blog | werkgroep caraïbische letteren

Els Moor – ‘In de schaduw van de elite’

Een waar verhaaltje

Een ‘buurtloop’ – dat is wat het bestuur van de buurtvereniging van de buurt waarin ik woon had georganiseerd voor afgelopen zaterdag. Vorig jaar is er ook een geweest. Ik was er toen niet. Op de uitnodiging van die van nu zag ik een foto van vorig jaar: veel, veel mensen liepen door mijn Uraniumstraat.

 

Els Moor

Ik houd niet van deze buurt. Een stuk of vijf geasfalteerde straten met deftige huizen en keurige tuinen, verschillende chique auto’s op de erven. Een elitebuurt dus. Toen ik zeven jaar geleden met de huisbaas ging kijken naar het huis in aanbouw dat hij wilde verhuren was ik zo enthousiast over huis en erf en het feit dat ik over vele zaken kon mee-beslissen, dat ik niet keek naar de buurt en er ook niet naar vroeg. En in oktober 2007 trok ik in het huis en genoot van het mooie licht, van de wind die door alle shutters komt en het koel maakt, van de ideale werkruimte en het feit dat ik met tuinman Roberto zelf aan het erf kon werken, zodat het helemaal werd, wild en toch netjes, zoals ik het wil.

Maar nooit had ik contact met de buurtbewoners, tot er een bijeenkomst kwam van de ‘buurtvereniging’. Ik ging erheen in de hoop dat ik er contact zou kunnen leggen. De buurtbewonerts stonden in groepjes ergens bij een huis op de stoep en er waren tafels met drankjes en hapjes. Ik stond te praten met een paar heren en daar kwam de voorzitter van De Nationale Assemblee (DNA), Jennifer Geerlings-Simons die in diezelfde straat woont. ‘Ken je Els Moor?’, vroeg de heer met wie ik praatte. Ze keek me even aan, draaide zich om en rende haar huis binnen. Oeiii , er was dus iets mis! Enfin, ik ben lid van de Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede (OGV) vanaf het begin in 1987, heb boeken gemaakt over heikele onderwerpen voor haar kring en onze pagina is ook niet altijd even politiek-vriendelijk. Dat zal het wel zijn. Mensen kregen de gelegenheid om iets te zeggen. Ik had in mijn vorige laan veel contact met de kinderen, we hadden een boekenclub en voerden toneelstukken op naar Surinaamse kinderverhalen. Een is zelfs gebruikt bij de opening van het Kinderboeken Festival (KbF) en kwam op tv! Verder hielpen we elkaar altijd en bezochten elkaars ‘bigi yari’ in die laan. Dus hier zei ik dat ik alle Surinaamse kinderboeken heb en dat ik best wel wat met lezen, voorlezen of toneel wilde doen met de kinderen. Diepe stilte; niemand zei iets….

Nou, we zijn een paar jaar verder en er zijn nog steeds geen contacten geweest. Bovendien groeten de meest mensen mij niet. Zou ik gaan naar de loop? Je moet toch een beetje moedig zijn en wie weet… De vrouw die mij de uitnodiging had gebracht was aardig en had gezegd dat ze het fijn zou vinden als ik kwam. Dus ik ging. Verzamelen op een hoek van een straat. Ik was op tijd en de eerste. Niemand was er, behalve de twee organisatrices. Ik tekende een blad met namen. Ik wachtte met de twee dames. Er kwamen wat mensen, niet veel, misschien vijftien… meest heren. Ik stond daar, stak mijn hand uit om te groeten, maar meestal werd die niet gepakt. Er waren zelfs mooie, lange ,mannen in dure sportkleding die zich afdraaiden toen ze me zagen. Eén heer gaf me een hand en vroeg waar ik woon. De enige. Ik praatte een beetje met de twee dames en we wachtten. Er kwamen er nog een paar. Een kwartier te laat vertrokken we. Kwart over zes, de avond viel. Niet in het donker lopen! Mannen gingen voorop… ze liepen keihard. Ik liep in het midden. Anderen haalden mij in. Ik kon niet zo snel lopen. Niemand keek om naar mij, iedereen de hoek om, ik pas veel later. Door mijn straat, ik alleen, de anderen alweer bijna aan het einde van de straat. Ik kwam bij mijn huis. Roberto paste op huis en honden. Bruinie was blij; hij kwispelstaartte. Roberto lachte vriendelijk. Thuis, een eigen klein wereldje in de grote elitaire kapitalistische wereld waarover ik toevallig net nu een goed boek lees, ‘De schaduw van de verlichting’van de Belg Eddy van Tilt. Hij zet ‘ratio en welvaart’ tegenover ’relatio en welzijn’. Die moeten samen kunnen gaan, maar dat gebeurt maar heel weinig! Het draait om ratio en kapitalisme, welvaart. Het gaat voornamelijk over België en Nederland. Hier zijn we in Suriname, een ontwikkelingsland met veel, veel armen die weinig loon krijgen of niet of nauwelijks werken, en dorpen in het binnenland ( die ik goed ken), waar men leeft met de natuur op zijn kostgrond, zonder of met heel weinig geld.

Ik ben het alweer te boven, geniet van mijn mooie wilde erf, van het huis vol boeken en Surinaamse kunst en die twee lieve honden. In de schaduw van de elite!

on 05.07.2016 at 9:51
Tags:

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter