Anil Ramdas, kleine professor uit Nickerie (5)
door Coen Verbraak
Neurotische man
Pieter Hilhorst logeerde een paar weken bij Ramdas in Delhi. De herinneringen aan dat verblijf vindt hij dik tien jaar na dato nog steeds beklemmend. ‘Ik voelde daar zijn eenzaamheid zo enorm. Het ritme van zijn dag werd door het drinken bepaald. ’s Ochtends was hij chagrijnig omdat hij nog niet gedronken had. Dan gingen de flessen open en kwam hij ’s middags langzaam tot leven. Dan filosofeerde hij over de wereld, zoals ik hem kende. En later op de dag was hij voornamelijk onvoorspelbaar, vanwege de drank. Onze vriendschap is daar echt veranderd. Ik ging na afloop heel verdrietig naar huis.’
In India kwam Ramdas bovendien tot een pijnlijke vaststelling: hij hoorde daar niet thuis. Net zomin als in Nederland of in Suriname. Stephan Sanders: ‘Hij ging van Suriname via moederland Nederland naar het nog grotere moederland India. Daar ontdekte hij dat hij toch vooral Nederlander was. En in Nederland zagen ze hem juist weer als een Surinamer. Terwijl ze hem in Suriname als Nederlander zagen. De conclusie was dat hij nergens bij hoorde.’
‘Wat is de beste plek om te wonen?’ werd hem bij zijn terugkeer door HP/De Tijdgevraagd. Ramdas: ‘Niet op deze aarde. Ik ben zo’n beetje overal geweest en voel me nergens thuis.’
India is in retrospectief een kantelpunt in Ramdas’ leven. ‘Toen hij terugkwam, zag ik een andere man,’ omschrijft Stephan Sanders de verandering. ‘Dat jongetje met die aanstekelijke bravoure was verdwenen. Er was een aan zichzelf twijfelende neurotische man voor in de plaats gekomen.’
Terwijl Ramdas in India zat, veranderde in Nederland het politieke landschap drastisch. Na de moord op Pim Fortuyn was ‘links’ niet langer en vogue. ‘Politiek correct’ was een scheldwoord geworden. Maar waar de krantenlezer in Nederland langzaamaan wende aan de felle toon van het maatschappelijk debat, had Ramdas op dat vlak in Delhi een aanzienlijke informatie- en ervaringsachterstand opgebouwd. Bij terugkomst op Schiphol, in 2003, was Nederland onherkenbaar veranderd. Ze waren het hem alleen vergeten te vertellen.
Diep gekrenktIn 2003 werd Ramdas directeur van De Balie in Amsterdam. Tot verbazing van de mensen om hem heen. ‘Anil hoorde daar op het podium te staan, maar was totaal geen man om er directeur te zijn.’ Het ging al snel mis. De Balie leed grote verliezen. Bovendien werd Ramdas’ drankprobleem ook voor de buitenwereld steeds meer zichtbaar. In december 2003 leidde Ramdas een debat met Edward Said. Sjoerd de Jong van NRC Handelsblad was erbij en zag met eigen ogen hoe de avond pijnlijk uit de hand liep. ‘De zaal was bomvol. Anil was duidelijk aangeschoten. Hij kwam het toneel op met flessen wijn, waar hij als enige van dronk. Je zág het fout gaan. Er bouwde zich in die zaal voelbare agressie op tegen Anil. Opeens sprong er een jongen op de vloer die riep: “Wie zijn geld terug wil, moet mij maar volgen naar de kassa.” Echt een rebellie tegen Ramdas. Er zat ook iets in van: “We zullen die modelallochtoon nu eens even goed aanpakken! We geven hem een koekje van eigen deeg.”’ Ramdas erkende achteraf schuldbewust zijn fout. Maar van terugbetaling van het entreegeld kon geen sprake zijn: ‘Het is hier geen no cure, no pay.’
Achteraf symboliseerde die avond schril dat Ramdas zijn publiek was kwijtgeraakt, denkt Sjoerd de Jong. ‘Hij was heel lang een intellectuele voorloper geweest. Maar Anil begreep Nederland niet meer. En Nederland begreep hém niet meer. Hij was in de ogen van anderen opeens een vertegenwoordiger van het ancien régime geworden, een achterhaalde politiek correcte betweter. Niet langer de progressieve denker, maar de aangenomen zoon van Ad Melkert.’De periode bij De Balie duurde amper twee jaar. Uiteindelijk richtten Felix Rottenberg, Chris Keulemans en Pieter Hilhorst een comité op om De Balie financieel te redden. Hilhorst denkt met afgrijzen terug aan die ochtend bij Felix Rottenberg thuis, waarop Ramdas werd meegedeeld dat hij zijn baan kwijt was. Hilhorst en de zijnen dachten nog dat ze een mooie oplossing hadden bedacht: Ramdas zou vertrekken, maar zou wel een opdracht meekrijgen. Hij mocht een groot essay schrijven, in combinatie met een thema-avond in De Balie. Maar Ramdas was geschokt. ‘Anil ontplófte. Hij was echt diep gekrenkt. We hebben het nadien wel bijgelegd, maar dat nam niet weg hoe pijnlijk het op dat moment was.’
Heel statusgevoelig
‘Na De Balie was wel duidelijk wat Demon Alcohol bij Anil aan het aanrichten was,’ constateert VPRO-regisseur Fred van Dijk, merkbaar aangedaan. ‘De gesprekken met Anil werden stroever. We kregen mot, over de kleinste dingen. De laatste keer dat ik hem thuis bezocht, was in 2006. We kregen een discussie over Arnon Grunberg. Hij vond Grunberg geweldig, ik niet. Uiteindelijk riep hij fel: “Ach man, wat weet jij er nou vanaf? Jij kunt helemaal niet lezen!” Toen ik in mineur naar huis reed, kon ik de hele weg alleen maar denken: hoe moet het nou toch verder met deze jongen? Vervolgens heb ik Stephan Sanders gebeld. Die zei: “Je kunt er maar beter verder geen energie meer in steken.” Het is inderdaad de laatste keer geweest dat Anil en ik elkaar gesproken hebben.’
Een keerpuntDie roman kwam er uiteindelijk toch. In 2011 publiceerde Ramdas Badal. Een verhaal over een ooit succesvolle essayist/ programmamaker die uiteindelijk teloorgaat door drank, angsten en depressies. Een man die zich maar niet kan neerleggen bij een politiek klimaat waarin de standpunten van iemand als Geert Wilders breed geaccepteerd zijn geraakt. ‘Hij droomde ervan om nog een aantal meesterwerken te schrijven,’ zegt Suzanne Holtzer. ‘Het liefst iets in de trant van Naipal of Rushdie.’ Ramdas nam het project uiterst serieus. Hij stopte met drinken en huurde een appartement in Zandvoort om in alle rust te kunnen schrijven. ‘Dat boek was voor hem een enorm belangrijke ambitie, hij hoopte dat het een keerpunt in zijn bestaan zou worden.’