blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Sranan e krei watr’ai

door André Pakosie

Het is triest wat zich heeft afgespeeld in Suriname de afgelopen nacht/dag. Een parlement dat mensenrechtenschendingen met de voeten treedt. Dat de harten van de directe nabestaanden van de 8 decembermoorden met een spies heeft doorboord: de weduwen, de zonen, de dochters, de vaders, de moeders, de broers, de zussen, de neven, de nichten, die allen moeten ervaren hoe hun geliefden in 2012 opnieuw zijn vermoord. Dit keer door het democratisch gekozen parlement van hun land. Hoe laag kan een land, een volk, een parlement geraken, dat koelbloedige moorden legitimeert, om behoud van macht? Hoe gemeen, laag, laf kunnen parlementariërs zijn die doden in klassen verdelen, door voor amnestie te stemmen ter vrijwaring van de moordenaars van de ene (december 1982) koelbloedige moorden terwijl zij tegen amnestie zijn voor de moordenaars van de andere (Moiwana, 1986) koelbloedige moorden, alsof de slachtoffers van de ene koelbloedige (Moiwana, 1986) moorden, menselijk waardiger zijn dan de slachtoffers van de andere koelbloedige (december 1982) moorden. Hoe gemeen, laag, laf kunnen parlementariërs zijn die een dergelijk amnestiewetsvoorstel indienen, die zo een wet verdedigen, die voor zo een wet stemmen. Maar ook, hoe gemeen, laag, laf kunnen parlementariërs zijn die niet krachtig TEGEN de amnestieverlening stemden, maar zich slechts van stemming onthielden. En dus stilzwijgend instemden. Hoe gemeen, laag, laf kunnen jongeren zijn, die beweren dat zij geen weet hebben van wat zich tijdens de militaire dictatuur in Suriname heeft afgespeeld, en daarom de dictator in zijn nieuw jasje ondersteunen. Vandaag vloeien de tranen langs de wangen van Mama Sranan, Sranan e kré watra ai. En als doden ook zouden kunnen huilen, zouden de 15 slachtoffers van de decembermoorden vandaag opnieuw huilen. Om hun dood om niets, om hun land, om hun volk.


 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter