blog | werkgroep caraïbische letteren

Mens en moraliteit

Vierde roman van Eric de Brabander: Het dilemma van Otto Warburg

door Wim Rutgers

 

“wat Tito tot nu toe toch zeker meende te weten was dat alle mensen, ongeacht tot welke groep, volk of ras ze behoorden,
ter wereld gekomen waren met een aangeboren moraliteit” (119)

Eric de Brabander zoekt de ruimte in zijn romans. Beperkte het debuut Het hiernamaals van Doña Clara (2009) zich nog tot Curaçao en Venezuela, zijn tweede roman Hot Brazilian Wax en het Requiem van Arthur Booi (2011) strekte zich al uit tot Nederland en zijn derde roman De supermarket van Vieira (2013) waaierde wijd uit naar Nederland, Angola, Portugal en Brazilië. Maar alle omzwervingen leidden in de verhalen tenslotte steeds weer naar Curaçao. In zijn nieuwe roman Het dilemma van Otto Warburg (2016) strekt de ruimte zich uit naar Zweden, Duitsland, Centraal Afrika en de Dominicaanse Republiek, maar ook hier eindigt elke verhaallijn op Curaçao, want “we zijn hier allemaal ergens in het verleden op dit eiland aangespoeld.” (163)

 

 

Schrijvers werpen in hun verhalen vragen op, waarop lezers worden uitgedaagd antwoorden te geven. Met zijn nieuwe roman Het dilemma van Otto Warburg pakt Eric de Brabander het thema van zijn tweede roman weer op. Ging het in Hot Brazilian Wax om het gevaar van kwakzalverij tegenover de reguliere geneeskunde, nu gaat het een aantal stappen verder om de waardenvrijheid van medisch wetenschappelijk onderzoek. Staat dat geheel los van politiek en menselijkheid? De roman werpt aanvankelijk door een uitvoerig beschreven discussie tussen de Engelse geleerde Chester Attenborough en de Duitse professor Otto Warburg de vraag op of wetenschap en politiek los staan van elkaar, of dat ook de wetenschapper verantwoordelijkheid dient te dragen rond zijn experimenten en de eventuele resultaten daarvan. De door Warburg geclaimde waardenvrijheid kan en zal in deze roman tot afschuwelijke resultaten leiden, namelijk tot de abjectheid van medische experimenten die in de Tweede Wereldoorlog op concentratiekamp gevangenen werden uitgevoerd onder supervisie van het Kaiser Wilhelm Institut waar Otto Warburg directeur van was, in deze roman maar ook in de historische werkelijkheid. Kankeronderzoeker en Nobelprijswinnaar Otto Heinrich Warburg leefde in Duitsland van 1883-1970. Naar het einde van de roman verbreedt dit probleem van medische ethiek zich tot een algemene vraag naar de relatie tussen menselijkheid en moraliteit, waar personages die in hun leven verschrikkelijke ervaringen hebben opgedaan de rest van hun leven mee blijven worstelen, of ze willen of niet. Definitieve verwerking van trauma’s blijkt onmogelijk. Ondanks alle hoog-wetenschappelijk medisch onderzoek wordt het medicijn tegen het Absolute Kwaad niet gevonden: het duikt nu en dan en hier en daar steeds weer op.

 

Onuitwisbaar leed
Het dilemma van Otto Warburg bestaat uit vier delen, waarin personages voorkomen die allemaal door gruwelijke ervaringen in hun leven onuitwisbaar getekend zijn. Geert Meyer is er getuige van hoe zijn vrouw en dochtertje verdrinken als ze in 1939 met de boot die hen naar Curaçao zal brengen, door twee mijnen van de Nazi’s voor de kust van Engeland worden opgeblazen. Eenzaam en alleen arriveert hij op het eiland.
De Pools joodse vrouw Sarah en haar dochter Rebecca worden tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog in hun woonplaats verraden en opgepakt tijdens een razzia en in concentratiekamp Buchenwald geïnterneerd. Met behulp van een welwillende kampbewaarster overleven ze de kampgruwelen en worden ze door de Amerikanen bevrijd. Omdat ze niet naar Polen terugkunnen dat intussen door de communistische Sovjet Unie bezet is, vertrekken ze naar Curaçao waar een zuster van Sarah woont, die moeder en dochter opvangt. Ze maakt kennis met de Nederlandse leraar Geert Meyer en trouwt met hem. Ze krijgen een dochter Rebecca, maar het huwelijk lijdt onder de in de oorlog opgelopen trauma’s van Sarah.
Tito d’Estrées is een nazaat van een verre Franse piraten-voorouder die zijn schip en zelfs zijn hele vloot in 1678 verspeelde op het rif van de Aves-eilanden, toen hij op weg was om Curaçao te plunderen. Tito groeit op in de Dominicaanse Republiek ten tijde van het gruwelbewind van dictator Trujillo, wat hem in gewetensnood brengt over macht en recht. Ook hij eindigt op Curaçao, omdat hij als dissident niet naar zijn geboorteland terug kan, zoals zoveel van zijn landgenoten. Op het eiland trouwt hij met met Rebecca. Ze krijgen een dochter Esther.
Alles lijkt dan pais en vree. Ogenschijnlijk verloopt het leven langs lijnen van geleidelijkheid in hun hechte vriendenkring, waar de hoofdpersonen steeds weer op kunnen terugvallen. Tegenover de hoofdpersonages plaatst de verteller een aantal andere personen die een leven van rust en vrede hebben gekend. Zij blijken niet in staat het geleden leed van de slachtoffers weg te nemen. Hun leed is onuitwisbaar: hoe verhoudt zich het leven van de mensheid in zijn opvolgende generaties ten opzichte van het leven van één mens en diens lijden?

 

Eric de Brabander

Dictatuur en collaboratie
Het dilemma van Otto Warburg is een verhaal over dictatuur en vrijheid, collaboratie en verzet – in het concentratiekamp van de Nazi’s maar ook in de Dominicaanse Republiek van Trujillo.
Met Esther grijpt het leven terug naar Otto Warburg omdat zij als medicus in aanraking komt met diens medische theorieën en experimenten. Maar haar moeder Rebecca die als jong meisje in het concentratiekamp zat, noch haar oma Sarah willen over hun oorlogservaringen praten. Trauma’s werken zo door in volgende geslachten, want Esther wil duidelijkheid hebben over wat er gebeurd is en welke rol Otto Warburg met zijn medisch instituut daarbij gespeeld heeft en de proeven die op gevangenen werden uitgevoerd: “ Zou Hitler zijn nazidokters opdracht hebben gegeven de theorieën van Otto Warburg te toetsen in de concentratiekampen?” (201)
De details hierover moet u zelf maar lezen. Ik wil er hier niet verder op ingaan omdat ze te gruwelijk zijn. Soms gaan de vragen ver, te ver in mijn ogen, zoals de vraag of de meest vreselijke experimenten op mensen misschien toch geoorloofd zouden kunnen zijn, omdat ze de medische wetenschap ondanks alle gruwelen tóch vooruit geholpen hebben. In welke mate mag een wetenschapper een individuele mens laten lijden ten bate van de mensheid in het algemeen?
Esther gaat zelfs naar Duitsland, naar Berlijn, Weimar en Buchenwald op waarheidsvinding, maar wordt daar niet wijzer: de definitieve waarheid wordt niet achterhaald. Een wrang aspect van het verhaal is dat veel van de nazimisdaden onopgehelderd bleven omdat de Amerikanen deze medici na de oorlogsverwoestingen hard nodig hadden.
Ook aan het einde van de roman, in een epiloog, weigert Otto Warburg afstand te doen van zijn ooit ingenomen standpunt als studeerkamer- en laboratoriumgeleerde: “uiteindelijk ben ik een wetenschapper. Vóór de oorlog, tijdens de oorlog en nu, erna!” (p. 277)

Schrijvers werpen in hun verhalen vragen op, waarop lezers worden uitgedaagd antwoorden te geven. Zo werpt deze vierde roman van Eric de Brabander een aantal essentieel menselijke vragen op over natuur en menselijkheid en de al dan niet menselijke natuur, waarin ik gelezen heb dat mensen die de gruwelen die oorlogen en dictaturen niet beleefd hebben, nooit volledig zullen kunnen navoelen wat mensen die slachtoffer zijn geworden van deze gruwelen, hebben doorgemaakt en voor hun leven hebben misvormd.

 

Eric de Brabander: Het dilemma van Otto Warburg
Haarlem: Uitgeverij In de Knipscheer
281 pagina’s
ISBN 978 90 6265 934 0
www.indeknipscheer.com

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter