blog | werkgroep caraïbische letteren

Ed Hart – Schoolreis (IV)

Op weg naar het gedeelte van de Coropinakreek dat Frigidaire wordt genoemd passeren we de winkel. Een groepje scholieren blijft er direct hangen en koopt dorstlessers. Nogal koud is hier het zwartbruine kreekwater waarin het nu krioelt van glimmende lichamen die hun zwemtechnieken demonstreren. De ingebeelde wichten met hun airs zitten afstandelijk het gescherts en geschater te verdragen. Ze zijn in zwempak ook nog omwikkeld met grote baddoeken. De meeste meisjes die in het begin wat schuchter waren in hun zwempakjes duikelen, spartelen en watertrappen nu uitgelaten mee. “Alle eendjes zwemmen in het water….”

In dit element zien vroegrijpe leerlingen hun kans schoon om, tijdelijk uit het wakend oog van juf of meester, aan het aftastend flirten te slaan. Geuren van oever, kreekwater en bos omgeven een smaak van zinnelijkheid die een felle binnengloed aanwakkert. De schoonheid van jeugd uit zich in diverse facetten van prille verliefdheid. Taxerende ogen haken zich vorsend in dromerige blikken die louter ter aanmoediging zedig worden neergeslagen of koket afgewend. Het waterfestijn resonneert en heeft zich tot bij de spoorbrug uitgebreid.

Na bijna anderhalf uur zwemvertier beginnen de eersten uit het water te gaan, gevolgd door de rest totdat de kreek geheel verlaten is. Samen met die in en rond de winkel rondhingen slenteren we in een lange optocht terug naar Berseba. Nu wel via het beschutte bospad aangezien iedereen blootvoets is en het brandend-heet geworden baanzand van de eerder genomen spoorroute nauwelijks te trotseren is.

Omstreeks 12.30 stromen we Berseba voltallig binnen. Gebronsd, gebruind en zowat knisperend van verkwikking. Ook hier hebben de achterblijvers het kreekwater flink in beroering gebracht.
Intussen hongerig geworden wacht ons verrassend, een uitgebreide maaltijd van smakelijk gestoofd schapenvlees met rijst en groente. Een kroes ijsgekoelde stroop erbij. Een uurtje later zoekt een ieder verzadigd een lig- of dutplekje. De invloed van het savannegebied is weldadig. Door loomrigheid bevangen doezelt de een na de ander half weg.Tegen half drie is de siësta voorbij en is er gelegenheid om de tijd te verdrijven met sjoelbak en domino of elkaar gezelschap te houden op schaduwplekken.Wie zin heeft mag meevaren voor een korte boottocht stroomafwaarts. Iedere keer een klein aantal.

Met twee korjalen de bocht om van de kreek waar een deel ervan permanent beschaduwd is door een plafond dicht gebladerte van hoog overhangende takken. Met weinig gerucht glijden de bootjes door het water en het is er koel maar ook deze donkerte bezorgt een lichte beklemming die doet verlangen naar meer licht en open ruimte. We passeren een meerplaats met achter op het terrein een kermisachtig opgeschilderde herenwoning. Moet ooit een aanzienlijke plantage- eigenaar’s residentie geweest zijn. Nadat de laatsten zijn teruggekeerd maakt ieder zich op voor vertrek.

Om kwart over drie zijn we startklaar voor de terugreis. Ontspannen wordt er gewacht en op het sein om te verzamelen. Wanneer het zover is bedankt een van onze leerkrachten het schoolhoofd, diens echtgenote en andere medewerksters voor hun gastvrijheid. Dan nemen we afscheid om tegen half vier opgewekt richting spoorbaan te marcheren naar de wachtende trein.

on 09.01.2011 at 13:37
Tags: /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter