blog | werkgroep caraïbische letteren

Fotograferen

door Ellen Deckwitz

Een van mijn favoriete gezegden gaat als volgt: wanneer je een baan wilt hebben waarvoor je onvoldoende gekwalificeerd bent, moet je gewoon zeggen dat je er geschikt voor bent. Tegen de tijd dat men erachter komt dat dat nou niet echt het geval was, heb je jezelf allang onmisbaar gemaakt. En zo zat ik vorige week in het vliegtuig naar Zuid-Amerika, om een reportage in tekst en beeld te maken over Suriname. In het tekstgedeelte had ik nog wel vertrouwen, maar als fotograaf had ik vooral ervaring met het maken van selfies.

 

Suriname. Jongetje en meisje in een schamel onderkomen. Suriname, plaats onbekend, 1966 Fotograaf Henk Hilterman

Voorafgaand aan de reis werd ik met de dag nerveuzer. Mijn moeder, die al jaren fotografeert en zulke scherpe ogen heeft dat erbij vergeleken een telescoop bijziend is, gaf me allerlei kijktips, maar al met al hield ik mijn veel te geavanceerde, veel te dure nieuwe camera vooral trillend in mijn handen. Gelukkig gingen er verschillende fotografen op de reis mee. Top, dacht ik, even de kunst afkijken. Alles wat zij doen, doe ik. En daardoor ben ik in één week tijd twee kilo kwijtgeraakt.

Want waar ik dacht dat het bij fotograferen vooral om goede ogen ging, blijkt het hoofdzakelijk te gaan om het hebben van een topconditie. Om de haverklap schoten ze weg, steegjes, bosjes, barretjes in. Om iedere hoek kon de ultieme foto op hen wachten. Toen de reisleider op een gegeven moment zei dat hij de plaatselijke bevolking bereid had gevonden voor ons te poseren, „want dan hebben jullie iets authentieks”, stoven de fotografen meteen de andere kant op. Ik holde maar met hen mee, ondertussen vragend waarom we eigenlijk massaal aan het wegrennen waren.

„Poseren is forceren!” zei er een, en haalde zijn camera tevoorschijn om een slapend indiaans jongetje vast te leggen die in zijn armen een dode baars vasthield.

Ik leerde in die week vooral hoeveel ik voorheen niet zag. Fotograferen is je bewust zijn van hoe snel alles om je heen verandert: die ene geweldige pose, de zon die voor een paar seconden doorbreekt, hoe de wind met palmtakken speelt waardoor er opeens donkere stervormige schaduwen op een voormalig slavenhuisje vallen. Schrijven is juist achteroverleunen, de boel laten bezinken. Fotografie gaat om pakken van het moment, schrijven om te wachten tot het klopt, tot het waar is.

„Ik moet denken aan wat C. Buddingh’ schreef,” zei ik op een gegeven moment maar, „namelijk: kijk om je heen, zoals de wereld nu is, zie je hem nooit meer.” Toen werd ik aan de kant geschoven omdat er achter mij een vogelspin over een Mariabeeld kroop.
Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.

[uit NRC Handelsblad, 28 maart 2017]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter