blog | werkgroep caraïbische letteren

Troost van Raj Mohan

door Sabitrie Gangapersad

De sobere collectie van de Sarnami literatuur is met de uitgave van deze tweede gedichtenbundel van schrijver, dichter en musicus Raj Mohan verrijkt. Mohan schrijft niet alleen in die taal, hij zet de tekst ook op meesterlijke wijze op muziek. Zo bevat zijn nieuwe cd Daayra enkele teksten uit Tihá/Troost zoals ‘mai re mai’, ‘mangila’ en ‘i tor sahar hai’. Het is verbazingwekkend hoe de artiest zich zo mooi kan uiten in een taal die over het algemeen door Hindostanen als minderwaardig, plat en onbeschaafd wordt aangemerkt. Tijdens de presentatie van de bundel in Suriname vertelde Mohan dat hij niet per se in Sarnami schrijft om de taal te promoten of te redden. Het is zijn moedertaal en hij kan zich goed daarin uiten. Sarnami biedt hem ook de mogelijkheid om een eigen stijl te creëren en onderwerpen in taboesfeer scherper te benadrukken. De schrijver heeft duidelijk moeite met het feit dat Hindostanen in Suriname, hoewel ze thuis geen Hindi spreken, in het openbaar er alles aan doen om in die taal te spreken. Er wordt ervan uitgegaan dat Sarnami niet mooi genoeg klinkt. In zowel zijn muziek als zijn poëzie probeert Mohan het tegendeel te bewijzen.

Zijn eerste bundel, Bapauti (Erfenis) uit 2008 is eveneens in het Sarnami geschreven. In tegenstelling tot de eerste publicatie is Tihá/Troost tweedelig. Het eerste deel bevat zeventien Sarnami gedichten met Nederlandse vertaling, die gaan over uiteenlopende onderwerpen zoals een jong overleden kind dat afscheid neemt van zijn moeder, het spel touwtjespringen, armoede, oud verdriet, leven en dood, vuur, Holland, India en de stad Utrecht. Het tweede deel, Ontwaken, is vooral spiritueel georiënteerd en bevat 22 gedichten in het Nederlands. In de pennenvruchten van Mohan komen veel herkenbare situaties uit Suriname voor. Dit geldt niet alleen voor het Sarnami deel, maar ook voor de Nederlandse tekst, zoals ‘vakantie’tee II’. Bepaalde gedichten zoals ‘mai re mai’, raken je als lezer diep in het hart. Ook het eerste gedicht ‘aji’ (oma), dat handelt over een veel voorkomend probleem, namelijk dementie, is erg herkenbaar. Maar er zijn ook gedichten die je ettelijke malen moet lezen om de boodschap goed te laten doordringen, zoals ‘geschiedenis’. Doordat de Sarnami gedichten in het Nederlands zijn vertaald, is het toegankelijker voor een groter publiek. Lezen in het Sarnami is immers geen gewoonte van Hindostanen, laat staan voor hen die de taal helemaal niet kennen. Zoals Mohan zelf bij de presentatie zei over de reacties van het publiek. “Mensen vinden het prachtig als ik de gedichten voordraag, maar zelf lezen in die taal gaat niet. Ze grijpen toch naar het Nederlands.” Dat blijkt bij het lezen van Tihá/Troost inderdaad het geval.

Tihá/Troost, Raj Mohan, 2011, In de Knipscheer, ISBN 9789062656615

[uit Parbode, 1 mei 2012]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter