blog | werkgroep caraïbische letteren

Suriname gaat aan domheid ten onder (I)

door Arlette Codfried

Laat me met een recent voorbeeld beginnen. Er is een leerprogramma dat leidt naar toetsmomenten. Elk onderwijsinstituut werkt op zo een manier. Als onderwijzer wordt je geacht dat programma te beheersen en over te brengen op je leerlingen. Je moet als mens dus die vaardigheden ontwikkelen en onderhouden om ze steeds beter te kunnen overbrengen op de leerlingen. Dat vereist discipline en het stellen van eisen aan jezelf. Als onderwijzer moet je sterk zijn in vakkennis en algemene kennis van de wereld om je heen, je sociaal gevoel moet ontwikkeld zijn om te kunnen praten en uitleggen met alle aandacht voor de leerling. Je moet kunnen luisteren naar de vragen van de leerlingen en inspelen op hun specifieke behoeften. Je moet goed kunnen lezen en schrijven dat houdt in begrijpen en kunnen beredeneren van je vakinhoud en algemene kennis. Je moet feiten en waarschijnlijkheden van elkaar kunnen onderscheiden om je vak goed over te dragen. Je moet kunnen analyseren en beoordelen. Wat zie je in de praktijk?

Als kind moet je leren. Alles moet je leren want alles is nieuw en je bent van een heleboel feiten niet op de hoogte omdat je ze nog niet hebt geleerd. De eerste mensen waar je van leert zijn je ouders of, helaas te vaak, andere verzorgers. Als ouder is je eerste taak je kind dingen te leren want je zal zolang je kind geboren is en leeft willen dat het goed overleeft. Is niet daarom maken we kinderen? Om het leven voort te zetten en zo als soort te overleven.

Dus leer je kinderen. Er is zoveel in de wereld waar je als mens tegen aan kan lopen. Bereid je kind voor op de omringende wereld. Stuur je kind naar school als het de daarvoor bepaalde leeftijd heeft bereikt. Schep omstandigheden in je leven die gericht zijn op groei dus ontwikkeling.

Van nature heeft elk kind de inclinatie om te leren overleven. Er zijn allerlei theorieen over wat mensen zijn en hoe ze op aarde wonen. Feit is we zijn mensen en we wonen op aarde. We moeten overleven op aarde. We hebben onszelf ook nog de verantwoordelijkheid gegeven over stukjes grond waar we ons aan gecommiteerd voelen omdat wij er zijn geboren of wonen.

Terug naar de kinderen. De leerlingen op school. Onze kinderen, onze toekomst. We kopen kleren, schoenen, schriften, schrijfgerei voor ze. We geven ze de mooiste kapsels. We verzorgen het financieel meest haalbare transport. We geven ze een telefoon voor noodgevallen. Kortom we geven het kind alles wat uiterlijk nodig is voor een vlotte schoolgang maar wat geven we ze innerlijk als leerling me? Met andere woorden hoe hebben we ze opgevoed en zijn we ze blijven opvoeden en hoe hebben wij, als oudere mensen ons gedragen in deze tijd? We weten dat een groot deel van leren bestaat uit nadoen. Dus je moet je goed realiseren dat alles wat jij doet de kinderen ook zullen doen. Kinderen blijven massaal zitten en slagen niet erin voldoende leerprestaties te leveren. Hoe komt dat, vraagt iedereen zich af zonder een blik naar zichzelf te werpen en toe te geven dat we aan het onderpresteren zijn. Je geeft naar het kinderboekenfestival wel geld mee voor de pauze maar niet om minstens één zo niet meer boeken te kopen. Er is geen enkel boek in je huis te vinden maar je hebt wel een stereoinstallatie en kent alle liederen van je favoriete zangers uit je hoofd maar je praat je eigen taal niet eens voldoende terwijl je op school hebt geleerd dat lezen een overlevingsstrategie is die voeding biedt aan het groeiproces. Toch volg je dat advies niet op. Je leert je kinderen geen sociale vaardigheden en als je kind hetzelfde verkeerde gedrag op school vertoont sla je kind en soms ook onderwijzer. Je luistert nooit naar wat anderen zeggen tegen je over van alles en nog wat. Soms hebben mensen zich ergens in verdiept dat wil zeggen ze hebben er over nagedacht. Ze hebben zich erover laten informeren. En dan vertellen ze het aan anderen omdat mensen dat moeten doen om te overleven, en je hebt mensen die niet nadenken en niet luisteren naar zichzelf om maar niet te spreken naar wat een ander zegt. Ze vormen een kromme of onvoldoende gegronde mening die niet gebasseerd is op feitenkennis maar op gissingen. Ze zijn ook niet erin geinteresseerd om dingen goed aan te leren. Feiten, principes, logica, de werking van dingen.

Het gaat allemaal aan ze voorbij. In plaats daarvan houden ze zich bezig met dingen die ze nergens brengen en hun kinderen nemen dat gedrag keurig over omdat ze daarmee geconfronteerd worden en het nadoen. Dus, congestie in het onderwijs. De meerderheid van Suriname is dom als ik kijk naar het scholingsniveau en carrierenieveau. En in plaats van te proberen het niveau dus op te trekken investeren we in meer lokalen want de klassen zijn groot. Wie heeft dit probleem gecreëerd en hoe gaan we het nou oplossen? Omdat we met z’n allen te dom zijn om het op te lossen, en dat blijkt uit het feit dat het probleem nog steeds niet is opgelost, blijven we dat verkeerde patroon herhalen en groeien we niet terwijl er verder niets mis is met onze menselijke vermogens. We doen dingen automatisch zonder er dieper over na te denken en de juiste handelwijze aan te leren. We geven onszelf niet de gelegenheid dingen in ons op te nemen. Op de hoogte te zijn van wat de feiten zijn, wat je moet weten om mee te kunnen denken, vormen, opvoeden, voorbeeldig gedrag vertonen. Congestie opheffen. Je land ontwikkelen.

We hebben allerlei talen in Suriname. Waarom leren we ze niet beheersen?

We vinden nederlands moeilijk en vervelend maar torpederen zelf elke poging dat te veranderen. We hebben na al die jaren geen andere talen leren beheersen en we geven nederlands de schuld van onze gebrekkige taalkennis. Ons onderwijs haalt de internationale normen niet. Het is een groot verlies voor ons en onze toekomst. Want als onze kinderen nu al onderpresteren hoe zal dat gaan als ze nu carrierre gaan maken en ons land naar grotere hoogten moet leiden. Ik voorzie op dit moment grote ellende.

Als Surinamers zullen we keihard moeten investeren in persoonlijke groei en daarmee ook algemeen nuttige groei. Wat is belangrijker dat onze kinderen de rivieren kennen of de nieuwste hit van Damaru? Wat gaat dat kind beter voeden later als het groot is? Wat is belangrijker dat je 2 BMW’s in je garage hebt of dat je schenkt aan een algemeen sociaal doel of dat je kaviaar eet terwijl 90 % van de mensheid gedwongen is rijst te eten om op dezelfde aarde te overleven. Wat is zo belangerijk aan een virtueel programma terwijl je niet eens de naam van je buren kent? Dus we moeten gaan kijken naar ons eigen gedrag. We hebben het vermogen dat te veranderen. En dan zullen onze kinderen zich anders gedragen en zullen we een goed ontwikkelt land kunnen overdragen aan weldenkende en functionele mensen. Anders vrees ik dat Suriname aan domheid ten onder zal gaan.

[verschenen op de site van de Schrijversgroep ’77, 21 januari 2012]

1 comment to “Suriname gaat aan domheid ten onder (I)”

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter