blog | werkgroep caraïbische letteren

André Conrad was multi-getalenteerd

door Audry Wajwakana

PARAMARIBO – Lang voordat Jörgen Raymann en Roué Verveer als cabaretiers doorbraken, was er André Conrad: dé komiek die Suriname via de radio en later de televisie in de jaren vijftig en zestig hard aan het lachen bracht. De bekende, multigetalenteerde Conrad (86) overleed dinsdagochtend aan een hartstilstand in zijn woning te Amsterdam, Nederland. Familie, vrienden, kennissen en ook fans reageerden geschokt op het bericht van zijn overlijden.

André Conrad en echtgenote Victorien Conrad-Esajas. Foto: Henk van Vliet

Conrad stond bekend als musicus, zanger, acteur en regisseur, maar begon zijn showbizzcarrière als komiek in de jaren vijftig. Showpresentator Henk van Vliet durft hardop te zeggen dat Conrad de eerste Surinaamse cabaretier is geweest. “Samen met Ulrich Peroti bracht hij op de STVS sketches die ik als pikin boi samen met andere Surinamers niet wilde missen. Hij was kort en mollig en Peroti lang en slank. In die tijd was deze vorm van amusement heel nieuw voor Suriname, maar de komiek was heel goed geknipt hiervoor”, zegt Van Vliet.

De showpresentator beschrijft Conrad als een zeer innemende persoonlijkheid. “Als je met André sprak, had je er een heerlijk gevoel bij. Bij iedereen die hij ontmoette, maakte hij zich gelijk geliefd”, zegt Van Vliet die de artiest heeft geïnterviewd voor het programma Owru Pokuman fu Sranan. “In Suriname was hij meer bekend als komiek, maar vóór zijn vertrek naar Nederland in 1963 was hij ook showpresentator.”

Als een van de eerste mediawerkers (geluidsmannen) in Suriname werkte Conrad bij Avros,  het eerste radiostation van Suriname. Het station, dat in de jaren vijftig is opgericht, was gevestigd aan de Cultuurtuinlaan (nu Laetitia Vriesdelaan), op het huidige voorterrein van de STVS. Ten tijde van de regering van Jopie Pengel werkte Conrad voor de regeringsvoorlichtingsdienst, vertelt Van Vliet.

“Hij was toen geluidstechnicus in de studio en ging vaak met Pengel op stap om geluidsopnames te maken van zijn toespraken. Dit is één van de dingen die hij ook in zijn leven heeft gedaan.” Conrad was de eerste artiest die Surinaamse kerstliederen zong. “Later hebben Alberto Gemerts en Wilfred Teixeira dat ook gedaan.” Zijn liederen zijn om technische redenen nooit op plaat uitgebracht.

Conrad is volgens Van Vliet altijd cabaretier gebleven. Zo vormde hij in Nederland met André Sarucco het cabaretduo André en Andrétje. Hun sketches in het Sranan en Surinaams-Nederlands waren zo’n groot succes dat ze op een langspeelplaat werden uitgebracht.

Het plotselinge overlijden van Conrad heeft Marlène Waal erg getroffen. Zij leerde de artiest kennen bij De Vrolijke Jeugd, de zanggroep waar zij haar bijnaam ‘Kleine Marlène’ kreeg. “Hij was een heel goede zanger en komiek. Samen met Ulrich Peroti vormde hij in de jaren vijftig en zestig een komiekstelletje dat meestal intermezzo’s verzorgde bij optredens van de Vrolijke Jeugd”, zegt Waal.

In Nederland was Conrad erg betrokken bij de activiteiten van de EBG Koningskerk in Amsterdam. Zijn dochter Juanita Conrad zong in de gospelgroep Mother Nature Gospel Choir van Waal. “In die hoedanigheid had ik frequenter contact met hem”, zegt Waal. Ze troost zichzelf dat ‘Oom André, zoals ze hem liefkozend noemde, is heengegaan op een gezegende leeftijd.

“Hij heeft een mooi leven gehad en is op een prachtige leeftijd van boven de tachtig heengegaan. Niet eenieder haalt zo een hoge leeftijd, als ik bijvoorbeeld kijk naar mijn zoon die op 41-jarige leeftijd is overleden. Ik zal me oom André herinneren met veel plezier, veel lachen en vooral die prachtige stem”, zegt Waal.

Ook Borger Breeveld heeft mooie herinneringen aan Conrad. Hij beschrijft hem als een vriendelijke en zorgzame man. “Het was in de periode toen hij en Ulrich Peroti als duo optraden dat ik kennis met hem maakte. Zij waren de ‘1 en 1 is 3’ van toen, maar ze noemden zichzelf de Surinaamse ‘Snip en Snap’, naar een bekend Nederlands komiekduo. Die kerels – Conrad en Peroti – konden ons echt aan het lachen maken.”

Met Conrad heeft hij toneelgespeeld in de gevangenissen om de gedetineerden toch nog een leuke kerst te bezorgen. Daarna hebben ze andere shows gedaan. “Toen ik het bericht van zijn overlijden kreeg, leek alles op een film waar ik als jongen van zestien met hem en Ulrich Peroti op het podium speelde. Het is nostalgie. Je ziet een deel van je jeugd verdwijnen en je realiseert je op dat moment hoe oud je bent en dat het voor jou niet meer zo ver is”, grapt Breeveld.

Ronald Schenkers, lid van de EBG Koningskerk Amsterdam, beschrijft Conrad als een erg markante persoon. “Altijd goed geluimd, vol humor en vooral erg ad rem. Ik was niet betrokken tijdens zijn toneel en komiekleven, maar hij vertelde wel vaak anekdotes daarover. Ik was eens met mijn ex-zwager ergens en een heer riep naar Conrad ‘Yu syatu yere‘ en hij antwoordde terug ‘Fa yu langa so?'” lacht Schenkers. Conrad kon heel goed spelen met woorden, waarbij hij in een fractie van een seconde altijd een antwoord had als iemand wat zei.

Binnen de EBG-gemeente heeft Conrad zich verdienstelijk gemaakt in verschillende functies. Hij hield zich bezig met fondsvormende activiteiten, verzorgde liturgieën op de vrijdag voor de zondagse dienst, maar draaide ook het kantoor van de gemeente van tien uur ‘s morgens tot één uur ‘s middags. “Niemand is onmisbaar, maar ik zeg wel dat hij onmisbaar was. Hij was degene die de predikanten elke week van de zangwijsjes voorzag, omdat hij echt veel wist op dat gebied. Het is wel jammer dat we niemand naast hem hebben laten zitten om die vaardigheid daarin van hem over te nemen”, verzucht Schenkers.

[uit de Ware Tijd, 01/05/2020]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter