blog | werkgroep caraïbische letteren

The making of Ronnie Brunswijk in Nederlandse media (1)

door Ellen de Vries

‘De binnenlandse oorlog in Suriname was als oorlogsverslaggever een van mijn mooiste reizen. Het was een bijna zwart-wit verhouding. The good guy tegen de bad guy’, zei Arnold Karskens, doorgewinterd oorlogsjournalist, tijdens de presentatie van zijn boek Rebellen met een reden eind oktober 2009 tegen de Wereldomroep. In die Binnenlandse Oorlog (1986-1992) – zoals de strijd tussen Ronnie Brunswijk en voormalig bevelhebber van het Nationaal Leger Desi Bouterse genoemd wordt – was Bouterse in de ogen van Karskens the bad guy. ‘Want Desi Bouterse was natuurlijk verantwoordelijk voor veel doden in Suriname.’ De strijd van Brunswijk was wat Karskens betreft ‘een rechtmatige strijd tegen de dictatuur’ [i] En vóór terugkeer van de democratie. Niet iedereen zal het met Karskens eens zijn geweest. Sommigen – ook buiten de kring van Bouterse-getrouwen – menen dat de Binnenlandse Oorlog het democratiseringsproces dat kort daarvoor in gang was gezet, juist verstoorde![ii]

Met zijn uitspraak bevestigde Karskens het beeld dat er bestaat van partijdigheid van het Nederlandse journaille bij de Binnenlandse Oorlog. Tijdens de gesprekken die ik voerde voor mijn boek Suriname na de Binnenlandse Oorlog kreeg ik het verwijt vaak te horen. Zo wilde ex-commandant Henk Roy Matui – Mato – wel praten over de reden waarom de Tucayana Amazones zich mengden in de strijd tussen Bouterse en Brunswijk, maar niet voordat hij zijn hart had gelucht. Hij vond: de Nederlandse media maakten Brunswijk ‘groter’ dan hij was (De Vries 2005:133).

Henk Herrenberg (1988:14, 27-28), voormalig minister van Buitenlandse Zaken en vertrouwenspersoon van Bouterse, beschuldigde Nederlandse media er zelfs van een ‘burgeroorlog’ te hebben gepropageerd. Door gewapende acties aan te moedigen zouden de media de ‘agressie-daden van de gewapende bende van de Redi Moesoe Ronnie Brunswijk’ gerechtvaardigd hebben. Volgens Herrenberg was het niet toevallig dat Brunswijk wel eens een rode baret droeg. Met Redi Musu (moderne spelling, letterlijk: roodmuts) verwees Herrenberg naar vrijgemaakte slaven, die in de achttiende en negentiende eeuw in opdracht van het Nederlandse gouvernement met rode hoofddeksels getooid, jacht maakten op gevluchte slaven die zich in het oerwoud hadden gevestigd en vandaar uit plantages overvielen. Redi Musu stond voor Herrenberg gelijk aan verrader.

Ook uit andere hoeken kwam commentaar. De Nederlandse onderzoekers Wim Hoogbergen en Dirk Kruijt (2005:272) stelden in De oorlog van de sergeanten. Surinaamse militairen in de politiek onverbloemd: ‘De Nederlandse pers is gedurende de hele oorlog extreem pro-Brunswijk geweest […].’ Ook de Surinaamse wetenschapper Marten Schalkwijk (1994:173) hekelde in Suriname. Het steentje in de Nederlandse schoen de vooringenomenheid van de Nederlandse pers. Journalist Nita Ramcharan (2008:189) wees in K’ranti! De Surinaamse pers 1774-2008 met de vinger naar Nieuwe Revu, die ze eenzijdigheid in de berichtgeving verweet.

[vervolg, klik hier]

[overgenomen met toestemming van Oso, jrg. 30, 2011, nr. 1, ook verschenen op de site van Rozenberg http://rozenbergquarterly.com/ ]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter