blog | werkgroep caraïbische letteren

Aanbieding Vogelvlucht van Giselle Ecury

Op vrijdag 26 november werd in het Curaçaohuis in Den Haag, ter afsluiting van een door de Vereniging Antilliaans Netwerk georganiseerde avond over o.a. de plannen van de nieuwe regering van Curaçao, het eerste exemplaar van de dichtbundel Vogelvlucht door de dichteres Giselle Ecury overhandgd aan de Gevolmachtigde Minister van het land Curaçao, de heer Osepa, en aan Roos Leerdam-Bulo, vicevoorzitter van Vereniging Antilliaans Netwerk . Het omslag van de bundel wordt gesierd door het schilderij The Birds van Edgar Cairo uit 1990.Hieronder volgt de tekst die Giselle Ecury bij deze gelegenheid uitsprak.

Zeer geachte aanwezigen – en in het bijzonder richt ik me dan tot Zijne Excellentie de Gevolmachtigde Minister van Curaçao, de heer Osepa, en Zijne Excellentie de Gevolmachtigde Minister van Aruba en zijn echtgenote, de heer en mevrouw Abath – wij hebben elkaar vandaag al eerder gezien – ik ben op deze dag gewoon een beetje aan het island hoppen. Graag richt ik me eveneens tot de leden van het Bestuur van de Vereniging Antilliaans Netwerk en tot de heer Franc Knipscheer, uitgever van vele boeken die geschreven zijn door mensen, afkomstig uit het Caribisch Gebied, onder wie ik me mag scharen.

Het is voor mij dan ook echt een eer en een groot genoegen, dat ik hier vandaag mag staan. Ik hecht er waarde aan dat ik mij op grond van mijn komaf mag bevinden in uw aller gezelschap, vanavond hier, op een geliefd stukje grondgebied van dushi Kòrsou – het Curaçaohuis.
Ik wil iedereen van het Curaçaohuis dan ook hartelijk bedanken voor de gastvrijheid, die we hier met regelmaat mogen genieten.

Ik dank het bestuur van de Vereniging Antilliaans Netwerk, dat ik de gelegenheid kreeg om vanavond in uw bijzijn mijn laatst uitgekomen boek te mogen overhandigen aan onze gastheer, Zijne Excellentie de heer Osepa. Na de roman Glas in lood is dat een dichtbundel: Vogelvlucht. Zojuist heb ik geboeid naar uw voordracht geluisterd en ik dacht steeds: Meneer Osepa, u schrijft geschiedenis. Ik schrijf ook, maar… het zijn slechts gedichten en zelfverzonnen geschiedenissen.

Zo bevat Vogelvlucht poëzie, die misschien niet direct gerelateerd is aan het Caribisch Gebied, aan mijn geboorteland Aruba, aan de geboortegrond van mijn grootmoeder, Ana Ernst, die daar, op haar geboorte-eiland Curaçao het leven schonk aan mijn vader.
Misschien is het leuk u daarover nog iets te vertellen. Het is dankzij mijn legendarische tante, Nydia Ecury, bij wie ik sinds 1987 zo’n beetje elk jaar logeerde, dat ik in dat geboortehuis van mijn vader gestaan heb. Zij nam me een keer mee naar Otrabanda, waar de boel volop gerestaureerd werd. Ze maakte grapjes met de werklui en kreeg het voor elkaar, dat wij zonder helm over hopen cement mochten springen en losliggende stenen om terecht te komen in het voormalige woonhuis van de familie, waar mijn grootmoeder was opgevoed. Dat werd het geboortehuis van haar oudste kind, mijn vader, in november 1911. Het is het hoofdgebouw geworden van wat nu het Slavernij Museum is. Hij heeft daar maar heel even gewoond, want mijn oma nam hem vrijwel direct mee terug naar Aruba. Toevallig is het huis, waar hij vervolgens zijn jeugd heeft doorgebracht, ook een museum geworden, het Archeologisch Museum aan de Schelpstraat op Aruba.

Terug naar Vogelvlucht. De kritische lezer zal er toch uit kunnen halen, dat die relatie met dit mooie eilandengebied er wel degelijk is. In mijn poëzie vind je altijd de elementen terug die juist voor ons herkenbaar zijn: wind, zon, wolkenluchten, water en de zee. Ook de liefde in vele facetten komt aan bod, het rouwen om de dood van dierbaren, boosheid, heimwee en teleurstelling. Het verbindt ons, wereldburgers, met wie ik mij ook verankerd weet. Het maakt Vogelvlucht universeel, zoals de vlucht van vogels waar ook ter wereld nu eenmaal altijd is.

waarom vogel vlucht?
misschien voor jou – voor mij
gedragen op dons door de wind

wacht

ik laat je vrij
tot ik je weer vind
ver, ver weg in de lucht
jij en ik samen wij
vogels, ja toch op de vlucht!

Het boek is opgedragen aan iedereen met wie ik vloog en vlieg, voor wie ik vlucht of niet – juist niet! Ik vraag de heer Osepa nu naar voren te komen, want op dit moment bent u het, met wie ik vliegen mag en voor wie ik niet vlucht.

Graag lees ik u een van mijn zee-gedichten voor. Den Haag ligt aan de kust, maar ook mijn woonplaats, Schoorl. Ik mag graag uitkijken over het water, dat – hoe dan ook – mijn huidige vaderland verbindt met mijn geboortegrond.

dag zee
dag zee in al je facetten
rollend over het strand
schuimend je water
schuivend het zand
en drifthout, verweekt en verbleekt

zout – in kristallen – reflecteert:
diamant
je kietelt de kust,
kruipt op haar schoot
onder luchten van lood
schept schelpen gekarteld als kant

wind speelt het spel mee
duikelt van het duin
botst met jou, zee
je smeekt, streelt en struikelt,
likt gulzig het land

dag zee, soms onbehouwen
soms niet te vertrouwen
behalve
als het avondlicht brandt
dan dompel je altijd vlak voor het donker
de zon vlammend onder
dan neem je de dag in je hand

Met veel plezier zou ik nu nog iemand naar voren willen roepen – een stille kracht, onopvallend, iemand die hard werkt achter de schermen van een Vereniging die wij allen een warm hart toedragen, onze Vereniging Antilliaans Netwerk.
Ik zou graag als dank voor het feit, dat alles voor ons, de gewone leden, altijd loopt als een geoliede machine mevrouw Roos Leerdam eveneens een exemplaar willen overhandigen. Lieve Roos, heel veel dank voor je tomeloze inzet voor ons allen.

[De officiële presentatie van Vogelvlucht zal plaatsvinden in het Arubahuis in januari 2011.].

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter