Hindostaanse muziekinstrumenten (8) – Damru
Damru, damaru
door Prem Dihal
De damru, een dubbelvellige zandlopervormige trom, komt voor op het Indiase subcontinent, in de Himalaya’s en Mongolië. Ze zijn er in verschillende maten, van zo’n 8 cm in Zuid-India tot zeer groot in Tibet.
Het instrument wordt bespeeld door de van vezels gevlochten stukken touw rondom de trom tussen wijsvinger en duim op en neer te draaien, waardoor de kraaltjes op de vellen slaan.
Het bestaat uit een houten lichaam met twee huiden die door middel van hoepels en touw gespannen worden. Over het midden van het lichaam loopt een gevlochten stuk vezel, waarmee de spanning kan worden veranderd. Hieraan is een touw bevestigd met een hard deel er aan, bijvoorbeeld een wit kraaltje (foto), waarmee het geluid geproduceerd wordt.
De damru is een belangrijk instrument in de Hindoe-religie en wordt vaak geassocieerd met de godheid Shiva. Het instrument wordt beschreven in oude teksten en speelt een prominente rol in de Hindoe-religie als een van de symbolen van Shiva. Deze godheid draagt in een van zijn handen een damru. Het geluid van de trommel vertegenwoordigt het oergeluid en ritme waaruit de kosmos is voortgekomen en waarin het weer oplost, voordat het wordt hergeboren (reïncarnatie).
De damru wordt vaak beschouwd als een ‘krachtdrum’ en wordt geassocieerd met spirituele energie. Wanneer het wordt bespeeld, wordt aangenomen dat het spirituele energie opwekt.
Asceten, bedelmonniken, zigeuners, magiërs en andere artiesten maken gebruik van het instrument. Het wordt ook gebruikt in tempeldiensten ter ere van Shiva.
Wie de hele reeks ‘Hindostaanse muziekinstrumenten’ wil volgen: klik op de tag ‘Hindostaanse muziekinstrumenten’ hieronder.
RSS
Facebook
Twitter
