blog | werkgroep caraïbische letteren

Dokterstarieven – Leren van geschiedenis 17

door Hilde Neus

Recentelijk hebben de medisch specialisten (VMS) aangekondigd hun diensten aan SZF-patiënten op te schorten, vanwege het feit dat de tarieven, ondanks aanpassingen, door de geldontwaarding nog niet op niveau zijn. Inmiddels is er een akkoord bereikt met de minister van Volksgezondheid, en zullen ook verspillingen en inefficiënties binnen de gezondheidszorg worden aangepakt. Om zaken te reguleren wordt er een breed gedragen werkgroep ingesteld. De sector kost veel geld en het zorgbudget drukt zwaar op de overheidsbegroting, dus mensen moeten niet onnodig worden doorverwezen.

Pagina uit het boekje Colloquiem Medicum

Het collegium medicum

Ook vroeger waren dokters belangrijk om ziektes en kwalen te behandelen. En ook in de behandeling en functies was er een grote mate van openbaarheid. Vanaf 1793 verscheen elk jaar de Surinaamse Almanak (gedigitaliseerd te vinden in de DBNL) en daarin werden de namen van alle artsen opgenomen, zoals bijvoorbeeld in 1820 van het Collegium Medicum als de geneeskundige faculteit. Al in de notulen van het Hof van juni 1749 werd het Collegium Medicum vermeld. Vanaf augustus 1758 hielden zij tevens apotheek. Het gouvernement oefende controle uit op zaken gerelateerd aan de gezondheid van de bevolking. In mei 1743 was bepaald dat een chirurgijn zich na aankomst moest aanmelden bij het Hof, en bij gerenommeerde collega-artsen een examen af moest leggen voordat hij onder het beroep werd ingeschreven. Het gouvernement had meerdere regelingen ter controle op de medische praktijken; in 1766 werd aangegeven dat chirurgijns wondverzorging van kwetsuren die ontstaan waren bij gevechten, dienden te melden aan de Raad Fiscaal, de Openbare Aanklager.

Tijdschrift voor artsen

Later in de eeuw werd de vereniging actiever en kwam er een tijdschrift. Dokter Voegen van Engelen schreef tussen 1786 en 1788 een aantal afleveringen vol van De Surinaamsche Artz, waarvan de publicatie meer tot doel had de lokale omstandigheden te schetsen, dan informatie te verschaffen over veel voorkomende ziekten. Een herdruk (1981) is ingeleid door prof G.A. Lindeboom, die het leven beschreef van de dokter en de Surinaamse omstandigheden in die periode. De afleveringen werden geadverteerd in de dagbladen, zoals No. 13 in 1788 in de Surinaamsche Nieuwsvertelder van dinsdag 16 oktober. No. 8 leidde Voegen van Engelen in met een fragment uit een gedicht van Roos:

‘Het schaadlyk lugtgestel maakt dat men byna niet
Hier in dit Waerelddeel een Blanken Grysaart ziet’

Het tropische klimaat

Het klimaat was van grote invloed op de levensomstandigheden in de kolonie. Mannen gingen eerder dood dan vrouwen, ‘… mits zy zich niet te veel aan eene ongeregelde levenswyze overgeeven’. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat de leeftijdsverwachting laag was. Door de vele tropische ziekten en slechte hygiënische omstandigheden lag dat gemiddelde niet hoger dan 40 jaar. Ook had men te kampen met een hoge kindersterfte. Zij die ouder waren dan 50, vormden een uitzondering. Dit geldt voor zowel de blanken als de ‘Zwarten of Negers’. In No. 10 poneerde de dokter echter dat het allemaal wel meeviel,

Dokterspraktijken vinden we terug in het tijdschrift van het Colloquiem Medicum, dat met een zekere regelmaat verscheen. Het ging over zaken als actualisering van correct medisch handelingen, en de tarifering. In de bibliotheek van het Surinaams Museum bevinden zich drie exemplaren, uit 1781 en 1784. Het exemplaar uit 1824 is uitgegeven als gouvernementsblad nr. 14. Aan deze uitgave was ook een Dispensatorium toegevoegd, een lijst met recepten voor medicijnen.   

Doktersbriefjes

Concrete ziektegevallen zijn zeldzaam, behalve in egodocumenten zoals de journalen van gouverneur Mauricius. Hij vermeldde op 15 december 1742 de ziekte van zijn vrouw, in januari 1743 schreef hij in zijn dagboek dat Françoise, de huishoudelijke hulp van mevrouw Mauricius stierf, na een korte ziekte. In juni van dat jaar werd zijn dochter Joanna Maria Philippina geboren en gedoopt. De dokter komt eraan te pas, van het wieg tot het graf. Ook gaven zij verklaringen uit in bepaalde gevallen. Mauricius leefde in onmin met zijn tweede man, commandeur Larcher. Deze was vaak ziek en in Mauricius’ verslag over diens slechte functioneren, is een verklaring van 4 artsen van 12 juli 1747 opgenomen dat ‘zy bevonden hebben te bestaan in een drooge hoest, verzelt met een Febris Lenta gezwollen voeten en een verzuimde Febris Catharalis’. En dat Larcher vanwege deze borstkwaal zijn ambt niet behoorlijk kon vervullen.

Ook in die tijd was een doktersverklaring noodzakelijk om van je werkzaamheden te worden ontslaan bij ziekte.  

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter