blog | werkgroep caraïbische letteren
1
 

De Surinaamse taalproblematiek (3)

door mr dr W.R.W. Donner

Belgische gebieden
Ook in de Belgische gebieden van Afrika werd korte metten gemaakt met het Nederlands (Vlaams). Kongo kwam in 1880 in Belgische handen. Dat bleef zo tot 1960. Terwijl in België de Vlamingen en Walen elkaar steeds in de haren zaten en zitten, over het primaat van de taal, is daarvan in de Kongo niets te merken. Daar is Frans gewoon de officiële taal. Dit is ook het geval in Rwanda Burundi. Dit land was een Duitse kolonie tot 1923. Toen kregen de Belgen het in handen tot 1962. Ook daar is Frans de officiële taal.

Zuid-Afrika

En wat te denken van Zuid-Afrika? In 1822 voerden de Engelsen, die het tijdens de Napoleontische oorlogen daar voor het zeggen hadden gekregen, het Engels in als officiële taal. (Noot: Ze hadden het samen met Guyana en Sri Lanka(Ceylon) van Nederland gekregen. Nederland kreeg ter compensatie België van ze). In 1910 zagen de Boeren kans hun taal die tot dan toe als Nederlands werd aangeduid tot tweede officiële taal te verheffen. (Noot: moe geworden van de steeds terugkerende aanmerkingen van de Hollanders op het ouderwetse taaltje dat ze daar in Afrika spraken, werd de naam in 1925 veranderd in Afrikaans, hetgeen hun de vrijheid gaf hun taal zonder gezeur te spreken en te schrijven zoals ze wilden. Ook de Belgen zeggen nooit dat ze Nederlands spreken maar Vlaams van Vlaanderen [noot van de redactie: dit is pertinent onjuist; Luc Devoldere bijvoorbeeld, hoofdredacteur van het invloedrijke Ons Erfdeel, verzet zich al jaren tegen het regionaliserende ‘Vlaams’op goede, linguïstische gronden spreekt hij van Nederlands].). Nu zijn Afrikaans en Engels de officiële talen van dat land (naast een dozijn andere inheemse talen). Maar 45 procent van de bevolking spreekt of verstaat Engels. Zwarte Afrikanen geven de voorkeur aan het Engels {noot van de redactie: m.u.v. de 9 miljoen zwarte Kaapbewoners die Afrikaans spreken]. En wat te denken van de grote rellen van 1976? Die ontstonden toen de toenmalige Zuid-Afrikaanse regering het Afrikaans(Nederlands) als verplicht vak wilde invoeren op de scholen. Als je de taal nou Nederlands of Vlaams of Afrikaans noemt, niemand schijnt er zin in te hebben.  

Dichter bij huis

Guyana was eerder dan Suriname een Nederlands wingewest. Het land is door Nederlanders geregeerd van 1616 tot 1816. Dus twee honderd jaren lang. Alleen een paar Nederlandse straatnamen herinneren aan het Nederlandse bewind. Een ieder spreekt daar Engels. Op de Bovenwindse eilanden Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten spreekt een ieder Engels. (Sint Maarten de helft Frans). Op de benedenwindse eilanden Curaçao, Aruba en Bonaire spreekt men Papiamentu. Van hoog tot laag, van spierwit tot gitzwart, van rijk tot arm.

Curaçao
Ik was er toevallig bij toen er op Curaçao korte metten werd gemaakt met het Nederlands ten faveure van het Papiamentu. Dat was in 1957 of 1958 ik wil er vanaf wezen. Dat ging zonder ruzie, zonder poespas van de ene dag op de andere. Ik woonde als regeringsdeskundige een vergadering bij van de Eilandsraad. Midden in de debatten over een pietluttig onderwerp stond een van de leden, Rah Martinez geheten, op om het woord te voeren. “Meneer de voorzitter,” zei hij ongeveer,” ik wil iets zeggen maar ben niet in staat dat goed te doen in het Nederlands. Sta mij toe dat ik dat in het Papiamentu doe.’ De voorzitter, Michael Gorsira geheten (een erudiet man die later ambassadeur zou worden in verschillende landen), had daar bezwaar tegen want gebruik van het Papiamentu zou het notuleren bemoeilijken. Hij kreeg ogenblikkelijk de volle laag van zowel coalitie als oppositie Een ingediende motie om een ieder toestemming te verlenen zich van het Papiamentu te bedienen werd met algemene stemmen aangenomen. Gorsira liet het er niet bij zitten maar diende de beslissing ter vernietiging in bij de centrale regering. Daar ging hij bij de duivel te biecht. De regering besliste ogenblikkelijk dat niemand een Antilliaan mocht beletten om waar dan ook zich van het Papiamentu te bedienen. Dat lieten de leden van de Staten zich geen twee keer zeggen. Om het notuleren te vergemakkelijken werd onmiddellijk een commissie ingesteld om een uniforme schrijfwijze voor het Papiamentu samen te stellen.

Suriname
Het Nederlands werd eigenlijk pas in 1876 als officiële taal in ons land ingevoerd. Daarvoor sprak een ieder Neger-Engels (een taal die ontstond toen dit land een kolonie was van Engeland 1640-1667 (zie het proefschrift van dr. Rens, The historical and social background of Surinam’s negro‑English). De elite sprak Nederlands. In veel scholen werd lesgegeven in etnische talen als Sranantongo en Saramaccaans. (Dat staat in de memorie van toelichting op die wet). In 1876 werd de algemene leerplichtwet voor alle kinderen van 7 tot 12 jaar afgekondigd. Curieus is dat invoering van een zelfde wet in Nederland op heftige tegenstand stuitte. Dat lukte pas in 1901 toen de voorstanders kans zagen de algemene leerplichtwet door te drukken (voor kinderen van 6 tot 12 jaar) met de meerderheid van een enkele stem (50 tegen 49). Volgens de bronnen gelukte dat dank zij het feit dat een tegenstander genaamd Francis David Schimmelpenninck van zijn paard was gevallen en daardoor niet kon stemmen. Het paard is verstandiger dan zijn meester zeiden de voorstanders van de wet. Ook curieus is, dat die wet niet eens zo ver ging als de Surinaamse versie. Boerenkinderen mochten wegblijven tijdens de oogsttijd en ook dochters waren vrijgesteld als ze voor het gezin moesten zorgen. De Surinaamse wet kende deze uitzonderingen niet. Ook op de Antillen werd deze wet niet ingevoerd. Voor degenen die steeds afgeven op het kolonialisme citeer ik uit een artikel ‘Leerplicht uit internet’:
Het Nederlands werd ingevoerd als enige onderwijstaal. Het Nederlandstalige onderwijs zorgde ervoor dat kennis van het Nederlands niet langer beperkt bleef tot de (blanke) bovenlaag van de bevolking, maar zich verspreidde over de gehele bevolking en kon uitgroeien tot de nationale taal die het vandaag is. Bovendien kreeg de bevolking via het onderwijs toegang tot de Nederlandse cultuur en werd zodoende het hogere doel ‘volksverheffing’ in de praktijk gebracht.’
De Hollanders die dachten goed te doen, ondanks krachtige oppositie, om alle Surinamers te leren lezen en schrijven waren ondanks dat bezig ons te onderdrukken, zeggen kenners.
Doet me denken aan een mop uit de tijd van Jopie Pengel. Als het regende was het de schuld van Pengel. Als het niet regende was het ook de schuld van Pengel.

[Wordt vervolgd (klik hier). Daarbij zal ik onder ogen zien of het Nederlands een zegen voor ons is geweest.]

1 comment to “De Surinaamse taalproblematiek (3)”

  • Correctie.
    De Curacaoenaar die de aanleiding was om op d.d. 8 feb. 1958 de Nederlandse taal uit de Curacaouse eilandsraad te pleuren was genaamd Chano Margareta. Niet Rah Martinez.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter