blog | werkgroep caraïbische letteren

Oude houten huizen – Leren van geschiedenis 105

door Hilde Neus

Momenteel is er discussie over de bouw van een vergaderzaal achter de Assemblée. Zoals bekend, staat de binnenstad van Paramaribo op de Unescolijst vanwege het unieke erfgoed. De stad is oud en van hout, en waardevol vanwege de bijzondere architectuur en witgeverfde panden met donkergroene detaillering. In het verleden zijn pokdalige elementen toegevoegd, zoals de conferentiehal op het Plein. Ik noem dat zo, omdat dit gebouw (en andere) afbreuk doen aan de uitstraling van de binnenstad.

Houtbewerking op plantage Rust en Werk in 1850. Detail van een tekening van H. Huygens (© Rijksmuseum)

De Unesco staat voor behoud van erfgoed, niet dat zij het financiert, dat moet Suriname zelf doen. De experts leveren wel advies. Het is curieus dat er jarenlang gewerkt is om Jodensavanne op de Unescolijst te krijgen, en nu zou de binnenstad van de lijst worden geschrapt omdat er zo nodig een vriendje de DNA-vergaderzaal moet bouwen. In dit kader gaat het om de bouwtekening: een voorstel dat niet in lijn is met de architectuur van de pas opgeleverde Assemblée. Hiervoor is nauwkeurig de oude bouwtekening gevolgd; nu in steen en niet in hout, naar het oude, in 1996 afgebrande model.   

Restauratie

De IDB financiert een lening om de binnenstad haar aantrekkelijke vibe weer terug te geven. Het PURP, nota bene onder supervisie van het MinOV, heeft een planning gecreëerd zodat het bedrag van 20 miljoen Usd kan worden ingezet. Daarnaast zijn er een aantal particulieren die met veel liefde een oud pand in Paramaribo-stijl hebben opgetrokken of gerestaureerd, zoals het deel van de Heerenstraat voor de bocht. Of de galerij van Readytex, wat is het een genot om daar een expositie te bekijken. En wat beeldschoon is de oude stad bij avondverlichting, of met Kerst.      

De binnenstad is al eerder vernietigd. Tijdens de brand van 1821 gingen er 450 panden verloren, en bij die van 1832 brandden er nog eens 50 huizen af, net weer herbouwd. Elke nieuwe brand in de binnenstad maakt, dat we ons hart vasthouden in de hoop dat die beperkt zal blijven. Elke verlies van een historisch pand is desastreus. Wat belangrijk is om te beseffen, is dat dit Surinaams erfgoed is. Wellicht zijn er wat ideeën komen overwaaien uit de Zaanstreek waar de planken voor houten huizen uit zaagmolens kwamen. Of wat stijlelementen uit het zuiden van de Verenigde Staten. Maar deze stad is onze stad, gebouwd door onze mensen.

Bewerkelijk hout

Vele plantages op de Para leverden bouwhout, omdat de grond te moerassig was voor koffie of suiker. Para staat bekend om de houtleveringen. Maar ook om de zelfbeschikking van de bewoners. Eerder schreef ik in Leren van geschiedenis (nr. 41) over werkweigering op Hannover, waar de slaven door een communicatieprobleem in de veronderstelling waren dat ze allemaal moesten verhuizen, wat bijna uitmondde in een opstand. De oorzaak was, dat er op Hannover zelf een bepaald type hout was weggekapt.

Teenstra schrijft over het rooien van hout op Onoribo, in 1831 in De landbouw in de kolonie Suriname. Er waren daar toen 88 slaven. Hardhout (bruin- of groenhart) was minder gewild vanwege de moeilijke bewerking. Maar omdat de huizenbouw in hout was, bestond er een grote behoefte aan planken, van allerlei typen, ook cingels van walaba voor dakbedekking. Essentieel waren ijzeren gereedschappen, waarmee diverse maten werden gezaagd, uitgedrukt in voeten of duimen. ‘De gewone taks is, dat twee Negers 18 planken à 30 voeten lengte (bij anderen 500 voeten) per week zagen moeten. Deze planken worden vervolgens door Negermeiden op hare hoofden […], met eene ongeloofelijke kracht en moeite, door het dichte bosch huiswaarts getorscht, waarvan de gevallen boom niet zelden meer dan 2 uren verwijderd ligt, doende, […] gemeenlijk twee zulke togten op een dag.’ Ook vrouwen dus!

Onderzoek timmerlui

Er is nog maar weinig onderzoek naar specialisten in de huizenbouw. Philip Dikland heeft een aanzet gegeven met zijn onderzoek naar de oude binnenstad. Op de inventarissen van plantages zijn slavenlijsten opgenomen en bovenaan staan de specialisten; kuipers, en timmernegers, die bij verkoop het meeste opbrachten. Dit zou een mooi onderwerp van studie kunnen zijn: cijfermatige gegevens over timmernegers. Wat waren hun werkzaamheden, hoe werden ze ingezet? Welke gereedschappen hanteerden ze, welk hout zaagden ze, in welke maten en hoeveelheden? Veel gemanumitteerde mannen of ex-slaven waren timmerlui en verdienden daar een goed inkomen mee. Want besef wel dat deze specialisten vaak bijzonder werden gewaardeerd. Wij moeten ze uit de schaduw van de vergeten geschiedenis halen, als we de bijzondere producten van hun handenarbeid beschouwen. Dit is ons erfgoed.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter