blog | werkgroep caraïbische letteren

Poëzie vertalen uit het Papiaments, hoe doe je dat?

door Fred de Haas

Als ik die vraag echt serieus zou stellen, zou dit natuurlijk van een geweldige arrogantie getuigen. Het is allerminst de bedoeling om in dit artikel een afdoende recept te geven voor de beste manier van literair vertalen uit het Papiaments. Integendeel. Ik wil alleen maar laten zien hoe lastig het voor vertalers soms kan zijn om een goede beslissing te nemen.

Het commentaar dat ik de loop der jaren van vrienden en bekenden (onder wie letterkundigen en critici) ontving heeft mij er daarom toe gebracht enige gedachten op papier te zetten over het vertalen van Papiamentstalige gedichten in het Nederlands.Het commentaar dat ik de loop der jaren van vrienden en bekenden (onder wie letterkundigen en critici) ontving heeft mij er daarom toe gebracht enige gedachten op papier te zetten over het vertalen van Papiamentstalige gedichten in het Nederlands.

De doelgroep / Allereerst zou ik willen opmerken dat de doelgroep voor wie een vertaling of bewerking bestemd is een andere is dan de oorspronkelijke doelgroep. Een oorspronkelijk Papiamentstalig gedicht is bedoeld voor Papiamentstalige lezers/luisteraars die zo’n gedicht vanuit hun eigen, bekende cultuur op waarde zullen schatten. Wanneer Papiamentstalige auteurs een van hun gedichten aan een zaal vol ‘native speakers’ voorlezen zullen zij in veel gevallen al of geen waardering krijgen op grond van criteria die ongrijpbaar zijn voor mensen die niet thuis zijn in de ‘Antilliaanse’ taal- en cultuur.

Het inheemse publiek zou, bijvoorbeeld, op de eerste plaats geboeid kunnen zijn door de directe uiting van gevoelens, door assonerende klanken, door het ritme en de ‘melodie’ van de taal. Assonantie, ritme en melodie zijn immers belangrijke stijlkenmerken van de Papiamentstalige poëzie. Voor andere talen gelden weer andere, net zulke belangrijke stijlkenmerken. Zo zijn klemtonen bepalend voor de traditionele poëzie in de Germaanse talen, terwijl voor Romaanse talen als het Frans en het Spaans het aantal lettergrepen in een vers een grote rol spelen. De Slavische talen zitten er een beetje tussenin. In veel taalsystemen is het rijm een belangrijk stijlmiddel, zeker in de ‘oude’ poëzie.

Met deze verschillen moet een vertaler rekening houden. Als dat niet of onvoldoende gebeurt kunnen er slechte taalproducten ontstaan die niet geschikt zijn voor de doelgroep waarvoor de vertaling/bewerking bedoeld is. Het kan namelijk makkelijk gebeuren dat je gekunstelde resultaten krijgt wanneer je een stijlmiddel uit een bepaalde taal toepast op een andere taal. Zo vind je in de Russische poëzie van de 18e eeuw gedichten die een strak syllabisch Pools metrum hanteren. Men dacht nu eenmaal dat dit zo hoorde. Maar het effect was iets zeer kunstmatigs, niet iets dat bij het Russisch paste. Poesjkin was een van de eersten die aan die gekunstelde manier van doen een eind maakte.

Rijm in Creoolse talen / Om dichter bij ons onderwerp te blijven: rijm hoort niet echt bij het Papiaments. Men heeft vroeger wel berijmde gedichten in het Papiaments gemaakt, maar dat had toch een zeer beperkend effect. Het Papiaments beschikt namelijk niet over het grote aantal synoniemen waarover talen die een meer dan 1000-jarige  ontwikkeling hebben doorgemaakt wél beschikken.  Het Papiaments heeft nu eenmaal een kortere (ongeveer 400 jaar) en geheel andere geschiedenis dat het Frans of het Spaans. Het heeft andere eigenschappen, waaronder een Afrikaanse ‘melodie’ en het heeft een kleinere woordenschat. Dit laatste wordt nogal eens –  tegen beter weten in –  ontkend, maar je hoeft maar de twee belangrijkste woordenboeken te bekijken om te zien dat het wel degelijk zo is. Zo zien we dat er in het woordenboek van Joubert voor het Nederlands 7000 meer ingangen zijn dan voor het Papiaments. In het woordenboek van Van Putte is het verschil zelfs 10.000.
‘Vroege’ dichters als Daal, Lauffer, Juliana, De Veer en wat latere dichters als Domacassé en Orman (om er slechts enkele te noemen) hebben – gevoelsmatig –  begrepen dat ze met andere stijlmiddelen moesten werken dan het rijm. En dat hebben ze met succes gedaan. 

Letterlijk vertalen of liever niet? / Het antwoord op die vraag is en blijft een heet hangijzer in de discussies. Ik kan slechts mijn eigen mening hierover geven. Het is een onweerlegbaar feit dat een letterlijke vertaling uit het Papiaments op een Nederlandse doelgroep heel anders overkomt dan het in de oorspronkelijke taal geschreven gedicht op een Antilliaanse doelgroep. En hierin ligt een taak voor de vertaler/vertaalster. Die moet ervoor zorgen dat het gedicht ook geslaagd is voor de nieuwe, in dit geval Nederlandse, doelgroep die een oordeel velt op grond van andere, misschien totaal verschillende kriteria. Vertalers zien zich dus meestal genoodzaakt – in afwijking en ter compensatie van het oorspronkelijke –  gebruik te maken van expressiemogelijkheden die hun eigen moedertaal biedt.
Wat mag een Nederlandse vertaler doen met een Papiamentstalig gedicht waarvan de verzen een welluidende ritmische structuur hebben maar onderling niet rijmen? Mag hij dat gedicht gedeeltelijk of helemaal op rijm bewerken? Ik vind van wel. Je werkt immers voor een andere doelgroep? Pierre Lauffer heeft zich ooit eens negatief uitgelaten over het gebruik van rijm. Maar zijn opvatting sloeg ongetwijfeld op het gebruik van rijm in de Papiamentstalige poëzie. En daarin kan ik hem alleen maar gelijk geven.

Enkele voorbeelden / In een Nederlandse bewerking zou het rijm wel eens een goede plaatsvervanger kunnen zijn voor expressiemiddelen –  zoals een bijzondere ritmiek en klank –  waarover de Nederlandse taal nauwelijks beschikt, in tegenstelling tot het Papiaments. Ik geef u ter verduidelijking hierbij een kort fragment met schitterende assonanties uit de ‘Balada di Buchi Fil’ van Pierre Lauffer.

‘N’é baranka den kabes dje seru haltu / Fil a para wak laman i grita Nena / pa despues e tira kurpa den abismo, / ku e nòmber dje nigrita na su boka’.

Letterlijk vertaald zou dit luiden:

Op de rots bovenaan de hoge heuvel / stond Fil te kijken naar de zee en riep om Nena / Hij wierp zich toen in het ravijn / met de naam van zijn negerinnetje op de lippen.

Dat klinkt in het Nederlands houterig en nogal lelijk. Zo’n tekst nodigt bepaald niet uit tot verder lezen. Om die reden zou ik aan de volgende – bewerkte –  tekst in het Nederlands de voorkeur geven:

Op een rots, hoog op de heuveltop, / Stond Fil te turen naar de zee en riep om Nena. / Hij sprong de afgrond in vanaf de klippen / Met de naam van Nena – zijn ‘nigrita’ – op de lippen.

De ritmiek in de hele strofe van de bewerking en het rijm in de twee laatste verzen hebben hier een duidelijke functie. Het zorgt voor een zekere compensatie van de assonerende klinkers van het Papiaments. Het woord ‘nigrita’ is met opzet gehandhaafd in de tekst en de naam ‘Nena’ wordt in de bewerking zelfs tweemaal genoemd om de intimiteit van het gedicht te benadrukken. Kortom, in de bewerking wordt duidelijk afgeweken van de oorspronkelijke tekst. Maar wel om goede redenen.

Het vertalen/bewerken van liedjes / Het is heel goed mogelijk om Papiamentstalige liedjes te vertalen in het Nederlands waarbij ook de Nederlandse tekst gezongen kan worden, de inhoud nagenoeg hetzelfde blijft, terwijl er voor het Nederlands andere stijlmiddelen worden toegepast. Als voorbeeld zou ik een fragment willen geven uit een liedje waarvan de tekst is gemaakt door Pierre Lauffer: Nèshi di Maribomba (Wespennest).

Nèshi di maribomba

Est’ un nèshi maribomba
ku mi tin ku biba aden
No ta ‘na mi or’i porta
Ni laga mi sosegá

Si mi sera mi bentana
Ku mi porta na kandal
Nan ta bira kakalaka
Drenta huki di mi kas

Si mi kumpra un algu nobo
Ya bisiñanan tur sa
Si mi hòrta sunchi Papi
Ya bisiñanan tur sa

Ta un kos so mi ke
Di mal bisiña librami
Ta un speransa mi tin
Di mal bisiña librami

Ta un regalo mi ke
Di mal bisiña librami
Ta un deseo mi tin
Di mal bisiña librami (bis)

Pierre Lauffer

Wespennest

Wat een nestvol maribomba’s
heb ik altijd om me heen!
Geen seconde voor ‘mezelluf’
en ze roddelen gemeen.

Ramen dicht, deur op het hangslot,
opgesloten zit ik thuis.
Maar dan worden maribomba’s
kakkerlakken in m’n huis!

Koop ik weer eens nieuwe spullen
dan weet iedereen daarvan;
Als ik Paatje vlug een kus geef
weet de buurman daar ook van.

Ja, ik wil maar één ding:
ik wil nu af van de buren!
Ja, ik hoop echt maar één ding:
ik wil nu af van de buren!

Ja, ik wil echt één kado:
ik wil nu af van de buren!
Ja, ik wil echt maar één ding:
ik wil nu af van de buren! (bis)

De Nederlandse bewerking heeft natuurlijk een heel andere sfeer dan de Papiamentstalige. Native speakers zullen ongetwijfeld de tekst in hun eigen taal verkiezen boven de Nederlandse bewerking. Logisch, want het Italiaanse adagium ‘Traduttore Traditore’ (de vertaler is een verrader) blijft in de meeste gevallen wel van kracht.

ontleend aan Antilliaans Dagblad, zaterdag 20 januari 2018.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter