blog | werkgroep caraïbische letteren

Een reepje stof tussen twee kolossale…

Over De verloren savanne van Lisette Lewin

door Jos de Roo

Een roman die begint met een uitvoerige stamboom van een familie belooft ingewikkelde en misschien wel scandaleuze familiegeschiedenissen weer te gaan geven. Zeker als daarboven nog eens staat: “Stamvaders van de familie Speijer waren de broers David Speijer (1694) en Hijman Speijer (1696), die in 1712 vanuit Duitsland naar Suriname kwamen.” Dan komt er nog eens drie eeuwen geschiedenis bij. Het is meestal boeiend om te zien hoe een romanschrijver de tijd en de verhoudingen tussen de figuren samenbalt tot een paar gebeurtenissen, waarin de figuren uit de verf komen, zodat helder wordt waar het hem of haar om te doen is.

Lisette Lewin heeft als hoofdfiguur en startpunt de Nederlandse jodin Loulou Speijer die in 1997 met haar tante Tilly over het boek van Stedman praat. Ze vindt dat joden niet zulke slechte slavenmeesters waren, omdat ze in Suriname kwamen om er te blijven en niet om snel winst te maken, zodat het in hun belang was dat de slaven gezond bleven. In het voetspoor hiervan beklaagt ze zich dat de kranten het over de zwarte Holocaust hebben, als ze over de slavernij schrijven. Ze vindt de slavernij geen planmatige vernietiging van mensen.
Het gesprek tussen de twee zit vol verwijzingen naar uitspraken van schrijvers en klassieke liederen, vanaf het begin is duidelijk dat Loulou zich schurkt in de wereld van de kunst. Zo zegt Loulou, die net haar vriend door een stom ongeluk heeft verloren, waaraan zij zich schuldig zegt te voelen, tegen haar tante: “Iedereen die lijdt onder de liefde, dus iedereen, kan Proust het beste keer op keer herlezen, vooral Albertine disparu.” Maar Proust lezen doet ze niet, want ze gaat liever heel ver weg om te gaan mijmeren onder een palmboom. “Ver weg. ‘Der Welt abhanden gekommen.’” Tante Tilly doet haar dan het idee aan de hand maar eens naar Suriname te gaan, om uit te zoeken of ze ook van indiaanse afkomst zijn: “Ik vermoed dat de grootmoeder van mijn grootvader Isidore Maurice een indiaanse was.” Meer motieven heeft Loulou niet om naar Suriname te gaan en die krijgt ze ook niet in de loop van de dikke roman. Verdriet om een verloren geliefde wordt eerst weggepoetst met een verwijzing naar de kunst en daarna met een exotisch tochtje.
Direct na aankomst in Suriname krijgt de lezer een staaltje van Loulou’s opmerkingsgave:

“Op de rand van het zwembad ligt een vrouw met haar achterste richting terras. Tussen die kolossale donkerbruine billen moet zich ergens een reepje stof bevinden. Ze vormen een horizontaal gespleten heuvel van glimmend vlees, zo hoog als een tafel. Dat er zulke billen bestaan. De rest van de vrouw is er achter verdwenen. Hier zit ik, overpeinst Loulou, in een land waar ik niemand ken, en waar iedereen familie van elkaar is.”

De passage is tekenend voor de manier waarop ze Suriname bekijkt en ook voor het totale gebrek aan samenhang in Loulou zelf,want de gedachtesprong die ze maakt naar haar eigen situatie houdt werkelijk geen verband met wat ze zat te observeren.
Ze gaat georganiseerde tochtjes maken, waar ze zich vooral ergert aan de reisgenoten. Herhaaldelijk bedenkt ze dat Surinamers na de onafhankelijkheid op hun rug zijn gaan liggen, want de familie in de Bijlmer met hun riante bijstandsuitkeringen stuurt toch wel geld op. Ze leeft helemaal op, als ze de Nederlandse homo Jan tegenkomt: “Eindelijk iemand met sarcasme om het leven hier te veraangenamen.” En, zowaar, er blijkt ook een goeie Surinamer te zijn. Het is de archivaris die heeft nagespeurd dat ze inderdaad een Indiaanse voorouder heeft en die daar helemaal niets voor wil hebben.
Je zou verwachten dat ze nooit meer naar Suriname gaat, maar ze gaat een tweede keer. Opeens blijkt ze hevig geïnteresseerd te zijn in de familiegeschiedenis. Hoe die interesse ontstaan is, is nergens duidelijk. Ze maakt er weer tochtjes, onder andere naar de vervallen Jodensavanne. Loulou als niet-religieuze Jodin, praat er nostalgisch met andere joden over het jodendom, maar verder dan het euforisch opsommen van rituele handelingen komen die gesprekken niet. Het blijk dus een jodendom te zijn dat losgeraakt is van zijn oorsprong en alleen bestaat uit uiterlijkheden, net zo verloren als de Jodensavanne is.
Lisette Lewin heeft als schrijfster natuurlijk alle recht een hoofdfiguur te kiezen die een ongeleid projectiel is in haar doen en denken en die ook nog eens hopeloos politiek incorrect is. Dat zou een boeiende roman kunnen opleveren. De coherentie die in mijn samenvatting zit, zit niet in de roman, omdat die overwoekerd wordt door andere zaken. Lewin mist het vermogen de drie eeuwen familiegeschiedenis samen te ballen tot enkele treffende momenten waarin we figuren leren kennen. Het verleden komt op een ongelooflijk houtenklazerige manier aan de orde door ellenlange geschreven nagelaten berichten van voorouders. Ze maken in feite alleen duidelijk dat Lisette Lewin haar huiswerk goed heeft gedaan door de historie te bestuderen. Dat doen de uitvoerige passages over Stedman ook, evenals het uitweiden over de relatie tussen een voorouder en de Tachtigers. Een goed schrijver verdiept zich in zijn materiaal en maakt daar dan heel selectief gebruik van. Lewin mist dit vermogen. Het vermogen zich te beperken bij beschrijvingen mist ze ook. De vele tochtjes die Loulou in Suriname maakt, houd je door de uitvoerige aandacht eigenlijk al gauw voor gezien, want alles wat gebeurt, moet worden beschreven.
Achter al die familiegeschiedenissen, belevenissen en gesprekken heb ik geen samenhang kunnen ontdekken. Lewin heeft zich in de veelheid van zaken verloren, of om op een van haar beschrijvingen te variëren: “ Nu ligt er op mijn tafel een dik boek open geslagen. Tussen de twee kolossale stapels bladzijden moet zich ergens een reepje stof, een boodschap bevinden. Dat er zulke boeken bestaan.”

Lisette Lewin: De verloren savanne, Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2008. ISBN 978 90 388 45715, 444 pp.

[overgenomen uit het zojuist verschenen nieuwe nummer van Oso, jrg. 30, nr. 1, april 2011]

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter