blog | werkgroep caraïbische letteren

Aannames slavernijverleden in familiekroniek ontkracht: ‘Wij zijn geen zielig volk’

“Er is geen enkele reden tot schaamte voor ons verleden. Onze voorouders hebben hard gewerkt om te komen waar we nu zijn”, zegt de 74-jarige Roline Redmond. Praten over het slavernijverleden is voor sommige families nog altijd pijnlijk. Toch lukte het haar. Zij deed tien jaar onderzoek naar haar tot slaaf gemaakte voorouders en de familiegeschiedenis en legde die vast in de familiekroniek ‘De Doorsons. Op zoek naar een Afro-Amerikaanse slavenfamilie in het Caribisch Gebied’.

Tekst en beeld Audry Wajwakana

Het boek, dat in 2021 uitkwam in Nederland, won vorig jaar de Brusseprijs voor het beste journalistieke boek. Zelf zou Redmond nooit op het idee zijn gekomen om haar familiegeschiedenis op te tekenen. De opdracht kreeg ze van haar moeder Annette Josephine Wilson. “Ik moest van haar, behalve de familiegeschiedenis onderzoeken, ook een banya houden. Ik had zoiets van, wat is dat (banya, … red.), mama?” vertelt de auteur.

“Ik ken geen volk dat zo hard gewerkt heeft als wij creolen”

Hoewel ze er wel over begon na te denken en zich tegen het idee verzette, realiseerde ze zich dat ze al als kind eigenlijk hierop werd voorbereid. In haar jeugd in Suriname was ze zelfs een boodschapper van de familie. Op haar fiets trok ze van het ene familielid naar het andere om boodschappen te brengen. “Dan hoorde ik dingen die soms niet voor mijn oren waren bestemd”, zegt ze.  Dankzij die kennis heeft ze een deel van het boek kunnen schrijven.

Redmond is aan de Wagenwegstraat, vlak achter de Fred Stählinschool geboren en opgegroeid. “Als kind heb ik altijd interesse gehad in de etnische groepen in Suriname, een vrij uniek land waarvan veel mensen zich niet realiseren, dat ze saamhorig met elkaar leven”, zegt ze tegen de Ware Tijd.

Het is daarom dat ze eindjaren zestig naar Nederland vertrok om cultureel antropologie en Spaans te studeren. Ze is gepromoveerd onderzoeker geweest en heeft een eigen onderzoeksbureau gehad. Redmond heeft onderzoeken gedaan over sociale en maatschappelijke onderwerpen, rapporten geschreven en haar bureau organiseerde conferenties, die zij dan presenteerde. “Dat was mijn broodwinning.”

Familie als inspiratiebron

Net voordat haar moeder op latere leeftijd begon te dementeren, kreeg Redmond de twee opdrachten. “Ik was toen al bezig af te bouwen met mijn werk, maar toen ze mij dat vroeg ben ik twee jaar eerder gestopt met werken. Het was een zwaar project, want er waren familieleden die niet wilden praten.”

De periode van slavernij en die na de afschaffing, waren geen leuke tijden voor de familie om terug te blikken. “We waren arm, maar één van de dingen die ik aan het einde van dit project heb geleerd is dat wij (afro’s, … red.) geen enkele reden hebben om ons te schamen. Ik ken geen volk dat zo hard heeft gewerkt als wij creolen”, benadrukt Redmond.

In ‘De Doorsons’ neemt ze de lezer mee op een zoektocht langs nakomelingen en archieven in Suriname en Nederland. Ze beschrijft de wortels en historie van haar familie via de moederlijn. Haar voormoeders vormden een belangrijke inspiratiebron voor haar onderzoek. Overgrootmoeder Constantia Augustina Doorson (1863-1925) verkocht vis op de markt en woonde op een modderig erf in Paramaribo. Haar dochter Pauline Magdalena Wijks (1894-1983) was wasvrouw en haar kleindochter Annette Josephine Wilson (1924-2013), de moeder van Redmond, werkte als naaister.

Redmond komt erachter dat de haar familie uit Coronie komt. In een doopregister van de rooms-katholieke priesters van het Bisdom Utrecht vond ze betovergrootmoeder Molly Maria Doorson, die in slavernij was geboren op de plantage Sarah. En hoewel tot slaaf gemaakten geen achternamen kregen en als handelswaar werden beschouwd, kreeg haar betovergrootmoeder door de doop de naam ‘Doorson’.

Slaaf gemaakten uit Coronie en Nickerie werden toen gehaald uit het Caribisch Gebied, Engelse koloniën als Barbados, Berbice, Demerara en Essequibo. Schotten en Engelsen die plantages in deze twee gebieden hadden aangelegd, hadden volgens het onderzoek van Redmond geen bemoeienis met Paramaribo. Na de afschaffing van de slavernij trok een deel van de Doorson-familie naar Paramaribo, op zoek naar een beter bestaan.

Adinkra-symbool

De schrijfster ervoer het onderzoek als “heel zwaar en moeilijk”. “Soms werd ik ook verdrietig. Er was een jaar dat ik niet kon schrijven, omdat familieleden die ik interviewde achter elkaar doodgingen. Ze waren al heel oud.”

Achteraf is ze blij dat ze de opdrachten van haar moeder heeft kunnen uitvoeren. “Ik heb zaken ontdekt die heel bijzonder zijn en waar je als nazaat wel trots op wordt. Trots op hun werkkracht, opofferingsgezindheid om kinderen naar school te sturen. Mijn oma stond al om drie uur ’s ochtends op om de was te doen, omdat het dan nog koel was. Dat doet geen enkele witte Nederlander haar na.”

Tijdens het onderzoek vond ze ook de nazaten van de plantagehouders die haar voorouders als slaven hielden. Toen ze die familie confronteerde met het verleden van hun voorouders, konden ze dat niet geloven en werd het ontkend. Het is hun altijd voorgehouden dat hun voorouders grootgrondbezitters waren, wat ook zo in de archieven is opgetekend. “Maar het houden van slaven is dus niet in de geschiedenisboeken opgenomen. Ik moest de mensen dus echt overtuigen. En zo zijn er veel dingen die ons zijn aangepraat, die ons nog steeds belasten. Dingen als ‘je hebt weinig opleiding’, ‘je praat de taal niet goed’, ‘het houden van een banya is afgoderij’. Als je in 1863 of 1873 wordt losgelaten zonder een cent en opleiding, hoe moet je dan verder? Wees gewoon realistisch. Onze voorouders waren bezig te overleven en ik sta op de schouders van mijn moeder, grootmoeder, overgrootmoeder, allemaal mensen die keihard hebben gewerkt”, klinkt Redmond trots.

Voor de bewustwording van het slavernijverleden aan witte Nederlanders gebruikt ze het Afrikaanse adinkra-symbool dat staat voor saamhorigheid. Deze soort symbolen worden in West-Afrika als taal gebruikt. Het ‘type’ waarvoor Redmond koos werd door koningen gebruikt. “Als een koning ergens naar toe wilde gaan dan stuurde hij een ambassadeur met dit teken. De boodschap was: ‘we komen niet om oorlog te voeren, maar om mensen te verbinden’”, legt Redmond het adinkra-symbool uit, dat ze als het familiewapen heeft gekozen.

Het Adinkra-symbool gebruikt Roline Redmond als familie-embleem om het slavernijverleden te vertellen.

Mensen opvangen

Bij de uitreiking van de Brusseprijs, waar Redmond ook aanwezig was, had ze niet verwacht dat ze zou winnen. “Ik heb heel lang gedacht dat het een grapje was om mij te pakken. Zo zie je de mindset toch? Ik heb geen vertrouwen in die mensen”, zegt ze.

De auteur ging de criteria van de wedstrijd na en wie Brusse was. “Het bleek dat het ging om een man die opkwam voor zwakkeren in de samenleving. Hij ging er zelfs op uit om geld voor hen te zoeken. Van kleins af heb ik mensen geholpen. Ik ben een fondsenwerver. Mijn moeder en grootmoeder vingen kinderen op. Die lijn, het opvangen van mensen, ligt in onze familie.”

De schrijfster besefte dat als ze het onderzoek niet had gedaan ze hierachter niet zou zijn gekomen. “Mensen moeten daarom gaan onderzoeken, want je vindt alleen maar goede dingen. Pas toen dacht ik van ‘ai, ze hebben mij terecht de prijs gegeven’ vanwege het boek en niet voor de show.”

“Mijn oma stond al om drie uur ’s ochtends op om de was te doen, omdat het dan nog koel was. Dat doet geen enkele witte Nederlander haar na”

In de bibliotheek van de Anton de Kom Universiteit van Suriname presenteerde Redmond het boek, gevolgd door een erg druk verkoopmoment, wat haar bijzonder verraste. Ze had slechts een twintigtal boeken meegenomen, ervan uitgaande dat Suriname geen leescultuur heeft. “Ook al lezen mensen niet, koop het boek voor je kinderen en kleinkinderen. Het is een boek waarin een familiegeschiedenis is beschreven dat wij geen zielig volk zijn. We zijn juist sterk, doordat we een bond vormen en elkaar helpen. Dat zijn gouden kwaliteiten die wij hebben.”

In 2024 komt ze met nog drie publicaties: een portrettenboek van een serie van familieleden, een novelle over Paranam waar ze deels is opgegroeid en een dichtbundel over hoe kinderen Covid-19 hebben ervaren. Ze zal de dichtbundel zelf illustreren.

[uit de Ware Tijd, 16 december 2023]


Op vrijdag 23 februari 2024 is Roline Redmond te gast in het college Caraïbische Letteren aan de Universiteit van Amsterdam.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter