blog | werkgroep caraïbische letteren

Activistisch herschrijven van geschiedenis

De bundel The Future of the Dutch Colonial Past heeft slechts één doel: de Nederlanders zich te laten schamen voor het veroveren, exploiteren en besturen van hun overzeese koloniën.

door Piet Emmer

Om dat doel te bereiken bevat de bundel geen bijdrage die het kolonialisme in het algemeen behandelen. Dat zou de lezer immers duidelijk moeten maken dat veel landen in Europa eveneens een koloniaal verleden hebben en die constatering zou de unieke Nederlandse schuld wel eens kunnen relativeren. Want alle auteurs zijn de mening toegedaan dat ons land nooit had nooit moeten koloniseren. Dat de meeste zeevarende naties in Europa daar anders over dachten, blijft onvermeld, want de bijdragen in deze bundel gaan ervan uit dat de Nederlanders al in de zestiende en zeventiende eeuw onze hedendaagse normen en waarden hadden moeten toepassen. Dat Nederland daarin alleen had gestaan, wordt onder tafel gewerkt. Eigenlijk hadden de Nederlanders een soort superras moeten zijn met ideeën, die eeuwen vooruit liepen op die van andere volken.  
Niet alleen wordt zorgvuldig verzwegen dat het kolonialisme maar liefst vier eeuwen heeft bestaan, maar ook blijft onbesproken hoe dat mogelijk is geweest. Ook ongenoemd blijven de dramatische verbeteringen overzee van de gezondheidzorg, het onderwijs, de telegraaf, de tram- en spoorlijnen, en de onderdrukking van onderlinge raids en burgeroorlogen, waardoor er openbare orde en veiligheid ontstond, een voorwaarde voor om eindelijk aan de grote armoede en regelmatig voorkomende hongersnoden te ontsnappen.  

In hun ijver het kolonialisme zo zwart mogelijk voor te stellen komen een aantal bijdragen tot vreemde conclusies. Was -zoals de bundel beweert – het protest tegen zwarte Piet wel gericht tegen het kolonialisme of tegen de discriminatie van zwarten in het algemeen? Is de toeslagenaffaire het bewijs dat Nederland door en door racistisch is, of ontvangen immigranten relatief meer toeslagen dan anderen en kan dat een verklaring zijn waarom ze harder geraakt werden dan de Europese Nederlanders?  Geen van de bijdragen stelt die vraag, want dat zou de centrale these van deze bundel kunnen schaden.  
Het ligt voor de hand dat in zo’n antikoloniale bundel een aantal oude mythes opnieuw wordt opgewreven. Zo zouden de slaven, die de Nederlanders uit Afrika meenamen gekidnapt zijn en niet gekocht van Afrikaanse handelaren. Het blijft een raadsel hoe een halfzieke scheepsbemanning van 25 à 30 man dat voor elkaar kreeg. Evenmin wordt er melding gemaakt van het feit dat de Atlantische slavenhandel niet had kunnen bestaan zonder de omvangrijke interne Afrikaanse slavenhandel. Weer zou dat het schuldgevoel kunnen verminderen en dat past niet in deze bundel.

Er staan nog meer enormiteiten in dit boek. Zo zou Calvijn geporteerd zijn geweest voor een open zee, omdat dat de zending mogelijk zou maken. Dat Calvijn niet in zending, maar in de voorbestemming geloofde, ontgaat de auteur.

Ook blijken het kolonialisme en het kapitalisme twee kanten van één medaille te zijn. Daarbij heeft de bedenker zeker niet aan het prekapitalistische Rusland gedacht, dat in de achttiende eeuw de Krim koloniseerde of aan China, dat Mongolië inlijfde. Overigens was het kapitalistische land bij uitstek, de VS, sterk gekant tegen het kolonialisme, waar het zichzelf al in de achttiende eeuw aan ontworsteld had. In de tweede helft van de twintigste eeuw gingen de dekolonisatie en ongekende groei van de economie hand in hand. Ook dat wordt verzwegen.
Niet alleen de inhoud geeft aanleiding tot verwarring en vragen, dat geldt ook voor de vormgeving. Mijn exemplaar  begint met een appendix en in sommige bijdragen lopen de nummers van de pagina’s terug. De inleiding staat achterin, maar misschien is het überhaupt de bedoeling deze bundel van achter naar voren te lezen. Zowel de opzet als de inhoud maken duidelijk dat we hier niet te maken hebben met een wetenschappelijk verantwoorde collectie wetenschappelijke bijdragen, maar met een activistisch pamflet, ondanks het degelijk, gebonden uiterlijk en een universitaire pers als uitgever.


Pepijn Brandon et al., The Future of the Dutch Colonial Past; Curating Heritage, Art and Activism. Amsterdam: AUP, 2024. Euro 49,90
Eveneens verschenen op de website Wynia’s Week, 17 februari 2024.

De uitgave is gebaseerd op een symposium, zie de informatie hier op Caraïbisch Uitzicht.

Barbara Titus schreef een weerwoord op Emmers, zie haar blogspot, 22 februari 2024.

Karwan Fatah-Black schreef een repliek, opgenomen als bericht in LinkedIN, 20 februari 2024; hier in pdf.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter