blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

‘Als ik zing, doe ik mijn ding!’

door Christine Samsom

Een klein boekje, veertig bladzijden op stevig glimmend papier, geïllustreerd met een aantal foto’s, met veel informatie telt de uitgave Emeliene Irma Leerdam. Een kleurrijk en welbesteed leven van Sh. D. Wielzen-Sumter: ’Dit zou vaker moeten gebeuren’ zei één van mijn beste vrienden vorige week, en daar ben ik het mee eens: het leven beschrijven van mensen die op hun gebied, in hun vak, hun hobby, bij hun inzet in onze kleine samenleving een belangrijke rol spelen/hebben gespeeld!

 

leerdam

En daarmee respect afdwingen voor al die dyadyaman nanga –uma die vrijwillig werken aan het opwaarderen van het leven van anderen. Ze hangen het niet aan de grote klok, ze schreeuwen het niet van de daken, ze doen hun ding omdat ze vinden dat het leven, hun geloof dat van hen vraagt of gewoon omdat ze er plezier in hebben en dat plezier willen delen.
Zo moet Sherida D. Wielzen-Sumter gedacht hebben, toen ze op het idee (zelf noemt ze het ‘Gado gi’) kwam om een kleine biografie te schrijven: ‘Emeliene Irma Leerdam. Een kleurrijk en welbesteed leven’. Wielzen wil daarmee gedaan krijgen dat wij ‘een goed en duidelijk beeld’ krijgen van de ‘veelzijdige’ Melie Leerdam, intussen op de respectabele leeftijd van bijna 91 jaar. Wel, ik ben onder de indruk van de enorme hoeveelheid positieve bijvoeglijke naamwoorden, waarmee Tant’ Melie, m’ma Mee, juf, mevrouw Leerdam, vrouw Leri, vrouw Leertje, dirigent, moes, Nan…. (ja, in bij- en koosnamen zijn we inventief in Sranan) in het boekje wordt aangeduid door diverse geïnterviewden: trouw, secuur, coöperatief, deftig, energiek, sociaal bewogen, serieus, kritisch, eerlijk, hulpvaardig, alert, betrokken, actief, attent, deskundig, markant, bezielend, opmerkzaam en ja, vooral ook ondeugend, humoristisch. En al deze mooie, kenmerkende woorden kan ik bevestigen, want ik heb jaren als alt naast of in de buurt van Melie gestaan in het Gemengd Vocaal Ensemble Troki. Ook heb ik haar zonder moeite aangeworven om als jurylid en trainer te fungeren voor de zangkoren in Boven-Suriname.
Mevrouw Wielzen heeft er veel werk aan gehad om sleutelfiguren in het leven van Melie Leerdam te interviewen. Na een inleiding over het waarom van het boekje en de zoektocht naar informatie, zien we een paar hoofdstukjes over Melie’s jeugd, haar ouders, het gezin, haar schoolloopbaan en haar verschillende werkplekken. Het feit dat haar vader evangelist was bij de EBG zorgde ervoor dat ze vaker in het binnenland woonde, maar ook in internaten in de stad. Is die anitri-opvoeding niet ook de oorzaak dat de meeste aandacht in het boekje uitgaat naar haar grote liefde, nee, niet voor een echtgenoot, maar voor de muziek? Melie is getrouwd met de muziek, dat blijkt uit alles. Koorlid vanaf haar jeugd en koordirigent sinds jaar en dag, daarover gaat het vooral en daarover doen verschillende mensen hun zegje: Rudi Spa en Harold Telgt uit Troki, meneer Tjin-A-Sjoe en mevrouw Codrington uit het Bodegravenkoor, de dames Krak, Soekra en Sedney uit het Vrouwenkoor Maranatha, Mavis Noordwijk als vakgenoot en oud-dirigent van Troki (die Troki een ‘leerschool’ noemt voor Melie) en ook Carla Lamsberg als stille bewonderaar sinds de tijd dat Melie op radio Apintie meewerkte aan hoorspelen als Famiri Misma en Julia Boomsma als vakgenoot en vriendin. Verder typeert Christine van Russel-Henar als oud-werkgever de 15 jaar die Melie bij haar schoonmaakbedrijf de loonadministratie deed als ‘No nonsense’. Tenslotte zijn het de pleegkinderen Arnolda en Esly Leidsman en zoon Robbie Leerdam die aan het woord komen. Aan het eind wordt deze biografie een autobiografie, want nu komt Melie zelf aan het woord en iedereen die Melie kent, weet: ze heeft over alles een mening en laat merken hoeveel zorgen ze zich maakt over de vergrijzing binnen de koren. Achterin het boekje zit ook nog een toegift: een DVD!
Mevrouw Wielzen heeft waardevol werk verricht en als neerlandicus ook goed gelet op de taal en dat is een verademing. Ik heb maar één echt foutje gevonden: het is niet ´het´ maar ´de´ tournee. En zo hier en daar staan de tijden door elkaar. Maar haar kennis van ons binnenland, waar Melie heeft gewoond/gewerkt, moet een beetje worden bijgespijkerd: Kaaimanston is een Kwintidorp aan de Coppenamerivier; Wanhati ligt aan de Saramacca-, maar er is ook een Wanhati aan de Cotticarivier in Marowijne; Ganzee lag aan de Surinamerivier, maar verdronk in het stuwmeer in wat nu Brokopondo is. En Nyun Guyaba? Dat was misschien een droom van de EBGS…. Ook vraag ik me af, hoe Melie nou eigenlijk echt heet: Emeliene, zoals in de titel van het boekje, of Emelina, zoals dat op haar diploma’s, oorkondes en Ere-Orde van de Gele Ster staat. En dan nog een advies: als er een herdruk komt (omdat deze bespreking mensen hopelijk in groten getale naar de boekwinkels lokt), laat een technicus dan even kijken naar al die verkeerd afgebroken woorden.

Sh. D. Wielzen-Sumter: Emeliene Irma Leerdam. Een kleurrijk en welbesteed leven. 2015. Geen uitgever, geen ISBN-nummer

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter