blog | werkgroep caraïbische letteren

Buladó: het Westen en de Curaçaose spiritualiteit

door Lex Veerkamp

De openingsfilm op 25 september van het Nederlands Film Festival is Buladó van regisseur Eché Janga, een magisch realistische film, opgenomen in Band’abou op Curaçao en bijna geheel Papiaments gesproken. De film is deels gebaseerd op een mondeling doorvertelde slavensaga. Deze verhaaltraditie wordt nu voortgezet via het grote doek.

Alle foto’s © Greg Telussa

De orale geschiedenis van Curaçao is bezaaid met mooie, vaak bizarre, metafysische  verhalen, die in de loop der eeuwen aan de volgende generaties zijn doorgegeven. In het boekje Curaçaoensia – Folkloristische aantekeningen over Curaçao door pater Brenneker uit 1961 schrijft pater Brenneker in het voorwoord over de titel en zijn speurtochten: ‘Waarom in een reeks aantekeningen? Wel, er is nog zo veel, dat ik niet weet.’ Er zijn nog te veel vraagtekens. Negen van Brenneker’s aantekeningen (nr. 752 tot en met 760) hebben als titel ‘Slaven vliegen weg’.

In één van de versies geeft de toen 78 jarige Marti Doran van Santa Cruz aan: “De gené’s (afkomstig uit Guinee; lv) die weg wilden, kwamen bijeen ten oosten van de Cristoffelberg. Daar legde ieder een steen neer op dezelfde plaats. Dat werd een hele stapel, en die is nog te zien. Vandaar vlogen ze naar het land der gené’s terug. Dat is te zeggen alleen zij, die geen zout hadden gegeten. Die wel zout gebruikt hadden, moesten op Curaçao achterblijven.” Een andere oude man vertelde dat ze de plaats waar dit is gebeurd Bulabai (Wegvliegen) hebben genoemd, en later is er Bulabanda van gemaakt.

Regisseur Eché Janga, zoon van een Curaçaose vader en een Nederlandse moeder, kende een van de versies van dit verhaal. ‘Het verhaal is een verbastering van een oude slavensage die generaties lang in onder andere mijn familie werd doorverteld en zo bij mij is terechtgekomen.’

De werktitel van de film was eerst Vliegende vissen verdrinken niet, maar dat werd iets te lang bevonden. Piská buladó, wat in het Papiamentu vliegende vis betekent, werd verkort Buladó, ofwel opstijgen of hetgeen dat opstijgt. De titel staat, volgens Eché Janga (1978) en medescenarioschrijfster Esther Duysker (1985), symbool voor de geportretteerde veranderlijkheid van het leven: de onuitsprekelijke dans tussen vrijheid en de dood waar uiteindelijk de geest opstijgt. In het scenario begeleidt natuurreligie, de onzichtbare geestenwereld, en voorouderverering, de personages in hun zoektocht. “De dood is overal. Als je dat accepteert, kun je leven. Leven als de wind.”

In de film woont het elfjarige meisje Kenza samen met haar vader Ouira en opa Weljo op een autosloperij in Band’abou op Curaçao. De twee mannen zijn elkaars tegenpolen: Ouira is een rationele, westers ingestelde politieagent, terwijl Weljo zich identificeert met de oorspronkelijke bewoners en de spiritualiteit van het eiland. Kenzo moet haar plek zien te vinden tussen die twee uitersten. Ze mist haar overleden moeder, die ze nooit gekend heeft, en geleidelijk stelt ze zich steeds meer open voor de troostrijke en mystieke tradities van haar opa. Het is niet voor niets dat die twee tegenpolen in de filmpersonages zitten. De Curaçaose samenleving is een smeltkroes, een melting pot, met voornamelijk zowel  Afro-Caraïbische als westerse invloeden. Ongrijpbaar en spiritueel aan de ene kant, en rationeel en aards aan de andere kant. Dat maakt de Curaçaose cultuur spannend, avontuurlijk en vaak ook ongrijpbaar. En dat maakt Buladó tot de film die het is: spannend, mysterieus, sfeervol, en ja, soms ook ongrijpbaar. En mogelijk houd je net als pater Brenneker indertijd vraagtekens over. De samenleving op de Antillen wordt vaak matriarchaal genoemd: veel kinderen worden opgevoed door moeders, tantes en oma’s. De vader is vaak afwezig. Het is geen toeval dat in de film van Eché Janga het meisje door vader en grootvader wordt opgevoed: ‘Ik wil laten zien dat mannen ook kinderen kunnen opvoeden. Mijn eigen vader is, met zijn broer, door mijn grootvader opgevoed.’  

De film heeft een weldadig en behaaglijk rustig verhaaltempo, met fraaie overweldigende beelden. Met dank aan de pittoreske locaties, vooral het huis met de manzanilla boom en de autosloperij op het erf (gefilmd vlakbij Barber) is een voltreffer. De vormgeving is fraai, inclusief een prachtige geestenboom speciaal voor de film gemaakt met de hulp van de Curaçaose kunstenaar Giovanni Abath. Dat Eché Janga zijn acteurs goed kan regisseren, was vanaf MO (2010), zijn bekroonde examenfilm van de Nederlandse Film Academie, al duidelijk. De elfjarige Tiara Richards is een openbaring, de op Curaçao geboren acteur Everon Jackson Hooi (1982) en de  geboren en getogen Curaçaose regisseur en beeldend kunstenaar Felix de Rooy spelen geloofwaardige rollen als respectievelijk nuchtere vader en ‘zweverige’ opa.

Foto van de opnames op Klein Curaçao

In 2017 ging Double Play in première, de Engelstalige verfilming van de roman Dubbelspel van Frank Martinus Arion. Ook op Curaçao opgenomen, maar om dubieuze redenen Engels gesproken: men vermoedde zo meer kans te maken op een internationale doorbraak. In deze valkuil trapt Buladó gelukkig niet. Producent Derk-Jan Warrink was dat met mij eens: ‘Juist door de film heel lokaal te maken, wordt de film internationaal.’ De uitbreng richtte zich eerst op Filmfestival Rotterdam begin volgend jaar, en op andere grote internationale festivals. Toen het Nederlands Film Festival de film als openingsfilm wilde hebben, ging de planning om. Wanneer de film nu op Curaçao te zien zal zijn, is moeilijk te zeggen. Grote internationale festivals eisen exclusiviteit, een film mag van tevoren alleen in het ‘eigen’ land te zien zijn geweest. En is Curaçao dan na Nederland een tweede land? In ieder geval willen Janga en Warrink de film dolgraag snel in Barber op locatie vertonen, voor de inwoners van Band’abou. Een nuchter (‘westers’) citaat uit de film, dat mij bijbleef, is: “Wat je niet gekend hebt, kun je niet missen.” Dat kun je, wat mij betreft, parafraseren tot: Als je de film niet gezien hebt, heb je iets gemist.

Foto van de opnames

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter