blog | werkgroep caraïbische letteren

Alleen al aan zijn woorden herken je de vijand

Identiteitspolitiek sluit mensen op in slechts één aspect van hun identiteit, schrijft Jolande Withuis. Dat is ideologische blindheid, en helpt de strijd tegen rassendiscriminatie niet.

” En wie zich toch vrijmaakt wordt gestraft. Die is een ‘bounty’, een collaborateur. ” / foto Aart G. Broek

Wat ben ik blij dat er eindelijk een boek is verschenen dat de naargeestige identiteitspolitiek bekritiseert: Witte schuld van journaliste Elma Drayer. Toen ik het las, trof het me opnieuw hoe angstvallig Nederlandse wetenschappers er het zwijgen toe doen inzake de identiteitsideologie. 

Waar zijn de sociologen, antropologen, politicologen, historici en psychologen die uitleggen dat het begrip identiteit zoals gebruikt in de identiteitspolitiek een ideologische constructie is en niet berust op een empirische werkelijkheid? Die uitleggen dat er niet zoiets bestaat als één vaste, ahistorische totaalidentiteit die het complete leven van mensen bepaalt?

Elma Drayer (profielfoto Facebook / 2019)

[…] Het gaat inmiddels met het antiracisme zoals het enige decennia geleden is gegaan met het antifascisme: je kunt er met goed fatsoen niet meer bij horen.

[…] Identiteitspolitiek volgt de omgekeerde weg. Identiteitspolitiek is een nieuwe vorm van ideologische groepsdwang. Zoals communisten op grond van iemands zogenaamde ‘klassepositie’ meenden te weten wat die persoon voelde, dacht en wilde, zo spijkert identiteitspolitiek mensen vast op hun afkomst in plaats van ze te stimuleren zich daarvan los te maken.
Identiteitspolitiek gaat niet uit van zelfbestemming, maar van een gegeven identiteit. Mensen worden ongevraagd en desnoods tegen hun zin ondergebracht in een collectief. Wie blank is wordt geacht ‘wit’ te denken en te voelen, hetzelfde geldt voor wie zwart is of vrouw of man of homo. Het vermogen tot zelfstandig denken en handelen en de vrijheid je los te maken van een dergelijke indeling, worden ontkend. En wie zich toch vrijmaakt wordt gestraft. Die is een ‘bounty’, een collaborateur.

[…] Hirsi Ali is wel het schrijnendste voorbeeld van iemand die om haar weigering van een identiteit werd afgestraft. Als we toch in opdracht van minister Van Engelshoven een canon van de zwarte kanten van onze vaderlandse geschiedenis gaan schrijven, dan neem ik aan dat de Nederlandse omgang met deze om haar afvalligheid van de islam met de dood bedreigde vluchtelinge daarin een casus wordt. […] Voor Hirsi Ali’s uitdrijving uit Nederland schaam ik mij meer dan voor ons slavernijverleden waar ik immers helemaal niets aan kan doen.

Lees hier NRC (opinie), 6 september 2019; voor een bespreking zie Tzum, 30 augustus 2019; Ravage Webzine, 27 augustus 2019, de website DVLA, 10 september 2019; voor een interview met Drayer, zie de Volkskrant, 8 augustus 2019, de Kanttekening, 9 september 2019.

on 07.09.2019 at 17:24
Tags: / /

1 comment to “Alleen al aan zijn woorden herken je de vijand”

  • Ik schreef al dat degene die artikelen selecteert er als de kippen bij is om wanneer er iets negatiefs verschijnt over identiteit, kolonialisme, postkolonialsme etc. dit direct op te nemen bij de recente berichten. Positief getoonzette berichten over deze onderwerpen moeten meestal wachten en worden vaak voorzien van een cartoon, van de hand van Aart G. Broek, met normatief en afkeurend commentaar. Op vrijdag verschenen en zaterdag al op Caraïbisch Uitzicht

Your response at John Schuster

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter