blog | werkgroep caraïbische letteren

Wat let Nederland om de Suriname-dossiers vrij te geven?

door Rolf van der Marck

Nederland heeft niet zo lang geleden besloten om alle dossiers betreffende Nederlands’ bemoeienissen met Suriname na de Onafhankelijkheid van 1975 voor tenminste 60 jaar achter slot en grendel op te bergen. Het is niet moeilijk om naar de reden te gissen: veel ervan is ongetwijfeld té belastend materiaal voor Nederland en de opeenvolgende regeringen sinds 1975 en bovendien zijn nog té veel betrokkenen in leven. Andere, zinnige redenen kan ik niet bedenken, maar zijn deze twee redenen wel zinnig genoeg voor zo’n zware maatregel, een maatregel die bovendien niet alleen land en volk van Nederland, maar zeker ook land en volk van Suriname (pijnlijk) treft?

Een half jaar geleden is de Nederlandse staat veroordeeld in een rechtszaak die de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden had aangespannen ten behoeve van de nabestaanden van het te Rawagede in voormalig Nederlands Indië tijdens de “Eerste Politionele Actie” op 9 december 1947 aangerichte bloedbad, waarbij bijna de gehele mannelijke bevolking, 431 mannen, is vermoord tijdens een zoektocht naar een “onafhankelijkheidsstrijder”. Uiteindelijk resulteerde deze rechtszaak in een schikking, waarbij de negen nabestaanden hoofdelijk een schadevergoeding kregen uitgekeerd en de Staat der Nederlanden zich bij monde van BuZa-minister Uri Rosenthal bereid verklaarde tot het alsnog aanbieden van excuses.  

Ik haal dit aan, omdat ik mij afvraag waarom het zo lang heeft moeten duren alvorens kon geschieden wat onvermijdelijk was, want al op 12 januari 1948  oordeelde een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties dat het militaire optreden te Rawagede opzettelijk en meedogenloos was. Zijn die 60 jaar dat nu de bemoeienissen van Nederland met Suriname geheim moeten blijven ontleend aan de tijd die Nederland nodig had om in het reine te komen met het “incident” Rawagede? Onzin natuurlijk! Uiteraard is het moeilijk en pijnlijk om je fouten in te zien en er je excuses voor aan te bieden, maar is daar een zó lang verwerkingsproces voor nodig? Daarbij komt dat betrokkenen dat niet meer zelf kunnen doen, eenvoudig omdat ze niet meer in functie zijn, en voor hun ambtsopvolgers is het als niet-betrokkenen níet moeilijk en pijnlijk, ja zelfs verlossend door de afrekening met een duister verleden. Dus wat is het probleem? De enig werkelijke –maar daarom nog niet zinnige– reden kan niet anders zijn dat men de betrokkenen die nog in leven zijn wil sparen, maar waarom moet je ze in godsnaam tot lang na hun dood de hand boven het hoofd blijven houden, waarom die egards? Erger dan het bloedbad van Rawagede kan het nauwelijks zijn, maar hoe erg ook, afrekening moet plaats vinden, door het uit te stellen maak je het alleen maar onnodig erger en groter. Het gaat nu om de eindverantwoordelijken, niet om de militair attaché, niet om de ambassadeur, maar om de minister-president en zijn kabinet, om het volledige verhaal. Er moet een totaalbeeld komen, er zijn nog veel te veel kleine stukjes van de legpuzzel die niet traceerbaar zijn. Dat totaalbeeld is noodzakelijk om de verantwoordelijkheden te leggen waar ze thuishoren, zowel in Nederland als in Suriname. Dat zou best wel eens een weinig verheffend beeld kunnen zijn van veel knutsel- en knoeiwerk, maar de Nederlandse Staat moet oud en wijs genoeg zijn om dat op te brengen. Dat het voor sommige nog in leven zijnde betrokkenen vervelend, of misschien zelfs beschadigend is, zo zij het, die prijs moet betaald worden. Nu. Niet over 60 jaar.    

Opzettelijk zeg ik hierboven dat de Nederlandse Staat oud en wijs genoeg moet zijn om nu verantwoording af te leggen, namelijk om de tegenstelling aan te geven met de Surinaamse Staat. Want die is nog zeer jong en onervaren, slechts 37 jaar oud en nóg altijd niet tot wasdom kunnen komen door de interventie van een kolonisator die zich bezorgd heeft afgevraagd of hij er wel goed aan had gedaan om zijn kind los te laten en dus maar ingreep. Het trauma door die ingreep is inmiddels even groot als hettrauma door de kolonialisering en daarin schuilt een groot gevaar. Want die ingreep heeft het niet te voorziene gevolg gehad dat de toen door Nederland gebruikte pion zich heeft ontwikkeld tot een dictator, die op 25 februari 1980 land en volk van Suriname ongenadig in zijn greep nam, en die die greep tot op de dag van vandaag niet heeft laten verslappen. Toen “at gunpoint”, nu quasi democratisch. Een man die nu handig uitspeelt dat Nederland een verbod heeft ingesteld op het openbaar maken van de archieven, omdat Nederland een veel groter aandeel in de “coup” had dan het nu wil (laten) weten, daarmee suggererend dat niet hij, Desi Delano Bouterse, maar Nederland de hoofdschuldige is. Hij zegt nog net niet dat Nederland de opdracht heeft gegeven voor de 8-december-moorden, maar het domme stemvee van de NDP begint het wel al te geloven.

Wat in godsnaam let Nederland om de Suriname-dossiers vrij te geven?

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter