blog | werkgroep caraïbische letteren

Hoe Anansi een antikoloniale volksheld werd

Wie niet sterk is, moet slim zijn

door Lieke van Duin

De absurdistische verhalen over de slimme spin Anansi werden in de tweede helft van de twintigste eeuw in Nederland populair. Ze ogen simpel maar oorspronkelijk zijn het Ghanese wijsheidsverhalen voor de hele gemeenschap, niet alleen voor kinderen. Op de slavenplantages in ‘de nieuwe wereld’ ontwikkelden ze zich tot antikoloniale verhalen van hoop op bevrijding.

Noni Lichtveld, Anansi als drugsbaas, 1997

Oorsprong

De schelmfiguur Anansi komt uit de prekoloniale orale literatuur van het Ashantivolk in Ghana. Anansi is een hondsbrutale vlegel, een intrigant, een lepe schurk, dapper, egoïstisch, scabreus, ondankbaar en immoreel. Maar Anansi is ook een levenskunstenaar. Soms komt hij door zijn vraatzucht in benarde situaties terecht, maar steeds weet hij zich uit de penarie te redden. En tenslotte is Anansi een anarchistische underdog. Door die eigenschap kon hij na de slaventransporten uitgroeien tot een antikoloniale volksheld bij uitstek. In het Caribisch gebied zet hij de groten en machtigen van het dierenrijk voor schut vanuit het principe ‘wie niet sterk is, moet slim zijn’. Hij staat model voor de kleine man en daarmee voor de tot slaaf gemaakte Afrikaan.

Interactieve vertelpraktijk

Anansi heet in het Twi, de taal van het volk van de Ashanti in Ghana, Kwaku Ananse, en de verhalen over Anansi heten in die taal Anansesem: ‘verhalen van Ananse’. Oorspronkelijk zijn het mythologische verhalen waarin Kwaku Ananse een relatie heeft met de ‘Sky-god’, al is hij meer Gods rivaal dan zijn helper of boodschapper.

Lees hier verder op literatuurgeschiedenis.org

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter