blog | werkgroep caraïbische letteren

Anansiverhaal: waarover heb jij het?

door Cindy Leeflang

Nee! Zo iemand heb je liever niet naast je wonen.
Anansi wil jij niet als je buurman. Ba Tigri kan het je vertellen. Anansi is volgens Tigri bemoeizuchtig, altijd bezig met een listig plan en hij moet zijn wil doordrukken. Deze zwarte spin kan met zijn acht poten heel wat werk verzetten en het is echt geen huishoudelijk werk! Anansi is wel de baas in huis, tenminste dat doet zijn vrouw Ma Akoeba hem geloven. Ze weet echt wel hoe ze haar koppige man moet aanpakken. Ze zegt veel met haar ogen. Als je Anansi iets vraagt, weet hij ook heel goed zijn geheimen te bewaren. Vooral wanneer hij weer met iets geheimzinnig bezig is. Dan laat hij geen woord los. Maar Ma Akoeba is al vijftien jaar met hem getrouwd. Ze kent hem beter dan hij zichzelf kent. Ma Akoeba weet precies wanneer manlief iets in zijn schild voert.

Het is weer raak. Ba Tigri weet Anansi weer te irriteren. Anansi is zondag vroeg opgestaan en besluit om het erf en de berm van de straat schoon te maken. Hij is net bezig zijn inrit te harken wanneer hij vanuit zijn ooghoeken ziet hoe Ba Tigri een zak met vuil uit de auto gooit. Deze belandt op de berm. Anansi is knalrood van woede. Ba Tigri heeft me wel zien harken denkt hij. Wat een brutaliteit! Dus al die tijd is het Ba Tigri. Die schoft! Het is niet de eerste keer dat Anansi vuil op zijn berm aantreft. Hij wist niet wie het deed. Maar nu heeft hij de schoft te pakken! Van buurman had hij het nóóit verwacht. Anansi gooit zijn hark op de grond en loopt woest naar Ba Trigi om hem een afgedonderd pakslaag te geven. Plotseling stopt hij. Waarmee ben ik bezig, denkt hij? Een pakslaag is niet genoeg voor deze vuile tijger!
Alsof er niets aan de hand is, harkt Anansi de berm verder.
Hij is kwaad maar laat Ba Tigri de hele week niets merken. Elke dag groet hij hem vriendelijk. Ma Akoeba kan hij echter niet voor de gek houden. Die ziet duidelijk dat er iets met haar man aan de hand is. Hij heeft die sluwe blik in zijn ogen. Wanneer ze hem vraagt wat er met hem aan de hand is, geeft hij geen antwoord. Dat bevestigt haar vermoeden. Intussen kunnen zijn kinderen hem ook ‘lezen’. Ze zien hem wel vaker gluren door de gaten van de zinken schutting. Anansi stelt de kinderen heel wat vragen over de buurman: hoe laat hij harkt, hoe laat hij vertrekt naar het werk, hoe laat hij thuiskomt, hoe laat hij de plantjes natmaakt en hoe lang hij overdag slaapt. Ze hebben echter niet door dat Anansi elke informatie nodig heeft om hem een lesje te leren. Door alle bemoeizucht weet Anansi dat Ba Tigri een tuin aan de achterkant van het huis heeft. Anansi wrijft alle acht poten tegen elkaar. ‘Ay, wakti! m’o kis yu, Ik pak je!.’

‘Anansi! Anansi! Kon dyaso, nu direct!.’
San pasa buurman, waarom schreeuw je?’
‘Jij ellendeling! Vervloekt ben je man’!
‘Hn?, Waarover heb je het?’
‘No prey don Anansi, ik waarschuw je!’
‘Sinds wanneer moet ik dom spelen?’
‘Jij hebt al mijn plantjes vergiftigd.’
‘Nou nou, dat is mij een zware beschuldiging.’
‘Kom niet met die vieze streken Anansi.’
‘Ba Tigri laten we geen ruziemaken om plantjes.’
‘Er is al ruzie Anansi, dis no kan!’
‘En wat als ik het gedaan heb?’
‘Ik wist het. mi o broko yu mangri baka!’
‘Durf! Vandaag merk je wel hoe sterk ik ben!’
‘Ik zal je schande geven voor je gezin Anansi.’
‘Schande, mijn vrouw en kinderen zullen je aftakelen!’
‘Moet jij daarover praten. Jij bent degene met vuile
manieren.’
‘Wat bedoel je daarmee? jij plantenmoordenaar!’
‘Jij bent degene die steeds vuil op mijn berm gooit!’
‘ Oh, heb je daarom mijn plantjes vergiftigd?’
‘Nee! dankzij jouw smerige manieren zijn ze nu dood.’
‘Anansi we hadden toch erover kunnen praten.’
‘Praten! Praten! Dan is mijn naam geen Anansi.’

San, dat was me een burenruzie. Buur heeft het zelf gezocht. Hoe durft die lelijke Tijger mij te komen zeggen dat ík vieze streken heb en dat hij mijn rug gaat breken! Huh hij heeft het niet eens gedurfd! Ik had zijn mars gebroken! Geschiedenis zeg ik je, geschiedenis zou geschreven worden in deze straat! Die Ba Tigri weet gewoon niet hoe het hoort. Hoe dúrft hij om op de berm van mij, Anansi, zijn afval te dumpen. Na sma lek en e bari, I love SU. I love SU me mars! Soso mofo. Hij weet gewoon niet hoe het hoort. En dan nog zo een ophef, stel je voor! Hij moet blij zijn dat ik alleen zijn plantjes heb vergiftigd. Want mi Anansi, No meri mi. Hij is brutaal! Hoe durft hij om míj te komen aanspreken over de opvoeding van mijn kinderen. Ma AKoeba keek wel beschuldigend naar me. Zij met haar ogen. A vrouw dis yere. Ze heeft ook wel gelijk. Ik had in ieder geval de kinderen uit een burenruzie moeten houden. Maar ik, mijn verontschuldiging aanbieden? Nóóit! Ik zal straks toch met Ma Akoeba en de kinderen gaan praten hoor. Leki pa, mi abi fu leri den fa den musu fu tya den srefi. A winsi fa mi tan. Mi e tan den Pa!

[van de site van de Schrijversvakschool Paramaribo]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter