blog | werkgroep caraïbische letteren

Carry-Ann Tjong-Ayong – De kwetsbare leeftijd

In de week voor kerst bereikte het bericht mij.

Twee van mijn vier honderdjarige oudjes waren heengegaan. Rustig in hun slaap.
 Eleonora Oosterling-Ferrier en Emmy Goedschalk-Balinge.
Aan het begin van dit legendarische jaar 2012 had ik hen nog opgezocht, verrast over hun vitaliteit en vrolijkheid op de bigi bigiyari. Honderd jaar.
Twee van de vier maakte ik zo mee in maart. We genoten allemaal. Begroetten onze familieleden. Smulden van het heerlijke eten in grote schalen opgediend. Bewonderden de mooie jurken. Sommige familieleden zagen we na decennia weer. Ik had voor alle bigiyari een mooie kaars, een ingelijst gedicht en een aparte kussensloop meegebracht. Wat geef je aan een honderdjarige.
Hier waren ze blij verrast mee.
Maar nu…. Ik ontstak een paar kaarsjes voor mijn oude vriendinnen. Ik zou ze niet kunnen begraven. Als ik weer in Suriname was zou ik naar hun graf gaan kijken. Ik realiseerde mij, dat ik niet meer op bezoek zou kunnen gaan en er ontstond een grote leegte binnen in mij. Dit jaar was ook het jaar dat mijn ouders honderd zouden worden, samen met al deze vriendinnen.
Wij hadden zo vaak over hen gepraat. Over vroeger. Hun schooltijd. Pappy had nog bij Waldemar Lotz in de klas gezeten, zag ik in de schoolregisters die te voorschijn waren gehaald bij het filmen van Sonny Boy.
Van de 8 vrouwen uit het boekje Aitkanti zijn er nog  vier over. Honderd is een kwetsbare leeftijd.
Alles gaat voorbij. Panta Rei. De rivier blijft eeuwig stromen.
Cat december 2012

1 comment to “Carry-Ann Tjong-Ayong – De kwetsbare leeftijd”

  • Παντα ρηει, κ’ουδεν μενει :
    Alles stroomt, niets blijft.

    Gelukkig maar!

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter