blog | werkgroep caraïbische letteren

Amazone Museum Netwerk

In deze museumstof komen we nog een keer terug op het Amazone Museum Netwerk, waar het Surinaams Museum samen met het Museo Paraense Emilio Goeldi in Belém en het Musée des cultures guyanaises in Cayenne, deel van uitmaakt. De in de vorige aflevering aangekondigde bijeenkomst heeft inmiddels plaatsgevonden. Tientallen deelnemers uit Frans Guyana, Brazilië en Suriname vormden een inspirerende groep mensen die in St. Georges de l’Oyapock met elkaar in discussie gingen over diverse museale en daaraan gerelateerde zaken.

Vanuit Suriname deden twee vertegenwoordigers van het Surinaams Museum en een van het Tembe Art Museum in Moengo mee. Het is onmogelijk om in een museumstof de inhoudelijke discussies te bespreken. Wel kan geconstateerd worden dat, gezien de talloze positieve reacties, de bijeenkomst zeer geslaagd mag worden genoemd. Ook mag geconstateerd worden dat veel indiaanse/inheemse jongeren aan de discussies deelnamen of er als toehoorder bijzaten.

De betrokkenheid van de jongere generatie bij het behoud van de eigen cultuur was vooral merkbaar in het dorpje Oiapoque aan de Braziliaanse kant van de grens. Het daar opgezette museum Kuahí, dat de Indiaanse culturen uit de regio laat zien, leek overspoeld te worden door jonge mensen. En als we daarbij dan ook nog bedenken dat dit museum een volledig vanuit de eigen gemeenschap genomen initiatief was dat voor een belangrijk deel draait op vrijwilligers, kan het ook niet anders dan dat dit initiatief sterk ondersteund wordt door de regering van de deelstaat Amapá. Frappant was het om te zien dat de tentoongestelde objecten voor 90 procent zo uit het depot van het Surinaams Museum hadden kunnen komen, hetgeen de onderlinge verbondenheid, die zover terug gaat in de tijd, alleen maar kan bevestigen. Ook hierom is het zo goed dat die regionale samenwerking er is en verder wordt uitgebreid. In Brazilië zijn de meeste musea overheidsmusea die gratis toegankelijk zijn. In Frans Guyana vinden we zowel particuliere als overheidsmusea. Een voorzichtige, maar opvallende conclusie daarbij is dat de particuliere musea over het algemeen beter draaien en grotere bezoekersaantallen hebben.

Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om zowel in Cayenne als in Regina, dat ligt op weg naar St. Georges de l’Oyapock, enkele musea te bezoeken evenals het depot van voornoemd museum in Cayenne. Daaruit bleek maar weer eens hoe dicht we als buren bij elkaar staan met een gelijksoortig verleden dat in een gelijksoortig erfgoed is terug te vinden. En dan hebben we het niet expliciet over het Indiaanse verleden van degenen die hier al eeuwen woonden maar vooral ook over het koloniale verleden. Presentaties over bijvoorbeeld goud, rubber, hout, maar ook de archeologie en de aanwezigheid van verschillende culturen riepen alleen maar herkenning op. Het eco-museum te Regina maakt vooral gebruik van evocatieve opstellingen. Dat zijn sfeer oproepende tentoonstellingen waarbij de suggestie wordt gewekt dat je zelf onderdeel van de tentoonstelling bent: een nagebouwde slaapkamer, een winkeltje, een kopie van een Long Tom die bij het wassen van goud wordt gebruikt e.d.

We hopen dat deze regionale samenwerking, die volledig aansluit op wat de regering propageert, nog lange tijd mag voortduren en tot wederzijds voordeel en versterking mag leiden. Over niet al te lange tijd wordt de website operationeel. We houden u op de hoogte.

Reacties op museumstof? Bel op 425871 of E-mail ons:info@surinaamsmuseum.net

Zie ook www.surinaamsmuseum.net en www.flickr.com/photos/stichtingsurinaamsmuseum voor foto’s uit de collecties van het museum.

[Museumstof 207, uit de Ware Tijd, 15/12/2012]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter