Anil Ramdas, kleine professor uit Nickerie (3)
door Coen Verbraak
.
De ster van Anil Ramdas raakte helemaal de randen van de hemel toen hij in 1992 Zomergast was bij de VPRO. De meeste kijkers hadden voordien nooit van hem gehoord, maar raakten onder de indruk van die tengere, welbespraakte Hindoestaanse jongeman van vierendertig. Wat was die man belezen, beschaafd en erudiet. Zo leuk konden ‘ze’ dus óók zijn! Na Zomergasten werd Ramdas als vanzelf door de linkse elite omarmd als favoriete modelallochtoon.
‘Ineens was hij een Bekende Nederlander geworden,’ zegt Stephan Sanders. ‘Dat was voor Anil enorm belangrijk. Vergeet niet: hij is opgegroeid in Nickerie. Een boerengemeenschap in Suriname waar he-le-maal niks te doen is. ’s Avonds gaan de barretjes open, en gaan de mannen zuipen en uiteindelijk op een vrouw liggen. En als het je op een dag te gortig wordt, dan neem je pesticide in. Als je daar vandaan komt, dan is Paramaribo al gigantisch. In Paramaribo zag hij voor het eerst in zijn leven een roltrap. Vervolgens kwam hij in Nederland, dat was nog weer twee stappen hoger. En om dan dáár omarmd te worden als een opvallende intellectueel… ja, dan gaat de hemel voor je open.’
Zijn tv-optreden werd ook onder Surinaamse Nederlanders als een openbaring beschouwd. Volkskrant-columniste Sheila Sitalsing was in die dagen nog student. Ze herinnert zich de opwinding nog goed. ‘We gingen elkaar opbellen: “Heb je het gezien? Er is een Surinamer op tv.” En niet omdat hij goed kon dansen of voetballen, maar omdat hij iets te vertéllen had. Dat was voor Surinamers iets heel groots. Kennelijk kon je dat als Surinamer bereiken. Anil werd daardoor een nieuw rolmodel.’
Xandra Schutte: ‘Na Zomergasten werd hij opeens ook een mooie man gevonden. Hij ging heel bewust modieuze witte hemden dragen. Anil genoot ontzettend van die ongelofelijke erkenning. Hij wás al zelfbewust, maar werd dat na Zomergasten nog veel sterker. Daardoor werd hij al snel te groot voor De Groene. De Groene werd “een van de bezigheden” van de BV Ramdas.’
Het duurste hotel
Zijn optreden in Zomergasten smaakte ook volgens Hilversum naar meer. VPRO-directeur Roelof Kiers vroeg aan regisseur Ellen Jens of zij eens met ‘die begaafde jongen’ wilde praten. Misschien had hij wel goede ideeën voor andere televisieprogramma’s. Daar hoefde Ramdas geen seconde over na te denken, merkte Jens. Hij wilde iets met ‘denkers’ doen. Het werd In mijn vaders huis, een serie interviews met onder anderen Stuart Hall en Edward Said. Jens raakte al snel van Ramdas onder de indruk. ‘Zijn enthousiasme was meeslepend. Die tomeloze drang om mensen te overtuigen van de talenten van anderen. Hij sprak over mannen waar ik nog nooit van gehoord had alsof het wereldwonderen waren. “O Ellen, als we díé toch kunnen krijgen…” Je kon zo veel van die jongen leren.’
De tegenkant was dat Ramdas wel erg overtuigd leek van zichzelf. Jens: ‘Hij had niet veel gevoel voor zelfrelativering. Hij kwam altijd met taxi’s. Afspraken maakte hij het liefst in het Amstel Hotel. Er zat iets in van: het duurste is niet goed genoeg voor mij. Al komt zoiets vaak voort uit onzekerheid.’
[wordt vervolgd]