blog | werkgroep caraïbische letteren

Surinaamse vissen in The Library of Congress – Leren van geschiedenis 82

door Hilde Neus

Vanuit diverse instanties – en landen – is kennis te vergaren die te maken heeft met Suriname. Zo was er op dinsdag 11 mei 2023 een lezing in het Nationaal Archief over The Library of Congres, aangeboden door de Amerikaanse ambassade. Dit is een van de grootste bibliotheken in de wereld. Elk boek van enig belang is daar geregistreerd, en waarschijnlijk ook aanwezig.

Tropische vissoorten, 1819

De belangrijkste functie van de Library of Congress is het bedienen van het congres. Daarnaast levert de bibliotheek diensten aan overheidsinstanties, andere bibliotheken, wetenschappers en het grote publiek. Maar deze grote boekenkast dient dus ook als repository: bewaarplaats van wat er allemaal is geschreven. De Library heeft een collectie van ongeveer 1.349 km aan boekenplanken gevuld met meer dan 167 miljoen items, waarvan ruim 39 miljoen boeken en ander gedrukt materiaal. Mensen kunnen de lezing bijwonen, maar ik ben vast een kijkje gaan nemen op de website: https://www.loc.gov/ Heel simpel. Op de website vind je doorkliklinks naar pagina’s over de collectie, maar ook tips voor onderzoekers of mensen uit het onderwijs. In Washington beslaat de Library drie gebouwen op Capitol Hill. De Thomas Jefferson Building (1897) is nu het bibliotheekgebouw, nadat aanvankelijk in het Capitool in 1800 de collectie was opgestart. De andere gebouwen dienen ter opslag.

Digitaal vissenboek

Voorafgaande aan het bijwonen van de lezing doe ik een zoektocht op internet, en natuurlijk type ik ‘Suriname’ in. Mijn oog valt op een handgeschreven manuscript, waarvan enige informatie bekend is. Ook wat ermee is gebeurd kunnen we volgen. Dat wordt pedigree genoemd: de stamboom, de afkomst van iets (kan ook mensen of dieren zijn).

Het stuk gaat over vissen, in zowel Ambon (voormalig Nederlands-Indië) als in Suriname. Het bestaat uit Latijnse beschrijvingen van vissen, gecategoriseerd volgens een – toen – moderne wijze. Het document heet: ‘Manuscriptum ichthyologicum quod Petrus Artedi elaboravit in usum Thesauri Sebani’ en de auteur was Peter Artedi. Deze predikantenzoon was in Zweden geboren (1705) en studeerde zoölogie in Uppsala, waar hij de bekende botanicus Linneaus heeft ontmoet. Deze had een nieuwe indeling voor flora en fauna ontwikkeld, en in Nederland in 1775 Quassi ontmoet waarna hij de plant quassibita opnam. Dit is vermeld in Reizen naar Surinamen van John Gabriel Stedman.  

Eerste folio van de kopie van het manuscript van Artedi

Artedi vertrok in 1734 via Londen naar Nederland, waar hij middels contacten van Linnaeus de rijke apotheker Albertus Seba in Leiden ontmoette. Die vroeg hem zijn exotische vissencollectie te beschrijven. Deze had hij verzameld vanuit Ambon, en Suriname. Na een bezoek aan Seba was hij zo dronken dat hij in een Amsterdamse gracht viel en verdronk. Artedi wordt vanwege zijn beschrijvingen van vissen wel de ‘vader van de ichtyologie’ genoemd. Dit woord betekent: bestudering van vissen. Zelf heeft hij dus nooit iets gepubliceerd, maar zijn manuscripten met de beschrijvingen van vissen zijn wel bewaard gebleven.

In het werk van Artedi zijn kritische beschouwingen opgenomen over de werken van andere ichtyologen, een gedetailleerde morfologische karakterisering van vissen, en een determineersleutel (methode om de genusnaam van een vis te bepalen) voor 45 geslachten en de beschrijving van 72 soorten. De indeling van de vissen in vier orden werd door Linnaeus in zijn geheel overgenomen.

Pedigree van het manuscript

Het manuscript is niet het origineel van Artedi, maar een kopie gemaakt door Rob. Wilh. van Homrigh. Dit is op de eerste pagina aangegeven. Deze Van Homrigh was wellicht een familielid van de bekende notaris Johannes (1718-1802) met dezelfde achternaam. Hij heeft veel aktes betreffende plantages en andere bezittingen in Suriname opgemaakt, aanwezig in het Amsterdams Stadsarchief.

W. van Homrigh heeft de kopie geschonken aan Sir Thomas Phillipps die het aan het Bureau of Fisheries Library overdroeg in 1899 (zie inktstempel). Van daaruit is het door de Library of Congress aangetrokken, wanneer is niet bekend. Het handschrift is in kalfsleer ingebonden met verguld bewerkte ornamentranden en middenstukken en vergulde versieringen op de rug. De schutbladen zijn gemarmerd. De afmeting is en het zijn 82 pagina’s, vastgelegd op 104 scans.

Dit manuscript en deze beschrijving laat wel zien waarom het belangrijk is om zaken te bewaren, en te beschrijven welke reis ze hebben gemaakt door de geschiedenis heen.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter