blog | werkgroep caraïbische letteren

In memoriam Nydia Ecury (1926-2012)

Nydia Maria Enrica Ecury werd op 2 februari 1926 op Aruba geboren uit een donkere vader en een blanke moeder. Op haar dertigste is zij op Curaçao gaan wonen. Ecury is gescheiden en moeder van twee kinderen. Aan de Nilda Pinto-school gaf zij lessen in het Engels en Papiaments. Daarna is zij gedetacheerd bij het Departement voor Onderwijs.

Als mede-oprichtster van de toneelgroep Thalia heeft Ecury geregisseerd, toneel gespeeld en enkele buitenlandse blijspelen bewerkt. Ook leidde zij een toneelgroep van kinderen tussen zes en twaalf jaar. Als cabaretière trok zij met haar ‘one woman show’, Luna di papel, papieren maan, volle zalen.

Van Nydia Ecury zijn vier poëziebundels uitgekomen. In 1972 verscheen Tres Rosea, drie ademtochten, die samen met Mila Palm en Sonia Garmers is geschreven. Het boekje gaat over alledaagse onderwerpen zoals kinderen, kindermeisjes en vriendschap. Meer diepgang heeft het gedicht ‘Sekura’, droogte, dat illusies en dood als thema’s heeft.
In februari 1976 publiceerde zij de bundel Bos di sanger, stem van het bloed. De dichteres is zich bewust geworden van haar veelzijdige afstamming. In 1978 publiceerde zij haar derde poëziebundel Na mi kurason mará’, aan mijn hart verknocht, en in 1984 een vierde bundel onder de titel Kantika pa mama tera ofwel ‘Song for mother earth’ met een Engelse vertaling naast de Papiamentstalige tekst.

Rekuerdo

Mi ta korda tempu di aña
ku solo su sombra djatardi ta largu
i souchinan ta bula pasa
desesperá
kasi raska tera
buskando kiko
Djo sa

Mi ta korda tempu di aña
ku Kuaresma ta den
i mucha bon mucha
n’ ta kome ni un mangel
ni un snup
i biento ta supla
manera chapara
riba lomba di tur mata ku tin

Mi ta korda tempu di aña
ku awa ta yobe
enbes di bai skol
nos ta para b’ei het sapatiá
Ranchero kañá
ta bringa ku otro
pa djis despues hasi bon
tumando mas beter ainda
bashando kansion
na Spañó

Mi ta korda tempu di aña
ku kosecha ta den
nan buriku mará
na porta di tienda
komadernan di Tanki Lender
i di Nòrt
ta ofrese pampuna
bonchi ku pinda
i maíshi di rabu
pa traha pan batí
riba kasuela
na fogón

Mi ta korda tempu di aña
ku tin alabansa pa Mama Maria
ainda mi boka ta purba
aroma di sensia
i mi ta sinti
kon bas di e orgel
ta lora, ta bini
te boltu
nèt den mi pechu

Mi ta korda tempu
ku aña t’ei kaba
i Marichi, mi wela
ta trese foi tienda
ròl di sèn pretu
i bòter di ròm
pa gradisi mei anochi
dandé
pa kantika bunita
i tur bon deseo

Mi ta korda…
Te dia ku sombra di solo
di mi bida
ta largu
lo mi sigui korda
tur tempu di aña
di ‘Ruba!

Pa Shon Kita Scholten (r.i.p.)
bondad en pasta

Herinnering

Ik herinner mij de tijd van het jaar
wanneer de middagschaduw van de zon lang is
en zwaluwen voorbijvliegen,
wanhopig,
bijna de grond rakend,
zoekend naar
God weet wat.

Ik herinner mij de tijd van het jaar
wanneer het Vasten is
en lieve kinderen
geen zuurtje
of snoepje eten
en de wind
als een gesel waait
over de ruggen van alle planten die er zijn.

Ik herinner mij de tijd van het jaar
wanneer het regent,
in plaats van naar school te gaan
staan wij onder de dakgoot te trappelen,
aangeschoten Rancho-bewoners
vechten met elkaar,
om het eventjes later weer goed te maken,
terwijl zij dan nog meer borrels nemende
liedjes in het Spaans
staan uit te kramen.

Ik herinner mij de tijd van het jaar
wanneer de oogst binnen is.
Met hun ezels vastgebonden
aan de poort van het winkeltje
bieden de commères van Tanki Leendert
en van Noort
boontjes en
pinda’s te koop
maïs aan de stengel
om broodjes van te maken
op de braadplaat
in de oven.

Ik herinner mij de tijd van het jaar
wanneer er lof wordt gezongen voor Moeder Maria.
Nog proeft mijn mond
de geur van wierook
en voel ik
hoe de bas van het orgel
weergalmt en dan precies
tegen mijn borst terecht komt
en zelfs weerkaatst.

Ik herinner mij de tijd
wanneer het jaar teneinde loopt
en Marichi, mijn grootmoeder,
vanuit de winkel
rollen munten van een cent meeneemt
en flessen rum
om te middernacht
de dandézangers te bedanken
voor de mooie liedjes
en alle goede wensen.

Ik herinner mij…
Tot aan de dag dat de schaduw
van mijn levenszon
lang is,
zal ik blijvend de herinnering koesteren
aan alle jaargetijden
van Aruba.

Opgedragen aan Mevrouw Kita Scholten (r.i.p.),
de goedheid zelve.

[Vertaling: D.M. van Schendel-Labega]

[uit Anton Claassen, De navelstreng van mijn taal, Amsterdam: In de Knipscheer, 1992]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter