blog | werkgroep caraïbische letteren

And our twelve points go to…

door Nico Eigenhuis
Het vertalen vanuit het Surinaams naar het Nederlands is soms lastiger dan het lijkt, zo is op het oog het woord ‘ferstan’ te vertalen als verstaan, maar is de juiste vertaling begrijpen. Het maakt dat er veel onbegrip is ontstaan over de Nederlandse songfestival inzending van Jeangu MacRooy, of moeten we zeggen McRoy.

… gaan naar de Nederlandse inzending / foto Aart G. Broek

De familienaam McRoy – een naam die later verschillende varianten zou kennen – is ontstaan op de Hebriden, een eilandengroep voor de westkust van het Schotse vasteland. Het is een gebied met grote culturele diversiteit en bron van Gaelische literatuur en muziek.
De naam McRoy werd er oorspronkelijk gegeven aan een persoon met rood haar. Het is een bijnaam die behoort tot de categorie erfelijke achternamen en is afkomstig van het Gaelic woord ruadh, wat rood betekent. McRoy werd als achternaam voor het eerst gehanteerd in het Schotse Lanarkshire en de stad Glasgow. Later kwam de naam ook in Ierland terecht. De McRoys kennen ook een eigen familiemotto “Qua tendis”, waarheen stuur je.

De brug van de naam McCroy van Schotland naar Suriname is gelegen in de Schotse Brigade, een 17e- en 18e eeuws Brits legeronderdeel in dienst van de Verenigde Provinciën, dat bestond uit drie Schotse regimenten. Ze zouden eind 18e eeuw in Berbice en Suriname worden ingezet in de strijd tegen de marronleiders aldaar, respectievelijk Cuffy en Boni, waarbij van die laatste strijd verslag werd uitgebracht door soldaat John Gabriël Stedman.
Hiernaast was er in Nederland sprake van een Schotse gemeenschap in Rotterdam, die was aangesloten bij de Schotse kerk te Rotterdam, ook wel de Schotse Zeemanskerk. De aanwezigheid van die gemeenschap zorgde begin 19e eeuw voor de nodige inbreng op de katoenplantages rond Nieuw-Rotterdam, het huidige Nieuw-Nickerie.

MacRooy als familienaam ontstond in Suriname in 1863 ten tijde van de Emancipatie op plantage Schoonoord aan de Commewijnerivier. Het betrof een grote suikerplantage die was aangelegd door de Franse Hugenoot De Rayneval, en kende een slavenmacht van zo’n 250 man. Het zou na de emancipatie in handen komen van de Brit Hugh Wright, de grootste slaveneigenaar van Suriname die in zijn vriendenkring nakomelingen kende van leden van de Schotse Brigade.

Degenen die zich na het lezen van het bovenstaande afvragen wat deze uitleg over de familienaam van doen heeft met de Nederlandse songfestivalinzending voor 2021 zouden nog eens goed naar de tekst moeten kijken, in een poging om deze goed te ‘verstaan’.

on 29.04.2021 at 7:44
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter