blog | werkgroep caraïbische letteren

De paradox van Pim

door Tom van Moll

De minimalist die uit niets een film weet te toveren lijkt in niets op de levensgenietende dandy die zijn miljoenen over de balk smijt. De ijdele Prins Pim staat in groot contrast met de Pim die zichzelf en zijn prestaties wegcijfert. Parra de la Pim is een doldwaze clown die zijn beste vrienden van zich vervreemdt. In Parradox schets documentairemaker In-Soo Radstake een portret van de regisseur die vol tegenstellingen lijkt te zitten. Maar de echte Pim, zo zegt De la Parra zelf, die bestaat niet.

In Paramaribo, voor zijn tuinhek, spreekt De la Parra over zichzelf in de derde persoon. Hij maant de kijker zich uit de voeten te maken, want die Pim is gek, en die documentaire? Cut, cut! De bekende Surinaamse regisseur laat zich zo van zijn theatrale en paradoxale kant zien. Theatraal, want hij zet een masker op en neemt dat de rest van de films slechts een enkele keer weer af. Paradoxaal, want hij speelt vooral zichzelf. Zelf wuift hij het bestaan van de façade weg: “Ik probeer niet iemand anders te zijn dan dat ik ben.”

Parradox laat zien waarom De la Parra begon films te maken – regisseurs hebben altijd relaties met mooie actrices -, hoe hij plots miljonair werd door het succes van Blue Movie en hoe hij zijn kapitaal even snel weer verloor. Natuurlijk is er aandacht voor het ambigue succes van Wan Pipel. De film werd verguisd in Nederland wegens gebrekkige artistieke kwaliteit . Het kostte Pim zijn geld, zijn huwelijk en zijn vriendschap met productiepartner Wim Verstappen, die het project niets vond, en actrice Willeke van Ammelrooij, die niet het respect kreeg die zij zou verdienen. Voor Suriname werd Wan Pipel echter een tijdsdocument over de identiteit van een jonge republiek.Pim bevond zich daarna, soms letterlijk, op de rand van de afgrond. Radstake volgt hem naar Aruba, waar hij zichzelf destijds terug vond. Een uitnodiging om naar Cannes te gaan, slaat de regisseur echter af. Het zou een te grote confrontatie zijn: in Cannes liep De la Parra een Gouden Palm mis. De stad staat daarom symbool voor de deceptie van het grote ego, een ‘bananenschil’. Uit de vertwijfeling van Pim blijken tegelijk zijn ijdelheid en zijn onzekerheid.

De documentaire is ingegeven door de persoonlijke bewondering van Radstake voor Pim de la Parra. Hij laat een scala aan acteurs en oud-collega’s van Pim opdraven om de regisseur te lauweren, meestal gezeten voor een boekenkast of in een oerhollandse huiskamer. Slechts weinigen durven een kritisch woord over Pim los te laten, want dat is in de filmwereld taboe. De enige die de zelfopgetrokken muur rondom Pim kan doorbreken, en die maar ternauwernood voorkomt dat Parradox een lofzang wordt, is Willeke van Ammelrooij. In de confrontatie maakt zij duidelijk dat Pims existentiële vraagstukken nooit zijn opgelost.

Maar hoewel Pim een kleurrijk figuur is, en dus een dankbaar onderwerp voor een film, lukt het Radstake slechts de sluier te lichten, maar niet af te nemen. De rollen worden zelfs omgedraaid als De la Parra Radstake verleidt zelf voor de camera plaats te nemen: “Ik wil dat je ook iets van jouw persoonlijke problematiek prijsgeeft. Omdat je natuurlijk ook een beetje op mij lijkt.”

In de enkele persoonlijke gesprekken lukt het Radstake om de tweeslachtigheid van Pim in beeld te brengen: Pim kan iets stellig verkondigen, om datzelfde na een korte pauze weer te weerleggen. Radstake weet hem te laten praten over zijn zoon, die zelfmoord pleegde, maar het gesprek blijft afstandelijk. Een vertwijfeld ‘Ik heb er vrede mee’, klinkt niet erg overtuigend.
De jonge Radstake probeert met een naald in de huid van de mammoet te prikken. Het weinige dat hij daarmee bereikt, is dat die een interessant kunstje doet.

[uit de Ware Tijd, 05/01/2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter