blog | werkgroep caraïbische letteren

Johan Derksen is niet hypocriet maar wel een lul

Johan Derksen als Groot Schrijver

door Marc van Oostendorp

Ik heb net Sander Bax’ interessante literatuurgeschiedenis Schrijversmythen gelezen waarin hij onder andere uiteenzet hoe het beeld van de Grote Schrijver die geheel en al autonome literatuur bedrijft – literatuur die op zichzelf staat, een ding is, en waarbij de Grote Schrijver alleen verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het gebodene, niet voor de inhoud ervan. Zodat ik me nu afvraag of Johan Derksen een Groot Schrijver is.

 Johan Derksen (Foto Jasper Joosten, publiek domein, wikiportret.nl)

Eerder deze week verscheen de voormalig hoofdredacteur van Voetbal International op de tv om zijn mening te geven over het feit dat de overheid ettelijke miljoenen gaat besteden aan het onderwijs in het Fries. Derksen was het hier niet mee eens, en het Friese Kamerlid Habtamu de Hoop (geboren in Ethiopië, maar na adoptie opgegroeid in Friesland) geen ‘echte Fries’ is. “Hij is toch geen Fries, kom op zeg. Ik ben toch ook geen Surinamer?”

Waarom Surinamers erbij gehaald, waarmee De Hoop niets te maken heeft? Waarom een Kamerlid het recht van spreken ontzeggen over Nederlandse politiek vanwege het blote feit dat hij hier niet geboren is? Mensen op een hoop gooien vanwege huidskleur is racisme. Mensen het recht ontzeggen zich met de politiek te bemoeien omdat ze ergens anders geboren zijn is racisme.

Verantwoording

Habtamu de Hoop zei in commentaar dat die uitspraak van Derksen racistisch was, en daar lijkt me geen speld tussen te krijgen. Iemand heeft geen recht van spreken omdat hij de verkeerde huidskleur heeft om iets te mogen zeggen over, in dit geval, het Fries. Maar Derksen weigerde de avond erna zijn excuses aan te bieden:

Ik zou een hypocriete lul zijn als ik hier excuses aan ga bieden. Want het was niet racistisch bedoeld. Het was gewoon een opmerking.

Het was weliswaar een racistische opmerking, maar deze was volgens Derksen niet ‘racistisch bedoeld’. Het was als het ware een autonoom kunstwerk, ‘gewoon een opmerking’, waarvoor Derksen, met zijn roomblanke ziel bepaald geen Surinamer (haha), geen verantwoording hoefde te nemen.

Dat andere

Tegelijkertijd kun je in Derksens uitspraak iets terughoren wat letterkundigen ‘intentional fallacy’ noemen, het misverstand je voor de betekenis van een uiting (een roman, een gedicht, gewoon een opmerking tijdens een talks how) moet weten wat de schrijver bedoeld heeft. Dat is een vergissing, een fallacy, omdat we dat natuurlijk nooit kunnen weten. Het betekent bovendien dat het verweer tegen iedere vorm van taalgebruik altijd heel gemakkelijk is: zo heb ik het niet bedoeld.

“Ik sla je voor je bek!” Maar dat heb ik natuurlijk niet zo bedoeld.

Tegelijkertijd zegt Derksen dus ook dat hij ‘een hypocriete lul’ zou zijn als hij iets zou zeggen dat hij niet meent. Dat het omgekeerde dan ook zou moeten gelden voor de racistische opmerking die hij kennelijk ook niet meent, komt niet in hem op. Kennelijk vindt hij dat hij wel racistische dingen mag zeggen als hij die niet zo bedoeld heeft, maar geen excuses mag aanbieden die hij niet zo bedoelt. Hij is een Groot Schrijver van het racisme en niet van de beleefdheid.

Laat ik dan ook eens iets zeggen waarvoor ik mijn excuses niet kan aanbieden: dat Derksen dan misschien niet hypocriet is, maar, in zijn eigen taalgebruik, wel een lul.

[Overgenomen van Neerlandistiek.nl, 12 april 2024]

4 comments to “Johan Derksen is niet hypocriet maar wel een lul”

  • Prachtige analyse!

  • Naast deze uitspraak is er ook het impliciet racisme door het wel kunnen noemen van Frenkie de Jong, maar Denzel Dumfries aanduiden als die zwarte jongen op rechts. Tenzij hij heeft gescoord natuurlijk.

  • Veel mensen lijken de uitspraak van Derksen over Habtamu de Hoop racistisch te vinden. Maar zijn uitspraak doet mij ook denken aan een opmerking van Astrid Roemer over de Javaanse schrijfster Karin Amatmoekrim.

    Voor Derksen maakt het uit dat Habtamu de Hoop een Zwarte man is. Hij vind dat De Hoop niet het recht heeft om op te komen voor de Friese taal, omdat hij er niet is geboren. Kortom hij is geen ‘echte’ Fries. Maar veel mensen zijn het eens met Derksen, dat Habtamu de Hoop geen ‘echte’ Fries is. Het probleem zit daarom ook in het woordje ‘echt’, een ‘echte’ Fries, of een ‘echte’ Surinamer.

    Maar maakt het wat uit? Nee, want ook een ‘Surinamer’ kan het behouden van een minderheidscultuur belangrijk vinden, daarvoor hoef je geen echte Fries te zijn.

    Maar het woord ‘echt’ doet mij daarom een klein beetje denken aan hoe mijn favoriete schrijfster Astrid Roemer de schrijfster Karin Amatmoekrim beschreef in het voorwoord van haar boek ‘De Man van veel’. Ze duidde haar als een Javaanse moslima met Surinaamse roots.

    Roemer schreef: ‘Judith de Kom zal verbijsterd zijn geweest over de inspanningen die een jonge Javaanse auteur met roots in Suriname heeft gepleegd om van haar vader Anton de Kom inderdaad ‘een man van veel’ te maken. (…) En zonder enige schroom en schaamte brengt een moslimauteur en neerlandica onze postslavernij-held Anton de Kom terug naar menselijke proporties. “ Maar wat maakt de etniciteit, het geloof en de cultuur van de schrijfster hier uit?

    Ik vergelijk Roemer niet met Derksen, want de opmerking van Roemer over Amatmoekrim durf ik niet racistisch te noemen. Maar de vraag is natuurlijk, of het wat uitmaakt voor het verhaal dat de auteur niet Zwart is.

    Het lijkt alsof Roemer het toch bijzonder vindt, dat een Javaanse moslima een boek schrijft over de ‘puur Surinaamse’ Anton de Kom. Roemer gebruikt de woorden ‘puur Surinaams’ en ‘puur Hollands’ om Anton de Kom en zijn vrouw te beschrijven.

    Roemer ziet Amatmoekrim waarschijnlijk niet als ‘puur’ Surinaams, of beter gezegd, ze ziet haar niet als een ‘echte’ Surinaamse. Maar in tegenstelling tot Derksen diskwalificeert ze haar niet vanwege haar achtergrond. Juist integendeel. Is het racistisch? Nee. Ongelukkig? Ik denk het wel.

    Ik denk overigens wel dat er gevallen zijn dat je een echte Javaan of een echte Hindoestaan moet zijn om uitspraken te kunnen doen over deze gemeenschappen.

    Wat De Hoop betreft, je moet inderdaad een echte Fries zijn om te kunnen kaatsen, of beter gezegd, te willen kaatsen. Maar ook daarvoor hoef je geen Fries te zijn, dus ook daar maakt het niet uit.

    Overigens, in een poll van de EO, https://dit.eo.nl/artikel/uitspraken-johan-derksen-habtamu-de-hoop-racistisch, met de vraag: Vind jij de uitspraken van Johan Derksen over Habtamu de Hoop racistisch? Zegt 45% Ja, en 55% Nee.

    Kortom, de meerderheid voelt zich nog steeds erg ongemakkelijk als iemand met een andere etnische achtergrond zich begeeft op een terrein waarvan men vindt dat het niet hoort bij zijn of haar etnische omgeving. Of het werkelijk wat uitmaakt, dat doet er niet toe.

    • Ik zat misschien fout bij mijn opmerking over Astrid Roemer.

      Ik kreeg een lange mail naar aanleiding van mijn commentaar. Het kwam er kort gezegd op neer, dat het feit dat Karin Amatmoekrim een Javaanse is, wel degelijk belangrijk is om te vermelden. De schrijfster probeert te kruipen in de belevingswereld van Anton de Kom, die een Zwarte man was met veel minderwaardigheidsgevoelens. Hij trouwde met een Witte vrouw en moest daarnaast ook zijn weg vinden als een Zwarte man tussen Witte mensen, mensen waar hij altijd naar had opgekeken. De periode die Amatmoekrim beschrijft is juist de periode waar Anton de Kom psychologisch in de war is. De mailer meent dat een Javaanse vrouw de belevingswereld van zo’n Zwarte man niet goed kan begrijpen en beschrijven.

      Hij schrijft ook over het fenomeen ‘een stapje omhoog’. Als ik het goed heb betekent dat in Suriname dat een Zwarte man die met een Witte vrouw een relatie heeft in aanzien stijgt. Ik denk dat het meer iets is van Suriname, want in mijn tweede-generatie-wereld wordt dat niet gezien als een stapje omhoog.

      Ik laat het hierbij.

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter