blog | werkgroep caraïbische letteren

Aanzet tot debat over rol jenever en slavernij smaakt naar meer

In het verlengde van de expositie ‘Bittere Erfenis, Drank en Kolonialisme’ hield het Nationaal Jenevermuseum Schiedam op zondag 26 januari 2025 een symposium. Vanwege de vele aanmeldingen hiervoor was niet de Graanzolder het decor van de lezingen, maar de Lutherse Kerk aan de Lange Nieuwstraat. Met dit symposium beoogde het museum verder onderzoek naar dit onderwerp te stimuleren, een dialoog te starten en een nog redelijk onbelicht onderwerp over het voetlicht te brengen. Vier sprekers gaven tijdens dit symposium vanuit hun eigen invalshoek hun visie op het onderwerp.

Allereerst verwelkomde directeur Arij Groenewegen het publiek dat in groten getale naar deze verdiepingsslag van het Jenevermuseum was gekomen. Gespreksleidster Floor Margarita Cornelisse leidde het symposium vervolgens in goede banen. Vier experts gingen ieder ongeveer vijftien minuten in op het onderwerp ‘Bittere Erfenis, Drank en Kolonialisme’: dr. Michel Doormont, Ludwina van Elshuis, promovendus historicus Merel Blok en prof.dr. Alex van Stipriaan.

Afrika-deskundige Michel Doormont concentreerde zich op jenever in Ghana volgens drie thema’s: jenever als product, het gebruik ervan en als ruilmiddel. Jenever was een belangrijke product bij de inkoop van een tot slaaf gemaakte, net zoals wapens, textiel en ijzerwaren. Daarbij ging het bij jenever veelal niet om de kwaliteit ervan maar om de juiste verpakking. De jenever moest het predikaat Schiedam hebben. Volgens hem is er in Afrika door de kolonisatie een markt gecreëerd voor dit typisch Nederlands distillaat. Ook nu nog!

1778-1784 Maandelijkse balans betreffende granen, branderij/mouterij en handel op West-Indië. Collectie Gemeentearchief Schiedam. Foto Michiel van Kempen.

De Schiedamse Ludwina van Elshuis is van origine uit het Para-gebied in Suriname. Zij is expert op het gebied van de winti-cultuur. Zij gaf aan dat jenever altijd een deel van haar leven was, al was zij zich er niet altijd van bewust. En dan doelde zij niet op jenever als borrel maar als offerande voor de voorvaderen bij de kankantrie, de kapokboom. “Schiedam is meer verbonden met Suriname dan u denkt”, waarbij zij verwees naar haar voornaam Ludwina en naar de Lutherse kerk, waar het symposium plaatsvond, een voornaam kerkgenootschap in Suriname. Volgens Ludwina was het in de winti-cultuur gebruikelijk hun voorvaderen het beste te geven, zoals textiel, amandelmelk, blauwsel en jenever. “Het gaf de tot slaaf gemaakten houvast, kracht om iets te geven dat de slavenhouders zelf ook gebruikten.”

De derde spreker, Merel Blok, gaf aan dat zij meer vanuit haar vorige baan bij het gemeentearchief bij het onderwerp is betrokken. Haar eerste klus daar was om uit te zoeken of er een verband bestaat tussen jenever en slavernij. Uit onderzoek blijkt dat vijftien procent van de Zuid-Hollandse productie van jenever eind 1700 bestemd was voor de Nederlandse markt; 85 procent werd geëxporteerd. “Tot nu toe is het verband tussen jenever en slavernij nog niet kunnen maken. Maar daarbij is het bronmateriaal de uitdaging.” Volgens Merel Blok moeten we niet beginnen bij de handelsketen in Schiedam maar proberen andersom te redeneren. Beginnen bijvoorbeeld bij de West-Indische Compagnie of bij particuliere slavenhandelaren en in die archieven bronnen zoeken. Zij noemde daarbij een Rotterdamse drankenmakelaar van wie bekend was dat die een grote opkoper van jenever was op de Schiedamse beurs. Er was, zo stelde zij, een duidelijke voorkeur voor moutbrandewijn die niet in de provincie Zeeland werd geproduceerd. “Ik meen dat Schiedamse jenever als ruilmiddel in de slavenhandel werd gebruikt. Je kunt het verband niet ontkennen als je kijkt naar de handelsketen. Deze aanpak is het waard om nader onderzocht te worden. Kijk buiten de stadsgrenzen voor vervolgonderzoek”, was haar oproep.

Als expert van de Caraïbische geschiedenis hield Alex van Stipriaan tenslotte de lezing ‘Klare taal’. Hij gaf aan veel onderzoek te hebben verricht naar het verband Rotterdam-slavernij. Hij noemde vier belangrijke ruilmiddelen: textiel (50%), sterke drank (10%), ijzerwaren (7%) en wapens (28%). Daarbij ging het om gigantische hoeveelheden, volgens hem werd er in Suriname ‘heel erg veel gedronken door de Europeanen’. “De gebruiken van de kolonisator werden overgenomen door de tot slaaf gemaakten. Dat vind ik de kracht van de mensen die niet alleen slachtoffer waren maar ook gebruiken van de kolonisator zichzelf eigen maakten.”

Tenslotte was er onder leiding van Floor Margarita Cornelisse nog een moment van interactie tussen de sprekers en het publiek door middel van een vragenronde. Er waren niet zozeer vragen over het geboden programma als wel aanvullingen vanuit eigen onderzoek of waarneming van sommige aanwezigen. Zo werd de rol gemist in de slavernij van de Rotterdamse familie Hoboken en werd een vraag gesteld over Ghanazen die vanuit het KNIL naar Nederlands-Indië zijn gestuurd in de bersiap-periode. Verder werd gevraagd wat de waarde was van een fles jenever in die tijd. Alex van Stipriaan vergeleek de prijs van een fles van 1 gulden met het jaarloon van een arbeider, 150 gulden.

De emeritus-professor meende dat er geen plek is in Nederland die – als je diep genoeg graaft – niet te maken heeft met slavernij. “Er is nu een toenemende belangstelling voor slavernij. Laten we niet vergeten te bestuderen hoe slavernij in elkaar zat. Verdiep je in het verhaal van je buurvrouw of buurman die uit Ghana of uit Suriname komt. Want daar ligt het werkelijke verhaal.”

Na ruim twee uur gaf het publiek in de bomvolle kerk een lang applaus als dank voor het geboden programma. Tevens werd door de vier experts benadrukt dat er nader onderzoek zou moeten worden gedaan naar slavernij en daarbij zeker ook de nazaten van tot slaaf gemaakten te betrekken. Daarnaast moet het vervolgonderzoek ook inzoomen op Azië. Het Aziatische plaatje van slavernij zou nog complexer zijn dan de Transatlantische route. Deze aanzet van het Nationaal Jenevermuseum Schiedam voor een eerste discussie over jenever en slavernij bleek een succes gezien de opkomst en de waarderende reacties na afloop. Het smaakt zeker naar meer.  

[Overgenomen van de site van het Jenevermuseum, Schiedam]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter