blog | werkgroep caraïbische letteren

Saramaccakanaal – Leren van geschiedenis 112

door Hilde Neus

Onlangs verscheen het bericht dat minister Nurmohammed een ronde zal starten om de bewustwording rondom de rehabilitatie van het Saramaccakanaal te vergroten. Al in 2019 is het project ‘Saramacca Canal Rehabilitation’ door OW gelanceerd, met een financiering van de World Bank voor 35 miljoen US. Nog door voormalig minister Hoefdraad getekend, na jaren van voorbereiding. Het project zou starten in 2021 en afgerond worden in 2024. Het kanaal moet in de toekomst, naast een transportfunctie ook dienst doen als afwatering- en bergingssysteem voor overtollig water in Paramaribo. De schutkolken moeten gerehabiliteerd worden waardoor schepen er weer goed door kunnen varen. Het duurt lang allemaal, de uitvoering van dit project. Maar vroeger was dat niet anders.

De ceremoniële eerstesteenlegging voor de sluis in de Saramaccakanaal te Paramaribo. In de bouwput de gouverneur Titus van Asch van Wijck omringd door toeschouwers, op de bouwstelling een muziekkorps. Fotoafdruk van Théodore van Lelyveld (1895-1898).

Voorbereiding toen

In 1747 was er al sprake van het graven van een kanaal tussen de Suriname- en de Saramaccarivier, maar dat plan werd geseponeerd vanwege slechte tijden in Europa, waardoor er geen financiën beschikbaar waren. De gronden tussen de beide rivieren zouden dan eindelijk kunnen worden uitgegeven. In 1766 gaf gouverneur Crommelin aan dat er geen warranden (meetkaarten) voor het gebied verstrekt mochten worden omdat ‘de securiteit van de rivieren en de doorvaart vastgesteld en gegarandeerd’ moesten worden. Ook voor de veiligheid zou een gracht gunstig zijn. In 1754 sprak het gouvernement over de verlenging van het cordon rondom de stad, om de aanvallen en de stoutheid der weglopers (Marrons) te stuiten, en het gebied toegankelijker te maken zodat expedities tegen de Marrons makkelijker uitvoerbaar werden.

Het doorgraven werd uiteindelijk uitgevoerd onder Gouverneur Wichers. In de notulen werd vermeld op 4 april 1787: ‘Dat de vergadering om die reeden door den Capitein Lieutenant Henneman uit hoofde van zijne grondige kennisse van de Locaale Situatie der gantsche Colonie, sig heeft doen dienen van bericht, en dit met de kaart daar bij behorende, aan den Gouverneur Gen. overzend; in het vertrouwen dat dezelve in het uitvoeren der onderneming, welke de Vergadering zeer gaarne met al haar vermogen zal ondersteunen, verscheidene nuttige aanmerkingen aan de hand gevende.’ Er zijn kaarten bewaard gebleven van diverse projecties van kanalen, zoals een van de Redoute Purmerend tot aan de Saramacca. Deze is echter nooit uitgevoerd. Aan beide zijden van het kanaal zouden dan ook percelen worden uitgegeven. Deze kaarten zijn te bekijken binnen de prachtige collectie op de site van de Atlas of Mutual Heritage.

Geprojecteerde kanalen

Op een doorsnedekaart (anoniem, 1787) is aangegeven waarom het kanaal gegraven moest worden. ‘Explicatie van het ontwerp tot een vaarbare doorsnijding of gragt van het rivier Suriname tot in het rivier Saramacca’. De gemeten afstand is 746 kettingen (of ongeveer 25 kilometer). Deze lijn loopt parallel met de zee zodat de twee vloeden zich tegelijk kunnen ontmoeten, ‘als meede om de schulp en sand ritzen te meijden die gemeenelijk hun loop hebben gelijk de kust’. Een ponton of last dragend vaartuig van 24 voet breed, geladen met 80 vaten suiker, getrokken door een of twee slaven kan die weg in een tijd van vijf uren afleggen. En getrokken door een paard, kost het aan tijd slechts 3 ¾ of 4 uren. Dezelfde ponton zou door de Wanicakreek ruim tien uren nodig hebben, ‘vermits de menigvuldige klijne creecken die in Wanica loopen en door hunnen bogten en spruiten beletten dat men geen polders of dijken aldaar kan maaken’, niet op een ponton getrokken zou kunnen worden maar met een stok voortgeduwd, wat zeer langzaam gaat. Voor de doorsnijding werden alle bomen verwijderd zodat er geen stompen in het water achterbleven, die de doorvaart konden bemoeilijken. Men zou de gracht niet meer naar onder of naar boven (noordelijker of zuidelijker) kunnen graven, zonder door belangrijke gecultiveerde gronden te gaan. Plantage-eigenaren konden dan bezwaren maken. En het onteigenen van gronden zou moeilijk gaan. Nu waren er geen hinderpalen om het gehele traject in orde te maken, en de gracht kwam dan uit bij Beekhuizen. Later zijn er nog, zoals op bijgaande foto is te zien, sluizen in het kanaal aangelegd. 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter