blog | werkgroep caraïbische letteren

John Leefmans: thuis in de hele wereld

Suriname was te klein voor hem geworden. Maar het Sranantongo niet. Dichter, diplomaat, vertaler en essayist John Leefmans publiceerde zijn eigenzinnige dichtbundels graag in zijn moederstaal. Ook al kwam hij reeds in 1948 naar Nederland en werkte hij daarna onder meer in Madrid, Quito, Port of Spain en Brussel. Leefmans overleed zaterdag 25 augustus 2012 in zijn woonplaats Den Haag. Hij werd 79 jaar.

‘Een levensgenieter. Een man die je tegemoet trad met een brede lach,’ zo omschrijft literatuurkenner Michiel van Kempen de zaterdag overleden John Leefmans. ‘Hij zat altijd vol met verhalen. Hij was zeer erudiet. Hij was thuis in de hele wereld. En daar wilde hij iedereen ook deelgenoot van maken.’

Cosmopoliet
‘Datgene wat hij schrijft, beweegt zich op een of andere manier altijd tussen de polen Caraïbisch gebied – Suriname – en de rest van de wereld. Bij andere dichters zijn dat dan vaak gedichten over het verscheurd zijn, over het zoeken naar identiteit, eenzaamheid; dat soort dingen. Maar dat is het bij hem veel minder. Bij hem lijkt het wel of die twee werelden een inspiratiebron voor hem waren. Alsof hij daar als een jongleur met circusballen mee om kon gaan. Hij zette dat ook in. Je merkt in zijn gedichten dat er allelei elementen zitten die uit alle delen van de wereld komen.’

Melancholie
Michiel van Kempen stelt in zijn in memoriam dat Leefmans ‘erg Nederlands gericht was in zijn manier van denken, maar tegelijkertijd zich intensief met zijn geboorteland bleef bezighouden’. Dat laatste verklaart hij onder meer uit de melancholieke ondertoon in zijn gedichten. Hoewel Leefmans die ‘ondertoon’ ook weer wegpoetst. ‘Hij blijft dan toch lachen, maakt het ironisch. Hij had een hekel aan zelfbeklag. Hij moest weinig hebben van mensen die hun eigen positie niet kritisch onder de loep namen.’

Op’a batra
In 2009 verscheen Leefmans bundel Op’a batra/Open die fles, één van de weinig bundels in het Sranantongo (met vertalingen). Zelf zei hij daarover in een interview met Radio Nederland Wereldomroep dat ‘als je je nog nooit in een hoekje hebt teruggetrokken met een boekje, dan is dit nou de gelegenheid om het te doen.’

Sranantongo
Bijzonder was-ie wel, die dikke bundel uit 2009, want na de onafhankelijkheid van Suriname is er eigenlijk heel weinig gedicht in het Sranantongo. Maar ook inhoudelijk mag Op’a batra er wezen, stelt Van Kempen. Hij verhaalt over het gedicht Regentijd is jouw tijd/is mijn tijd/is onze tijd/want regentijd is liefdestijd dat het ritme van een (tropische) regenbui weerspiegelt.

Caraïbisch
Of Leefmans daarmee een typisch Caraïbische dichter was, betwijfelt de literatuurkenner. Uiteindelijk deed hij, als diplomaat in Nederlandse dienst, net zo gemakkelijk een prozaïsch, rechtstreeks tv-verslag van een militaire staatsgreep in Trinidad & Tobago omdat hij nou eenmaal de enige was waarmee de NOS contact kon krijgen op dat moment. Waarmee Van Kempen wil zeggen, dat Leefmans vooral een cosmopoliet was. Eentje met Caraïbische elementen, maar anders dan andere Caraïbische dichters.

Uiteindelijk was Leefmans, ook omdat hij al zo lang geleden naar Nederland was verhuisd, verankerd in de Europese cultuur. Dat is ook de reden dat hij nooit is teruggekeerd naar Suriname, vermoedt Van Kempen: ‘Ik denk dat Suriname veel te klein voor hem was geworden.’

[Link naar uitzending op Radio Nederland Wereldomroep, 27 augustus 2012, ook de bron van deze tekst]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter