Slaven (en geen tot-slaaf-gemaakten), negers (en geen Afro-Surinamers)
Dat zei John H. de Bye (geboren in Paramaribo in 1942) bij de presentatie van zijn nieuwe historische roman Liefde in slavernij in Afro-Surinaams cultureel centrum Kwakoe in Amsterdam op 31 oktober j.l. Een redelijk gevulde zaal luisterde eerst naar het voorlezen van fragmenten uit het boek door Noraly Beyer en Alida Neslo. Daarna kwam de auteur zelf aan het woord, niet echt een soepel verteller, maar je kon een speld horen vallen. De Bye heeft niets met gemakzuchtige verhaaltjes. Een dame in het publiek kreeg lik op stuk, toen ze de opmerking maakte dat het woord ‘neger’ denigrerend is. Onmiddellijk haalde John de Bye er Frank Martinus Arion bij, die tijdens een discussie bij het festival Winternachten in 2002 zei: ‘Ik ben er trots op een neger te zijn.’ De Bye had ook Edgar Cairo kunnen citeren, of Rellum, of Dobru. John de Bye gebruikt dus het woord ‘neger’ in zijn boeken, en hij gebruikt ook het woord ‘slaaf’ want van het krampachtige ‘tot slaaf gemaakten’, dat je tegenwoordig zo vaak bij de politiek-correcten hoort, moet hij niets hebben. En in zijn boek zegt hij nog meer: ‘Wat kan het Nederlandse volk nu, honderden jaren later, verweten worden? Dat ze in slaven gehandeld hebben die door zwarte slavenhalers aangeleverd werden? In een tijd waarin zulks geheel normaal was en niemand anders wist? Laat me niet lachen.’
John H. de Bye, Liefde in slavernij. Schoorl: Conserve, 2010, € 17,95.
Foto’s: @ Michiel van Kempen