blog | werkgroep caraïbische letteren

De Surinaamse monologen

door Jerry Dewnarain

Het lijkt wel alsof de literatuur zich tegenwoordig  afstandelijk houdt van de politiek. Hiermee bedoel ik dat er amper  schrijvers zijn onder politici. Als die er zijn, dan maken zij hun politieke discours of laat me liever zeggen hun politieke engagement liever niet openlijk kenbaar. Ze zijn liever stil. Hebben Surinaamse presidenten memoires achtergelaten?

Judith de Kom aan de arm van actrice Urmie Plein, rechts tekstschrijfster Noraly Beyer, bij De Suriname Monologen, 8 november 2019 in De Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Foto © Michiel van Kempen

Over Pengel, Lachman en Arron zijn wel politieke biografieën geschreven. In de kolonie Suriname hebben gouverneurs, plantagehouders en zelfs predikanten belangrijke en gezaghebbende literatuur achtergelaten. Een oorzaak kan zijn dat zij voldoende vrije tijd hadden om te schrijven en te dichten. Maar een andere reden is dat zij schreven om een systeem, bijvoorbeeld de slavernij, te verdedigen of juist niet. Belangen speelden dus een rol om de publieke zaak overtuigend uit te dragen. Een pennenvrucht blijkt heden ten dage nog steeds populair te zijn en is zelfs verheven tot de Canon van de Nederlandse literatuur: Anton de Koms Wij slaven van Suriname (1933). De Kom was weliswaar geen politicus, maar meer een vakbondsman of liever gezegd een verzetsstrijder voor armen en arbeiders, het proletariaat.

De monologen

De Nieuwe Kerk en Stichting Julius Leeft! presenteerden in 2021/2022 de Suriname monologen. Tijdens elk optreden werden monologen van belangrijke of invloedrijke Surinamers uit de Surinaamse geschiedenis uitgevoerd. Podiumkunstenaars en muzikanten vestigden hun aandacht op verhalen van kopstukken uit de Surinaamse geschiedenis zoals Johan Ferrier, Desi Bouterse en Sophie Redmond, Anton de Kom, Nola Hatterman, Jagernath Lachmon, Henck Arron en Johan Adolf Pengel met een topcast én livemuziek. Er is gekozen voor acht figuren in zes voorstellingen. Het is het idee van Uitgeverij De Geus geweest om een uitgave te verzorgen die in boekvorm uitkwam in 2019. Dat dit boekje nu wordt besproken, maakt in principe niet veel uit, want de monologen zijn tijdloos. Willekeurig zijn vier kopstukken gekozen die in dit artikel kort worden belicht.

Sophie Redmond

Dr Sophie Redmond

Zij is de eerste Surinaamse vrouwelijke zwarte arts. ‘Dokteres’ en politica met een groot sociaal bewustzijn. ‘Datra mi wan aksi wan sani’ is een monoloog over de eerste zwarte, vrouwelijke dokter van Suriname Sophie Redmond (1907–1955). De koto-dragende dokter gaf gratis consulten aan wie maar wilde in haar praktijk thuis, op straat en in haar radioshow. Ze maakte Surinamers bewuster over onder andere politiek, waar ze zo’n hekel aan had, maar ja, er verandert niks als niemand stemt. Daarom gaf ze gevraagd en ongevraagd advies aan iedereen, met als doel om alle Surinamers en vooral vrouwen te empoweren om trots te zijn op hun cultuur en hun land. Toch blijken al haar projecten niet genoeg. Om echte fundamentele verandering te brengen, zal ze mee moeten doen met de machthebbers en de politieke spelletjes. Ze besluit om zichzelf verkiesbaar te stellen, met alle gevolgen van dien.

‘Controle is geen uiting van vijandschap’

dr. j.s.e.r.: Deze lieve dame blijft liever anoniem. Ze schrijft: ‘Datra, als ik aan de voet ben heb ik zoveel buikpijn. Ik kan bijna niet lopen zo’n pijn doet het. Kunt u me helpen? Gran odi.’ Meisje, voordat je het aan die voet krijgt haal je elke dag 5 verse bladeren Redi Katun. Die kook je op 1 liter water en dat drink je de hele dag door. Maar niet langer dan vier dagen achter elkaar drinken! Het maakt je baarmoeder schoon en je gaat je beter voelen!
O ja, dus normaal doe ik dit natuurlijk in Sranantongo, luisteraars, maar omdat er vanavond veel internationaal publiek is…(Wijst naar het publiek)’

Anton de Kom

Anton de Kom

De Kom is schrijver en verzetsheld. Zijn verhaal wordt vanuit het perspectief van zijn dochter verteld. Hoe verloopt het leven van de enige dochter van een vader die in 1944, het laatste oorlogsjaar, wordt opgepakt? Het meisje is dan 13 jaar. Van haar moeder leert ze de kunst van eindeloos wachten op de terugkeer van haar papa. Na vijftien jaar wordt hij gevonden in een massagraf in Sandbostel. Dan herleest de dochter het vers dat hij op 23 oktober 1940 voor haar schreef in haar poëziealbum. Ze herinnert zich dat ze er toen niets van begreep. Maar nu, ververst, is het de aanleiding voor een levenslange zoektocht naar de man die haar vader was. In gedachten gaat ze in gesprek met hem. Ze praat over haar eigen herinneringen die vervlochten zijn geraakt met herinneringen van anderen.

‘Zo voelt het dus …    Een zwarte huid. Zoals mijn vader had. Anton de Kom. Ik was er niet blij mee. Wel dat hij mijn vader was, maar niet dat hij zwart was. Hij werd erom gepest. Wij, zijn kinderen ook. Ad, Kees, Ton en ik, Judith. Ik was de jongste thuis en het enige meisje.’

Johan Ferrier

Johan Ferrier. Foto Bert Verhoeff / Anefo. Publiek domein.

‘Mijn overgrootmoeder zag het de dag dat ik geboren werd. ‘Deze kleine hier gaat ons land de toekomst in leiden.’ Ze noemden me dede wiki. Toen ik een jaar oud was kreeg ik een longkwaal, omdat ze me in een teil met water buiten gezet hadden. De dokter had me al opgegeven. Maar ik overleefde. Dede wiki, hij die uit de dood is opgestaan. Er is er maar eén die ons lot bepaalt, daar kan ik mij niet aan onttrekken. Hij heeft mij dit lot gegeven.

Ik ben dankbaar dat ik mocht doen wat nodig was gedaan te worden. Ik zal ernstig trachten God en mijn land naar beste vermogen te dienen. Iedereen te helpen waar ik kan en me te houden aan de padvinderswet.

Ik beloof samen met anderen bewust het goede te zoeken en te bevorderen. Ik wil de kansen die ik krijg benutten door zo goed mogelijk om te gaan met de middelen die mij ter beschikking staan. Ik wil een bijdrage leveren aan de samenleving, zowel binnen als buiten de padvinderij. Jullie kunnen op mij rekenen. Ik ben paraat! Mijn hele verdere leven ben ik trouw gebleven aan die beginselen.’ 

Desiré Delano Bouterse

Bouterse.
Foto Michiel van Kempen

Toen de monologen in De Nieuwe Kerk werden gehouden was Bouterse nog president van Suriname. Hij is nog altijd een controversieel figuur, geliefd en gehaat. De ex-president wordt bekeken vanuit de ogen van een ouder wordende journalist, die reflecteert op zijn herinneringen en ontmoetingen met hem.

‘Journalist: Nadat ik de lijst van vermoorde mensen heb gehoord, vraag ik mij vertwijfeld af hoe het kon dat bepaalde mensen zijn omgebracht. Neem nou Bram Behr, wat voor gevaar kan hij in vredesnaam zijn geweest voor Desi Bouterse, die de verantwoordelijkheid voor de moorden op zich heeft genomen. Bram Behr, de redi nengre met de gescheurde T-shirts, en zijn broek waar altijd rode strepen op stonden van zijn krantje De Rode Surinamer, altijd op Delailasbadslippers waar de knoop altijd uit popte. Een Surinamer die door niemand serieus genomen wordt. Waarom moest hij dood? Ik zie het gezicht van Ampi Kamperveen. De enige man die in de tropen bij 35 graden met zijn eeuwige gele sjaal rondloopt. De ladiesman die overal te vinden is met zijn grote Amerikaanse Chevrolet cabriolet. En dan tje poti Cyriel Daal, van wie bekend is dat Bouterse hem bedreigd heeft. Jozef Slagveer. Iedereen wist dat hij een hosselaar was in goede berichten en fake news. Iedereen in Suriname wist dat hij niet eens een klappertjespistool zou vasthouden. Ik zie Surendre Rambocus voor mij, de militair die op 11 maart 1982 een bijna geslaagde tegencoup pleegde. Tja, daar denk ik van: dat is calculated risk. Maar de rest, zoals bijvoorbeeld advocaat John Baboeram, van wie bekend is dat hij zelfs bij het vissen te bang was om de haak uit de bek van de vissen te halen… die kon toch onmogelijk een coup willen plegen tegen Desi Bouterse. En wat te denken van family man Kenneth Gonçalves. Een lievere bangerik kun je je niet voorstellen. Hij zou zelfs de auto stoppen om een vlieg te redden. Dan hoe dan! Ik begrijp er niets van. Waarom moesten deze mensen dood, vermoord worden?’

Nola Hatterman

Nola Hatterman

Ten slotte Nola Hatterman (1899-1984), geen Surinaamse, maar er was niets in de wereld dat ze liever wilde worden. Afkomstig uit Amsterdam, begenadigd actrice, dichteres, maar ze ontwikkelde zich in de schilderkunst en ze richtte een opleiding op in Paramaribo. Veel belangrijke kunstenaars zijn bij haar begonnen. Ze wilde het liefst ‘door zwarte handen in Surinaamse grond’ begraven worden. Ze is kinderloos gebleven. De politici Arron (1936-2000), Lachmon (1916-2001) en Pengel (1916-1970) kenden elkaar, maar hebben ze ooit een ‘trialoog’ gevoerd? In dit stuk kijken ze terug op hun leven in Suriname en hun rol in de onafhankelijkheid.

De Suriname monologen, de uitgave van uitgever De Geus, is een prachtig boek dat zeker gebruikt kan worden tijdens de lessen geschiedenis op onze middelbare scholen. Middels monologen wordt veel historische informatie op een niet- schoolse manier verteld. Bovendien kunnen de studenten reflecteren op hun eigen geschiedenis en een eigen mening vormen. Voor hen die de meeste personen hebben gekend die in de monologen voorkomen, kunnen hun herinneringen ophalen en eventueel bepaalde gebeurtenissen verwerken en/of een eigen plek geven. De Suriname monologen is een bewijs dat orale bronnen nog altijd een belangrijke vorm zijn om geschiedenis vast te leggen.

De Suriname monologen. Kopstukken uit de Surinaamse geschiedenis. Stichting Julius Leeft!, de auteurs en De Geus bv, Amsterdam 2019. ISBN 978 90 445 4329 2. Ter informatie: de geschreven teksten kunnen afwijken van de in De Nieuwe Kerk opgevoerde teksten.

[DWTL, 17 juni 2022]


Zie ook dit eerdere bericht over de opvoeringen.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter