Advertenties in de krant – Leren van geschiedenis 138
door Hilde Neus
Soms als je vandaag de dag de krant openslaat voel je je bekocht. Omdat verschillende pagina’s gevuld zijn met advertenties, of overlijdensberichten. Maar je koopt het dagelijkse journaal voor de nieuwtjes, niet voor die banen waar misschien een enkeling op gaat solliciteren. Grote internationale bedrijven of organisaties zijn verplicht vacatures voor werk in de dagbladen te zetten zodat de indruk wordt gewekt dat iedereen gelijke kansen heeft, want het is publiekelijk geadverteerd. Maar we weten allemaal dat dit poppenkast is, want vaak worden de baantjes ingevuld door mensen gelieerd aan regeringsfunctionarissen.
Advertenties vroeger
De Surinaamse krant is vanaf 1774 gepubliceerd. De eerste die hem drukte was Beeldsnijder Matroos. In later jaren was het een vrouw aan het hoofd van de drukkerij: Sara Johanna de Beer, ook bekend als Weduwe N. Vlier en Weduwe J. Tresfon jr. (1749-na 1811). Informatie over haar op: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Beer. Naast de krant, en later almanakken (vanaf 1793) drukte het bedrijf ook doop- en overlijdensberichten en manumissiebrieven. Maar ook allerlei briefpapier gerelateerd aan de schepen. In bijgaande afbeelding zien we een fragment van een krant uit 1785. Het overgrote deel van de krant (die meestal uit 4 pagina’s bestond en aanvankelijk op klein formaat uitkwam, was gevuld met berichten uit Europa. En ook Amerika. Daarnaast stonden op het achterblad advertenties, met aankondigingen van venduen. Dit waren openbare veilingen van roerende of onroerende goederen, die onder de hamer gingen. Meestal waren er verschillende kijkdagen, en kon het publiek de spullen bezichtigen. Vaak werden er veilingen gehouden als er iemand was overleden, maar ook wanneer iemand uit de kolonie vertrok. De venduemeester ontving een percentage, dat was dus een gewilde baan. Ook ging er belastinggeld over de verkochte goederen naar het gouvernement.
Schulden of niet?
Wanneer iemand was overleden maakten de executeuren van het testament dat bekend, en konden mensen die nog wat uit de boedel te vorderen hadden, zich melden bij degenen die de erfenis af zouden wikkelen: de weduwe en een aangewezen executeur; de heer Grootenaar. Maar ook als de persoon nog schulden aan de overledene moest betalen, werd die aangeschreven. Soms was dat een heel getouwtrek en kwam het Hof eraan te pas om betalingen te vorderen. Wanneer er veel schuldenaren waren, kon dat best ingewikkeld zijn.
Wanneer er geen testament was, dan hielden de weesmeesters deze afwikkelingen van een onbeheerde boedel (ab intestato) in de gaten. Ook wanneer men uit de kolonie afreisde naar Amsterdam, kon men dit aanmelden met een advertentie in de krant. Dit was zelfs verplicht om te voorkomen dat de vertrekkende passagier een berg schulden achterliet en zo anderen in Suriname kon benadelen. Daarom wist het gouvernement ook altijd wie het schip zou pakken. Slechts een enkele keer kon er iemand wegsluipen en clandestien vertrekken.
Allerlei goederen
Ook de Joden adverteerden in de krant, hoewel zij een eigen raad hadden die weesmeesters aanstelde om de onbeheerde boedels van Joodse mensen te controleren. In onderstaand geval ging het om de goederen van Rachel de Britto, weduwe van De Pinto, die een huis en erf op de hoek van de Keizer- en Domineestraat liet verkopen, naast diverse herenkleding, die in het huis werd aangetroffen. De voorwaarden voor de koop van het huis zouden enkele dagen van tevoren zijn in te zien bij het comptoir (kantoor) van de middagveiling. Zo wist men precies wat men kocht.
Verder zien we nog goud en zilveren voorwerpen vermeld, en sieraden van meneer Bedloo. Naast porseleinen servies, een kast, bureau en een ledikant met beddengoed. In zijn sterfhuis werden zelfs 6 kanonnen op hun wagens (affuiten) aangeboden. Jammer genoeg weten we niet hoe groot die waren, en of hij ze wel eens op objecten had gericht om af te schieten.
Het adverteren van mensen te koop
Het moge duidelijk zijn dat veel importeurs ook spullen, net aangekomen uit Amsterdam, adverteerden in de krant. Dat varieerde van boeken tot plantages, boter en kaas, soms zelfs worsten. Maar ook slaven werden zo aangeboden middels advertenties. Dit kon op vrij anonieme wijze geschieden, bijvoorbeeld als een eigenaar zijn schulden niet meer kon betalen en besloot te vertrekken. Het kwam ook voor dat vanwege uitputting van de grond er een aantal niet meer ingezet kon worden, en zij van de hand werden gedaan. Maar in verschillende advertenties zien we specifieke mannen of vrouwen te koop of te huur, die een ambacht uitoefenden, zoals timmeren, kuipen of metselen in het geval van mannen. En als het om vrouwen ging waren dat vooral naaisters, kokkinnen of wasvrouwen. Soms ging het om eenlingen, maar ook gezinnen werden verkocht als groep. Soms kennen we hun namen. Meestal ging dat bij opbod, dus degene die het meest voor hen wilde betalen, werd uiteindelijk de eigenaar.