Aletta Beaujon – De stervende krekel
Met onverholen hoogmoedswaanzin
worstelt er een krekel
door het grasveld naar mijn deur
de sprieten springen langs hem heen
waar eerst hij heel voorzichtig
zich een weg gebaand heeft
naar mijn huis
het trotse hoofd omhoog
de ogen dicht
en onvermoeid
een lamme krekel die niet springen kan
hij schuift gratieloos het paadje op
heeft hij mij al ontdekt
zeker wel
toch komt hij onbescheiden dichterbij
en strompelt door
tot aan mijn voeten
hij stroomt mee met de wind
hij is gestorven op het grasveld
voor mijn deur
[Uit: Aletta Beaujon, De schoonheid van blauw/ The Beauty of Blue; Verzamelde gedichten. Onder red. van Aart G. Broek en Klaas de Groot. Haarlem: In de Knipscheer, 2009, p. 266. Oorspr. verschenen in De Gids, 1968.]