blog | werkgroep caraïbische letteren

Ik ben zachtjes gelukkig

De laatste parade van Ruth San A Jong

door Ko van Geemert

In deze bundel met negen korte verhalen, waarmee de in Paramaribo wonende Ruth San A Jong (1970) debuteert, speelt de dood een hoofdrol. In het titelverhaal gaat het om de dood van Hugo, ‘de man van het dubbelleven’. Hugo’s credo is: ‘Mi no wani no wan babari’, mocht ik ooit sterven dan geen schandaal aan mijn oren, maar wel vrolijkheid en plezier. Duidelijk wordt voor welke problemen een bijvrouw komt te staan als haar geliefde overlijdt en wat ze moet doen om ervoor te zorgen dat zijn geest haar ’s avonds niet komt kwellen. Het tweede verhaal vertelt over een achtjarig meisje van wie de moeder overlijdt. De derde geschiedenis betreft een moeder die aanvankelijk moordneigingen heeft bij het zien van haar dochtertje dat uit een verkrachting is geboren; later vindt zij nota bene werk in het huis van haar verkrachter. In het volgende verhaal krijgt een jonge man inzicht in de homoseksuele gevoelens van zijn net overleden vriend: ‘De waarheid kwam tot mij in een veel te laat visioen’. Vervolgens ontmoeten we een vrouw die het lijk moet wassen van haar vermoorde, geliefde buurjongetje. In verhaal zes treffen we een buitenvrouw die volgens de traditie een onderbroekje in de kist van de dode minnaar moet gaan leggen: ‘De vrouw wachtte tot mijn gesnik een beetje minder werd en vroeg plots met een verwijtende blik naar de onderbroek.’ Verhaal zeven gaat over een groepje jongeren dat alles samen doet, zoals ‘samen naar Republiek’ gaan. Het loopt voor een van hen niet goed af. Hierna volgen we een stervensproces: ‘Ze hebben champagne geschonken, op mijn verzoek, de stekker gaat eruit. Ik ben zachtjes gelukkig’. En in het laatste, aangrijpende, verhaal ‘Inferno’, lezen we hoe een dochter haar zieke moeder tot de dood verzorgt. Schrijnend zijn de toestanden die patiënten en familie moeten doormaken als iemand in de isoleerkamer van een gesticht belandt. Het eindigt zo: ‘Op het lint van mijn grafruiker: VLIEG LIEFJE, VLIEG, JE GEEST IS NU VRIJ’.
Het zijn vrijwel allemaal boeiende verhalen, waarin facetten van het Surinaamse leven worden beschreven die lang niet bij elke lezer bekend zullen zijn. Daarbij springen twee dingen naar voren: San A Jong heeft een vlotte pen, en ze schrijft zonder opsmuk of sentimentaliteit – en vooral dat laatste ligt constant op de loer bij een onderwerp als dit. Eerder was werk van haar te lezen in de bloemlezingen Waarover we niet moeten praten (2007, Vereniging Ons Suriname) en Voor mij ben je hier (2011), samengesteld door Michiel van Kempen.
De laatste parade is een mooie verhalenbundel, een debuut dat naar meer smaakt.

De laatste parade, Ruth San A Jong, 2011, Uitgeverij In De Knipscheer, ISBN 9789062656721

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter