blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

De kwestie Stef Blok

door Ken Mangroelal

Een besloten bijeenkomst. Een ideale gelegenheid om vrijuit te spreken. Een geselecteerd gezelschap van toehoorders. Een genodigde spreker, Stef Blok, minister van Buitenlandse Zaken. Een aanhoudend hete zomer. Climate Change doet z’n werk.

 


Het lang gekoesterde gif van de minister stuwt vanuit zijn hart omhoog, vloeit over zijn geslepen slangentong en sproeit zich in fijnzinnig speeksel over de hoofden van de toehoorders uit. En dat slechts om hen te prikkelen denkt hij. Maar al spoedig veranderen de speldenprikjes in wespensteken die de gezichten van de toehoorders doen zwellen van verontwaardiging. Het doodgewaande gedachtengoed van imperialisme en kolonialisme van blanke suprematie, van rassenhaat en segregatie van boerse etnocentrisme van ‘onbekend maakt onbemind’ , steekt opnieuw z’n kop op en vindt zijn zoveelste opstanding, zijn reïncarnatie in het bleke oerdegelijke gelaat van een gortdroge saaie piet, de minister van Buitenlandse zaken.
En zonder schroom blaast hij hoog van de toren: “ Het zit diep in onze genen dat wij niet zo goed in staat zijn een binding aan te gaan met ons onbekende mensen.”
Zijn genetische geaardheid brengt hij niet als een onvermogen of menselijk tekort maar als een universeel axioma. Het uitsluiten van de ander is niet meer dan genetische noodzaak.

Hierna volgden van de minister de opgelegde spijtbetuigingen, mea culpa’s een hete zomer lang.

Hij moest door het stof als ritueel. Maar aanblijven moest hij om zijn partij, de VVD en de coalitie te redden.

De zoveelste kans van Nederland om met het koloniale verleden in het reine te komen ging weer eens verloren.

En opnieuw maakt een parlement zich medeplichtig aan het beamen en koesteren van wat hun genetisch heilig is.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter