blog | werkgroep caraïbische letteren

Polare: blijf in uw vrieskist!

door Michiel van Kempen

Er was eens een boekhandel aan het Koningsplein in Amsterdam en die boekwinkel heette Scheltema. Een goed-Hollandse naam voor een behoorlijk goede en ook wel erg grote boekhandel. (Groot en goed is zeker niet altijd hetzelfde.)  

Die boekhandel op het Koningsplein werd opgeslokt door het soort lieden dat evengoed in gebreide kousen, scootertjes of zwembanden investeert, als het maar nog meer poen opbrengt voor hun steeds poenerige villa’s en cabriolets. Plotseling heette Scheltema Selexyz of Seleksyz of Seleksis – dat je niet meer wist hoe je de naam moest spellen, was al een veeg teken. In alle steden verdwenen boekhandels met fatsoenlijk uitspreekbare namen als Broese & Kemink aan de Oudegracht in Utrecht, en Dekker & Van de Vegt aan het Plein 1944 in Nijmegen, Donner aan de Lijnbaan in Rotterdam. Donner: helderder naam is er toch niet? Een prachtwinkel over vijf, zes etages in hartje Rotterdam met een prachtige antiquarische afdeling, een indrukwekkende muziekafdeling, een tijdschiftenafdeling, een koffie- en taartenhoek, en een geweldige “normale” boekhandel, àlles vond je er: elk dichtbundeltje dat je zocht. Maar nee Donner werd het schhlitzende, schliffende, zwetsjerige  vehikel van iets wat Selexyz heette of althans iets in die geest, iets  wat alles was, behalve selectief: als het maar verkocht per kilo, dan was het nog net verkrijgbaar, en als er in de trechter die onder elk filiaal van de keten werd gebouwd maar eurotjes naar beneden drupten, recht in de kofferbak van poenerige cabriolets die daar geparkeerd stonden, dan was het “op voorraad”.

En opeens was Sjelexjiz ook weg en was ook De Slegte weg en dat heette dan allemaal samen weer Polare, een heldere naam, ik geef het toe, maar een naam die je gebruikt voor ingevroren vissticks, of een pinguïntentoonstelling, of een nieuw soort ijslollies, maar NIET voor een boekwinkel.

En nu ga ik iets vertellen wat ik al enkele mensen in het oor heb gefluisterd en niemand wil geloven dat het echt waar is.  Een vriend van me ging naar Donner, dat wil zeggen: voorheen Donner, te Rotterdam, aan de Lijnbaan. En die vroeg aan een employé van de winkel met de slisnaam of al de ijsconaam (dat ben ik nu even kwijt): “Ik zoek een cd van Beethoven. Hebben jullie die?” En het antwoord luidde: “Wat is Beethoven?” (En ik ben democratisch en geef het toe: ik geloof dat er ook een hondenfilm is die Beethoven heet.)

En nu ga ik afgelopen vrijdag naar de nog altijd door mij Scheltema genoemde boekwinkel aan het Koningsplein in Amsterdam en ik vraag naar een boek (een “boek”, want het woord dichtbundel vond ik als goed democraat toch misschien wel wat provocerend) van Lucebert, de keizer der Vijftigers, een van de grote drie van de twintigste-eeuwse naoorlogse Nederlandse poëzie, en de employé vraagt mij: “Wie is Lucebert?” En als ik hem uitleg dat het om een dichter gaat, en hij vervolgens gaat zoeken in de hoek van de Engelse literatuur, vlucht ik het Koningsplein op.

Ik vind het heel erg voor al die mensen die hun boterham verdienden bij De Slegte, en bij voorheen Scheltema en voorheen Broese & Kemink en… en… en…  En heus, ik ben niet de persoon om op iemands graf te dansen. Maar het moet me toch van het hart: Polare, van mij hoeft u nooit te ontwaken uit uw vrieskist.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter