blog | werkgroep caraïbische letteren

Ad de Kom, dubbel slachtoffer van het Nederlandse koloniale bewind

Op zondag 18 februari 2024 overleed op 97-jarige leeftijd Ad de Kom, de oudste zoon van Anton de Kom. Alice Boots herdenkt hem.

Ad de Kom met zijn dochter Els bij de overhandiging van het archief van Anton de Kom aan het Literatuurmuseum in Den Haag, 20 januari 2012. Foto © Michiel van Kempen

Als Ad de Kom door de steeg liep die naar onze voordeur leidde, keek hij altijd even om. De vijand kon immers overal zijn, dat had zijn diensttijd in Nederlands-Indië hem wel geleerd. De oudste zoon van Anton de Kom was niet alleen kind van een vader die als ‘oproerkraaier’ zonder proces in Suriname gevangen gezet was, hij was als 21-jarige ook gedwongen om in Nederlands-Indië te vechten tegen nationalistische vrijheidsstrijders. Soekarno had in 1945 de onafhankelijkheid van Indonesië uitgeroepen, maar Nederland wilde zijn winstgevende kolonie niet prijsgeven.  

De gevangenneming van Anton in Suriname (1933), zijn gedwongen uitzetting en zijn gedoodverfde imago van communistische oproerkraaier bepaalde de jeugd van Ad. Terug in Nederland kreeg Anton geen werk meer en leefde zijn gezin in diepe armoede. “We hebben nooit vers brood gegeten” vertelde Ad ons, “want vader ging na sluitingstijd bakkerijen af voor brood dat onverkocht, teruggebracht was.” De jonge Ad maakte ook mee dat Anton in 1944 werd gearresteerd door de Duitse bezetter. Anton had thuis gezwegen over wat hij buitenshuis deed. Ad probeerde de laatste dagen van zijn vader te reconstrueren, maar kreeg geen medewerking.

Terwijl het gezin van De Kom na de bevrijding wanhopig wachtte op een teken van leven van Anton, kreeg Ad in mei 1947 te horen dat hij als dienstplichtige naar Nederlands-Indië werd uitgezonden. “Mijn moeder heeft nog een brief naar het ministerie van Oorlog geschreven of ik in plaats van Indië naar Suriname mocht, maar dat werd geweigerd.” Ad werd in Oost-Java ingezet in de strijd tegen guerrilla’s. Hij maakte mee dat kameraden slachtoffer werden van door de guerrilla’s neergelegde trekbommen die onder hun voertuigen ontploften. Het tekende hem voor het leven. Zijn deelname aan de politionele acties, ook al was hij verplicht opgeroepen, drukte bovendien zwaar op zijn geweten. Zijn vader had zijn uitzending nooit goedgekeurd. “We gingen vechten tegen gekleurde mensen en dat hij volgens mij nooit geaccepteerd. Ik geloof vast dat hij als mijn botten had gebroken als ik in militaire dienst ging.” Zoals dat vaak gaat met trauma’s wist Ad ze onder controle te krijgen tot hij bejaard werd en het niet meer ging. Hij moest toen alsnog in therapie bij het Centrum ’45, gespecialiseerd in de behandeling van mensen met ernstige trauma’s, vaak opgelopen in het werk of tijdens een oorlog.

Ad, die een hoge leeftijd bereikte, maakte nog mee dat zijn vader in toenemende mate werd geëerd en was daar uiteraard verheugd over. Anders dan zijn zus Judith trad hij echter minder op de voorgrond en verdiepte hij zich minder in de achtergrond van zijn vader. Zijn leven werd toch het meest bepaald door de verschrikkingen die hij in Indonesië had meegemaakt, en tot op hoge leeftijd koesterde hij het contact met zijn mede-veteranen.

Moge Ad de rust krijgen die hij verdient.


Alice Boots schreef samen met Rob Woortman de biografie Anton de Kom, 1898-1945, 1945-2009, uitgegeven door Atlas Contact.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter