blog | werkgroep caraïbische letteren

Weer ophef voor nationale slavernijherdenking, lokaal geen ‘djoegoe djoegoe’

door Afran Groenewoud

Dit jaar is er opnieuw ophef in de aanloop naar de Nationale Herdenking van het slavernijverleden. Maar er zijn ook tientallen lokale herdenkingen die al jaren wél harmonieus verlopen, blijkt uit een rondgang van NU.nl.

Keti koti in het Oosterpark, Amsterdam, 1 juli 2012. Foto © Michiel van Kempen.

Na ophef rond de uitnodiging voor Kamervoorzitter Martin Bosma zal de Tweede Kamer voor het eerst in ruim twintig jaar geen krans leggen tijdens de nationale plechtigheid. Maar djoegoe djoegoe – in Suriname de term voor ‘onrust’ of ‘gedoe’ – rond de nationale slavernijherdenking is niet uniek.

Ook in 2023 verliep de aanloop niet zonder onrust. Meerdere bronnen melden aan NU.nl dat vorig jaar enkele critici in de aanloop naar de veelgeprezen toespraak van koning Willem-Alexander vonden dat het staatshoofd vanwege zijn familiegeschiedenis niets te zoeken had bij de nationale herdenking van het slavernijverleden.

Wat ruim twintig jaar eerder de feestelijke onthulling moest worden van het Nationaal Monument Slavernijverleden in het Amsterdamse Oosterpark, liep uit op een soms gewelddadige teleurstelling. Politie te paard moest op 1 juli 2002 een woedende menigte van vooral nazaten van tot slaaf gemaakte mensen uiteen jagen. Deze burgers mochten niet bij de onthulling zijn omdat de beveiliging van toenmalig koningin Beatrix belangrijker werd gevonden.

Drie jaar later was er opnieuw djoegoe djoegoe. Toenmalig minister Rita Verdonk (Integratie en Vreemdelingenzaken) werd in 2005 tijdens haar speech bij het monument compleet overschreeuwd door een lawaaidemonstratie van tegenstanders van haar immigratie- en emancipatiebeleid. En in 2014 overkwam toenmalig vicepremier Lodewijk Asscher hetzelfde omdat demonstranten vonden dat excuses voor het slavernijverleden te lang op zich lieten wachten.

Vertrekkende ministers voorzien ‘tegenwind’ door nieuwe kabinet

Het demissionaire kabinet-Rutte IV erkende eind 2022 de doorwerking van het Nederlandse slavernijverleden in het heden en startte een actieprogramma om daar iets aan te doen. Tien kabinetsleden zullen maandag aanwezig zijn bij de nationale herdenking. “Om een punt te maken”, bevestigt een woordvoerder desgevraagd aan NU.nl.

Morgen treedt een zeer rechts kabinet aan. De PVV, de grootste coalitiepartij, wil de eind 2022 aangeboden excuses voor het slavernijverleden namens de Staat het liefst intrekken. Vertrekkende bewindslieden die zich hebben bemoeid met het dossier slavernijverleden voorzien “tegenwind” na de komst van het nieuwe kabinet.

Keti Koti in het Oosterpark, Amsterdam, 1 juli 2012. Foto © Michiel van Kempen.

Daar staat weer tegenover dat de Staat inmiddels een Herdenkingscomité Slavernijverleden heeft ingesteld, mét meerjarige financiering. Ook een Nationaal Slavernijmuseum is zeker, al helemaal nadat de gemeente Amsterdam en het Rijk daar een half jaar na de verkiezingswinst van de PVV extra geld voor op tafel legden. Meerdere betrokken (top)ambtenaren zeggen tegen NU.nl dat het wel heel gek moet lopen wil dat regeringsbeleid weer terug worden gedraaid.

Utrecht en Zeeland: ‘Aanloop herdenking al jaren harmonieus’

De erkenning van het slavernijverleden lijkt lokaal sowieso vaste voet aan de grond te hebben. Volgens Keti Koti Utrecht verloopt de jaarlijkse herdenking van het slavernijverleden in die stad al jaren harmonieus. Sinds 2023 is de burgemeester daarbij aanwezig en de wethouder geeft sinds 2019 een toespraak.

Het is volgens de organisatie ieder jaar een “uitdaging” om alle betrokkenen tevreden te stellen, maar steeds zou dat zonder veel djoegoe djoegoe lukken. “Als naamgeving gebruiken we naast het Surinaamse Ketikoti steeds vaker Kadena Kibrá, Papiaments voor ‘ketenen gebroken'”, geeft de woordvoerder een voorbeeld van succesvol Utrechts polderen.

Een Vlissings slavernijmonument werd vorig jaar beklad met racistische leuzen. Maar de aanloop naar de jaarlijkse gezamenlijke Zeeuwse slavernijherdenking verloopt ieder jaar in goede sfeer, zegt voorzitter Angélique Duijndam namens het organiserende Ketikoti Zeeland.

“De burgemeesters van Vlissingen, Middelburg en Veere zijn ieder jaar aanwezig en houden afwisselend de jaarlijkse toespraak”, licht Duijndam toe. “In tegenstelling tot Bosma zijn zij en andere Zeeuwse bestuurders wél bereid om zich te verdiepen in ons slavernijverleden.”

Slavernijinstituut ziet tientallen positieve voorbeelden

Ook het NiNsee, organisator van de Nationale Herdenking, zegt vooral positieve verhalen te horen vanuit lokale slavernijherdenkingen. Negentien lokale herdenkingscomités werken inmiddels samen met het slavernijinstituut. Nog zes andere hebben zich volgens NiNsee hiervoor aangemeld.

Keti Koti in het Oosterpark, Amsterdam, 1 juli 2012. Foto © Michiel van Kempen.

NiNsee-voorzitter Linda Nooitmeer zegt dat er bovendien nog veel meer jaarlijkse lokale herdenkingen zijn. NU.nl trof inderdaad evenementen aan in onder meer Heerlen, Helmond en Harderwijk. Voor sommige steden is dit de eerste keer dat ze stilstaan bij het Nederlandse slavernijverleden.

Bij Nooitmeer overheerst dan ook vertrouwen in de toekomst. “De erkenning van het slavernijverleden is steeds zichtbaarder binnen de Nederlandse samenleving. Wat er politiek gezien ook gebeurt: dit is onomkeerbaar.”

[Tekst van nu.nl, 1 juli 2024]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter