blog | werkgroep caraïbische letteren

De Warrapperkreek – Leren van geschiedenis 116

door Hilde Neus

Aanleg en onderhoud van waterwegen is een gecompliceerde en kostbare zaak. Nu is daar het ministerie van Openbare Werken mee belast. Vroeger waren daartoe de heemraden aangesteld door de Raden van het Hof, voorgezeten door de gouverneur. Ze ontvingen voor hun werk een gepaste vergoeding. Hun taak was erop toe te zien dat de kreken en kanalen schoongemaakt werden en zo bevaarbaar bleven. Op de plantages zelf was de eigenaar verantwoordelijk voor de waterhuidhouding. Maar openbare waterwegen waren van essentieel belang voor het vervoer van de plantageproducten naar de Waag in de stad. Hier werd de suiker, koffie, cacao of katoen gewogen, zodat geregistreerd werd wie wat exporteerde. En hoeveel belasting daarover dus moest worden betaald. Onderhoud was daarom een zaak voor de overheid.  

Drukwerkje met instructies ter verdediging van de Kolonie, 1777

Aanleg en onderhoud  

In februari 1764 vond er discussie plaats met geïnteresseerden om vanuit de Warappakreek tot betere lozing te komen door een ‘vaart’ aan te leggen. Deze zou worden gegraven tot aan de oceaan. Vroeger was dit een afstand van 9.5 kilometer, maar door de afslag is dit inmiddels korter geworden. Aanwezig op de vergadering waren de heren Paul Wentworth, André, (ook vertegenwoordiger van Johannes Kleijn), Mevrouw A. M. Godefroij en Doctor van Wierd, Jan Spaan, C.A. Kurk, I. Limes en meneer Wittchouw. Absent was I.D. Schrotter. Limes was een grote planter en eigenaar van Limeshoop. Naar hem is de Limesgracht genoemd. Als heemraden van Matapica en bijbehorende kreken vergaderden de heren De Beauveser en Van Steenberch ten huize van de laatstgenoemde. Daar hebben ze gedebatteerd over de ‘notoire noodsakelijkheid der verbeeteringe en facilitering’ van de vaart en de lozing, zowel in de natuurlijke Warrapperkreek als in het kanaal.

Het leveren van delvers

Ze hebben gezamenlijk afgesproken dat Wentworth en Spaan ieder vijf slaven zouden leveren, en de anderen ieder 1 slaaf per honderd akkers die zij bezitten. Deze zouden de doorsnijding, afsnijding en weg- en opruiming van bochten en hoeken en alle vuiligheden in het kanaal ter hand nemen. En van de natuurlijke kreek. Wanneer dat was gedaan zouden de betrokkenen (behalve Spaan die zijn negers dan weer terugneemt), elk een slaaf per honderd akkers leveren. Wentworth gaf aan dat hij al twee van zijn negers had ingezet ter verdieping en ter verbreding van zijn eigen gedeelte van het gedolven kanaal, tot boven aan de scheidslijn van zijn land met dat van de dokter. Hij had ze daar tewerkgesteld. Wentworth wilde ontslagen worden van zijn andere verplichtingen met betrekking van het leveren van delvers.

De heemraden overlegden zodat eventueel iemand anders in de plaats zou kunnen komen, als een douceur voor die persoon (een voorkeursbehandeling, hoewel dat hier een beetje vreemd lijkt.) Mochten de betrokken planters zich niet met de commissie voor het Warappagebied willen bemoeien, zou de heemraad op kosten van de planters een persoon in dienst moeten nemen en opleiden zodat hij die taak kon overzien. Het Hof vroeg aan de heemraad of zij hen constant op de hoogte wilde houden van de ontwikkelingen.

Fragment over de Warrapperkreek uit het Generaal-Reglement 1777

Verdediging

In 1777 bracht gouverneur Nepveu een boekje uit met daarin de algemene regels met betrekking tot de verdediging van de kolonie. Het was bedoeld voor burgerofficieren en onderofficieren, maar ook voor planters, ingezetenen van de kolonie, directeuren en andere bediendes – zoals blankofficieren van plantages. In dit drukwerkje stond beschreven hoe zij moesten handelen in geval van alarm. Dit werd geslagen bij aanvallen van buitenlandse vijanden, maar ook van de weggelopen slaven, de Marrons. En ook in geval van brand. Het werkje was gedrukt in Paramaribo, bij Nicolaas Vlier. Het werd wijd verspreid onder de inwoners van Suriname, zodat iedereen op de hoogte was van de reglementen.

Voor alle districten werden specifieke instructies gegeven aan de relevante betrokkenen. Zo is hierboven een fragment weergegeven hoe te handelen in de Warrapper-Creecq: in geval van alarm in de beneden-Cottica tussen de plantages Rust en Werk en Matapica, zullen de plantages rechts en links voor aan in Mattappica tot aan de Warrapperkreek en alle verdere plantages ieder een blanke en twee schutternegers sturen, gewapend en naar behoren voorzien, om in het kanaal te patrouilleren.

In 1804 was dit niet afdoende, toen voeren Engelse schepen onder commando van kapitein Maitland door het Warappakanaal om zo via Nieuw Amsterdam de kolonie van binnenuit ongezien over te kunnen nemen. Dit resulteerde in het Engels tussenbestuur.

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter