blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

De Fries Hellinga en het Surinaams-Nederlands: taalemancipatie in de jaren 50

De Friese hoogleraar Hellinga, toen verbonden aan de Amsterdamse universiteit, lanceerde een lastige knuppel in het Surinaamse politieke hoenderhok. Die knuppel was al klaargelegd door de Surinamers zelf, die er ook mee begonnen te zwaaien: het Surinaams onderwijs moet aandacht besteden aan het eigene.

 

Wytze Gerbens Hellinga in 1966

Hellinga’s aanbevelingen in zijn rapport van 1955 om het Surinaams-Nederlands een plek te geven in het onderwijs, viel niet in goede aarde bij de elite die het beleid bepaalde. Beleidsmakers hielden stevig vast aan het Algemeen – toen nog formeel genoemd ‘Beschaafd’- Nederlands. Onderwijsministers als Lou Lichtveld en Hein Eersel, die het Surinaams-Nederlands wel expliciet erkenden, lukte het vooralsnog niet om het streven naar ABN te doorbreken. Albert Helman (ps Lou Lichtveld) vertaalde in 1954 Green Pastures, een toneelstuk van de Amerikaanse schrijver Marc Connelly naar het Surinaams-Nederlands. Nederlandse taalkundigen als Eva Essed-Fruin, later directrice van de Surinaamse lerarenopleiding, en de Nederlandse schrijver J.J.Voskuil schreven in de jaren 50 binnen het onderzoeksproject geleid door Hellinga, hun proefschriften over het Nederlands in Suriname.

 

Lees hier het volledige artikel op Linguistic Lifetsyle, 12 mei 2019

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter