blog | werkgroep caraïbische letteren

Fred de Haas – Kolonialisme voor beginners (1)

Columbus

Drie karvelen

Waar haalde toch Columbus[1]
de kwaaie moed vandaan
om met drie kleine scheepjes[2]
van West naar Oost te gaan?

Hij dacht in India te zijn,
maar dat bleek overdreven:
hij zag wat veren, boog en pijl:
dat was hem om het even.

Hij ging aan land, in arren moe,
namens het Koningspaar[3]
(tenminste daar verwees hij naar)
en sprak de ‘wilden’ toe:

Ik noem Ulieden voor ’t gemak
voortaan maar ‘Indianen’,
dus dat gedoe van ‘Arowak’[4]
behoort tot vroeger wanen.

Waar is je zilver? Waar je goud?
En waar zijn jullie mijnen?[5]
We willen trouwens ook wat zout[6],
zo krijgt ieder het zijne. 

Las Casas[7] vond het werk te zwaar
Voor zijn inheemse ‘Indianen’
en zei: ‘beste veroveraar,
probeer eens Afrikanen’.

Dat vond men wel een goed idee,
óp naar Angola[8] en Guinee,
waar voor drank en wat geweren
je voor slaven aan kon meren.

‘Aan de arbeid in de velden!
Kap dat suikerriet en zing!
En, owee, als je wil vluchten:
je bent uiteindelijk  mijn ‘ding’!

De Blanke dacht eenvoudigweg:
je  bent Okay of zwart,
maar wie zwart is die heeft pech
en krijgt geen koek maar gard[9].

En dat ging eeuwenlang zo voort,
totdat, zoals het immers hoort,
met opstand, doodslag en wat moord
de vrijheid aan de einder gloort.

Wit of zwart, wie maalt erom?
Misschien klinkt het wat zuur:
discriminatie heerst alom,
de wereld blijft onguur.

Uit: Fred de Haas, Antume verzen


[1] 1451-1506. Columbus maakte vier reizen naar het door hem ‘ontdekte’ Amerika. Hij onderwierp de inheemse Taíno van het land dat hij ‘Hispaniola’ (Klein Spanje) noemde, het latere Santo Domingo en Haïti. Hij dacht dat hij in India was aangekomen. Daaraan hebben de inheemse volken hun generieke naam ‘Indianen’ te danken.

[2] De Niña, de Pinta en de Santa María

[3] 1469-1516. Zij financierden de tocht van Columbus.

[4] ‘Arowak’ is de aanduiding van een Indianenstam die zich vanaf het vasteland van Zuid-Amerika in het Caribisch gebied vestigde.

[5] De ‘Indianen’ werd gedwongen om o.a. in de kopermijnen te werken.

[6] Zout was heel belangrijk om voedsel te conserveren.

[7] 1484-1566. Bartolomé de las Casas wordt in het algemeen gezien als de geestelijke die opkwam voor de inheemse bevolking. Hij werkte in Cuba, Venezuela en Mexico waar hij benoemd werd tot bisschop van Chiapas. Omdat hij de slechte behandeling van de Indianen aan de kaak stelde is hij, tot op de dag van heden in Spanje niet zo populair. Hij had er later spijt van dat hij de Spanjaarden geadviseerd had om de Indianen te vervangen door Afrikanen, die beter bestand zouden zijn tegen de zware arbeid in de mijnen en op de suikerrietvelden.

[8] Angola en Guinee liggen aan de Westkust van Afrika.

[9] Uit een Sinterklaasliedje. Een gard is een roe.

Christopher Columbus

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter