blog | werkgroep caraïbische letteren

Alida Kock: Kinderverhalen moeten humor bevatten (2 en slot)

door Quito Nicolaas

Vorig jaar nog in september 2011 stond Alida Kock op het podium van het OBA, om tijdens de viering van het tweede lustrum van Simia Literario haar gedicht ‘Ta ken mi ta’ voor te dragen. Met enkele wiebelende bewegingen en handgebaren zet ze dan de eerste ritmische klanken in. Naast haar schrijverschap drijft ze een uitgeverij, La Kock Publishing geheten, die voornamelijk boeken in de creoolse talen als het Papiamento en Sranang tongo en in de Europese talen Nederlands, Frans, Spaans en Engels uitgeeft. Met haar uitgeverij wil ze met name beginnende schrijvers de kans bieden om hun kinder- en jeugdboeken uit te geven. Haar eerste jeugdroman zal over de problematiek van bolletjesslikker verhalen en getuigt van gevoel voor het sociaal realisme.

Voor je optredens kies je duidelijk voor de ritmische poëzie die je voordraagt. Wie zijn je voorbeelden die je steeds bewondert?
Ik heb altijd veel bewondering voor Elis Juliana gehad, niet alleen voor zijn ritmische poëzie maar ook voor zijn korte verhalen waar altijd een vleugje maatschappelijke kritiek in zit. Ik ben tijdens mijn studie Spaans verliefd geworden op het werk van Nicolas Guillén en niet alleen vanwege de kleur die hij de taal geeft maar ook omdat hij de zwarte man en vrouw een gezicht heeft gegeven. Ik ben ook dol op García Lorca maar ook op zoveel andere dichters zoals Maya Angelou, dubpoets o.a Linton Kwesi Johnson en om vlak bij huis te blijven een spoken word artist als Unom.

Is er eigenlijk een onderscheid te maken tussen dichters op de eilanden en die in Nederland en waar zit dit verschil in?
Moeilijke vraag. Ik kijk meestal niet waar het werk vandaan komt maar ik kijk of het me aanspreekt zij het door het taalgebruik, vorm of inhoud. Achteraf kom ik er wel achter waar de dichter in kwestie vandaan komt. Als een dichter een bepaalde kwaliteit heeft maakt het echt niet uit waar hij of zij woont.

Opvallend is dat je als Arubaanse auteur de voorkeur geeft aan de fonologische spelling. Waarom is dat?
Je weet ongetwijfeld dat ik als tolk/vertaler mijn boterham verdien. Er is hier in Nederland altijd een voorkeur geweest van opdrachtgevers om de fonologische spelling te hanteren. Ik denk dat het daardoor komt dat ik uit gewoonte de fonologische spelling hanteer omdat ik die goed ken. Ik heb enigszins moeite met de spelling die er op Aruba gehanteerd wordt omdat men o.a. gekozen heeft om geen accenten te gebruiken. Voor een toontaal als het Papiaments is dat voor mij niet begrijpelijk.

Je bent ook met een jeugdroman bezig. Kun je wat over de thema’s vertellen die hierin voorkomen? 
Ik ben een roman aan het schrijven over een onderwerp dat weinig aan de orde komt namelijk hoe het de kinderen vergaat van ouders die gedetineerd zijn. Een aantal jaren geleden was het dagelijks nieuws dat er bolletjesslikkers op Schiphol werden opgepakt. Ik weet dat ik vaak genoeg naar de gevangenis die toen ‘kamp Zeist’ werd genoemd, moest om te tolken voor gedetineerden. Daar zag ik vaak familieleden van de gedetineerden die op bezoek kwamen, onder hen heel veel kleine kinderen. Veel van deze kinderen werden door familieleden opgevangen maar andere kinderen gingen naar tehuizen of naar pleeggezinnen. Mijn boek gaat daarover, hoe de detentie van een alleenstaande moeder de ontwikkeling van met name haar dochter beïnvloed heeft.

Heb je nog andere schrijfprojecten voor de korte termijn?
Natuurlijk, ik zou heel graag een boek willen schrijven over mensen zoals mijn moeder die op jonge leeftijd uit de omliggende landen en eilanden naar Aruba zijn gekomen om te werken en er nog steeds wonen. Ik ben nog aan het uitzoeken of er middelen beschikbaar zijn om dit te kunnen realiseren. Tevens zou ik enkele korte verhalen voor kinderen, die ik reeds heb geschreven, graag willen uitgeven. De markt is echter niet zo goed op dit moment voor de verkoop van boeken dus ik denk dat ik even hiermee moet wachten.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter