of hij zich niet zozeer in anderen verplaatst dat hij zijn eigen verhaal is vergeten… Het levert hem echter wel een roman op die hij naar uitgevers begint te sturen.

Even voorbij de vijfhonderdste pagina licht Annel de Noré een tipje van de sluier op in het deel waarin de schrijver zijn roman Het lam en de roos afrondt. In haast hermetisch volgeschreven pagina’s gaat hij in op ‘gevoelsaangelegenheden’. Veel regels lijken direct op de roman Lambarosa te slaan. ‘Kun je de hel meemaken en die vreselijke ervaringen vergeten?’ ‘Doordat een geheugen tekortschiet, zijn de hemel en de hel vaak een pakket dat is samengesteld uit elementen van beide. Het betekent dat we vaker door dezelfde hel moeten gaan en meer dan eens ongedwongen de hemel zullen opgeven zolang als het resultaat van de leerprocessen niet in ons systeem is opgenomen.’         

Dit is dus exact wat de verteller en schrijver van het boek zijn personage laat ondergaan en daarmee ook ons lezers. In het betoog, want zo kun je deze passage wel noemen, komt Annel de Noré met de nodige voorbeelden. Soms hanteert ze daarbij schitterende regels en metaforen als ‘Mijn geheugen is als een klok met kapotte wijzers. Hoe ik de klok ook vasthoud, ze vallen terug in de richting van de zwaartekracht, naar mijn voeten, de plek waar ik mij nu bevind. Mijn verleden zal in duisternis gehuld blijven. Mijn uurwerk loopt niet voor of achter, het is stuk. Ik weet nooit hoe laat het is.’ Of: ‘Herinneringen zijn die zeldzame verdwaasde vogels uit een vlucht van miljarden die bij ons in de buurt blijven fladderen, terwijl de andere steeds verder uit het zicht verdwijnen en ten slotte eeuwig onder de horizon van ons bewustzijn overwinteren.’

Het mag inmiddels duidelijk zijn. Annel de Noré heeft met Lambarosa een schitterende roman aan de wereldliteratuur toegevoegd.

Annel de Noré, Lambarosa. Roman. Haarlem: In de Knipscheer. 550 blz., € 24,50
ISBN 978-90-6265-557-1

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter